ECLI:NL:RBNHO:2022:9635

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
13 oktober 2022
Publicatiedatum
31 oktober 2022
Zaaknummer
10086086 AO VERZ 22-99
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging ontslag op staande voet en toewijzing schadevergoeding na diefstal van pakket met iPhones

In deze zaak verzoekt de werknemer, hierna [verzoeker], de kantonrechter om het ontslag op staande voet dat hem op 9 augustus 2022 is gegeven door DHL Aviation B.V. te vernietigen. Het ontslag is gebaseerd op de beschuldiging dat [verzoeker] zonder recht of toestemming een aan DHL ter bezorging toevertrouwd pakket met iPhones heeft weggenomen en valselijk labels heeft opgesteld om de ontvreemding te verdoezelen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er voldoende bewijs is dat [verzoeker] daadwerkelijk betrokken was bij de diefstal van het pakket, wat een dringende reden voor ontslag op staande voet vormt. De kantonrechter oordeelt dat het ontslag rechtsgeldig is, omdat het onverwijld is medegedeeld en de dringende reden voldoende is aangetoond. Daarnaast heeft DHL een schadevergoeding van € 4.801,42 gevorderd, die wordt toegewezen omdat [verzoeker] door zijn handelen een dringende reden heeft gegeven voor het ontslag. De kantonrechter wijst het verzoek van [verzoeker] af en veroordeelt hem tot betaling van de proceskosten en de schadevergoeding aan DHL.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10086086 \ AO VERZ 22-99 (HB)
Uitspraakdatum: 13 oktober 2022
Beschikking in de zaak van:
[verzoeker],
wonende te [plaats 1]
verzoekende partij
verder te noemen: [verzoeker]
gemachtigde: mr. P.Chr. Snijders
(toevoeging nr. 4PG0708)
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DHL Aviation B.V.,
gevestigd te Schiphol
verwerende partij
verder te noemen: DHL
gemachtigde: mr. A. Koekkoek
De zaak in het kort
In deze zaak verzoekt [verzoeker] het hem op 9 augustus 2022 gegeven ontslag op staande voet te vernietigen dan wel hem een billijke vergoeding toe te kennen (met nevenvorderingen). Het verzoek wordt afgewezen omdat voldoende is komen vast te staan dat [verzoeker] zonder recht of toestemming een aan DHL ter bezorging toevertrouwd pakket met iPhones heeft weggenomen en valselijk labels of airwaybills heeft opgesteld met de kennelijke bedoeling de ontvreemding van dat pakket mogelijk te maken. Dit vormt (ieder voor zich en ook samen) een dringende reden voor ontslag op staande voet. De vraag of [verzoeker] al dan niet heeft meegewerkt aan het securityonderzoek hoeft daarom niet te worden beantwoord. De opzegging en de mededeling van de dringende reden hebben ook onverwijld plaatsgevonden.
De door DHL gevorderde gefixeerde schadevergoeding wordt toegewezen, omdat [verzoeker] door opzet of schuld aan DHL een dringende reden heeft gegeven om de arbeidsovereenkomst op 9 augustus 2022 onverwijld op te zeggen.

1.Het procesverloop

1.1.
[verzoeker] heeft op 6 september 2022 een verzoekschrift ingediend. Vervolgens heeft DHL een verweerschrift met een tegenverzoek ingediend.
1.2.
Op 26 september 2022 heeft een zitting plaatsgevonden. Voorafgaand aan de zitting heeft [verzoeker] bij brief van 23 september 2022 nog stukken toegezonden. Ter zitting hebben partijen hun standpunten toegelicht en vragen beantwoord. De griffier heeft daarvan aantekeningen gemaakt. [verzoeker] heeft ook pleitaantekeningen overgelegd.

2.Feiten

2.1.
[verzoeker], geboren op 5 september 1992, is op 1 augustus 2017 voor onbepaalde tijd in dienst getreden bij DHL.
2.2.
Laatstelijk vervulde [verzoeker] de functie van warehouse operator. In deze functie hield hij zich - kort gezegd - bezig met het sorteren van zendingen die door het warehouse (de ‘hub’) op Schiphol worden doorgevoerd en aanverwante werkzaamheden.
2.3.
Het salaris van [verzoeker] bedroeg laatstelijk € 2.600,35 bruto per maand, exclusief 8% vakantietoeslag en overige emolumenten op basis van een werkweek van 40 uur.
2.4.
De afdeling security van DHL kreeg op 5 augustus 2022 een melding dat er een pakket met mobiele telefoons was verdwenen. Dit pakket maakte deel uit van een zending met AWB (Air Way Bill) nummer [nummer 1]. Die zending omvatte in totaal zes pakketten (met in totaal 300 mobiele telefoons), waarvan vijf pakketten op de plaats van bestemming waren afgeleverd. De zending was bestemd voor Greenstock B.V. in Duivendrecht.
2.5.
Naar aanleiding van de melding heeft de afdeling security een onderzoek ingesteld aan de hand van camerabeelden (afkomstig van camera’s in de warehouses van DHL) en gegevens uit het computersysteem, het zogenoemde Sherloc systeem. Via dat systeem kunnen alle data van zendingen worden teruggezien, zoals op welke gebruikersnaam een zending is opgemaakt, wie de verzender en de ontvanger zijn en door welke gebruikers labels zijn geprint.
2.6.
Tijdens een gesprek op 9 augustus 2022 heeft DHL [verzoeker] op staande voet ontslagen. Het ontslag is aan [verzoeker] bevestigd bij brief van 10 augustus 2022. In die brief staat:
‘Hierbij bevestig ik het op 9 augustus jl. aan u meegedeelde ontslag op staande voet wegens de volgende redenen:
1) het zonder recht of toestemming wegnemen en toe-eigenen van aan DHL ter bezorging toevertrouwde zendingen althans het mogelijk maken daarvan;
2) het grovelijk overtreden van de werkinstructies en/of de verplichtingen onder uw arbeidsovereenkomst door onder meer valselijk labels en/of airwaybills op te stellen met de kennelijke bedoeling een of meer zendingen aan het reguliere zendproces te onttrekken en de ontvreemding daarvan mogelijk te maken.
3) het grovelijk schenden van uw verplichtingen onder de arbeidsovereenkomst en het schaden van de belangen van uw werkgever door hardnekkig te weigeren redelijke vragen te beantwoorden anders dan met een enkele ontkenning omtrent een vermiste zending en/of op redelijke wijze mee te werken aan een securityonderzoek.
Bovenstaande gronden vormen zowel ieder afzonderlijk als in onderlinge samenhang een dringende reden voor ontslag.’
2.7.
De feitelijke aanleiding voor het ontslag op staande voet is in deze brief vervolgens als volgt omschreven:
‘Na ontvangst van een melding op 5 augustus jl. dat een deel van een zending met daarin een groot aantal iPhones niet was afgeleverd, is een securityonderzoek gestart. In dat onderzoek is onder andere aan de hand van camerabeelden en onderzoek van de computersystemen vastgesteld dat u verantwoordelijk bent voor de hierboven genoemde zaken die zich hebben afgespeeld in de periode van 22 tot en met 28 juli 2022. De oorspronkelijke zending bedoeld voor een bedrijf te Duivendrecht bestond uit 6 pakketten. Uit camerabeelden blijkt dat u deze zending, nadat deze door de douane geïnspecteerd was, nogmaals opent en grondig bekijkt. U opent daarbij tegen de regels en zonder dat daar gezien uw taken en bevoegdheden een denkbare verklaring voor is, een van de doosjes om de inhoud (een verpakte IPhone) uitvoerig te bekijken. Uit de camerabeelden blijkt dat u vervolgens de documentatie bij de zending aan een onderzoek onderwerpt en daar een foto van maakt. In het vervolgproces de dagen erna zorgt u ervoor dat het bewuste pakket van de andere 5 pakketten wordt gescheiden, in zwart folie wordt verpakt, en apart wordt verwerkt voor verzending naar een adres in [plaats 2]. U voorziet, zoals ook vastgelegd is op camera, het pakket van een door u nieuw aangemaakt label met andere adresgegevens. U zorgt ervoor dat het pakket vervolgens verwerkt, geladen en verzonden wordt.
Op dinsdag 9 augustus jl. bent u gehoord door securitymedewerkers. U bent geconfronteerd met de bevindingen en om een verklaring gevraagd. U zei het zich niet meer te kunnen herinneren omdat het al twee weken geleden was. Dat was opmerkelijk omdat u over deze specifieke zending nog schriftelijk contact hebt gehad met de accountmanager op 5 augustus jl. Die had zich vanwege zijn zorgen om de vermissing speciaal tot u gewend om aandacht te vragen voor de kostbare zending die was verdwenen. U liet hem nog weten navraag te zullen doen en er in de loods naar te zullen zoeken. Drie dagen later zei u de zending niet te kennen. U heeft verder ook geen plausibele verklaring kunnen of willen geven voor de diverse geconstateerde onregelmatigheden en liet alleen weten dat er niets gebeurd was. U zei nog wel dat u wist hoe het verhaal echt in elkaar zat, maar dat de autoriteiten dit onderzoek maar moesten uitvoeren en dat er verder niks te vertellen valt.’
2.8.
DHL heeft op 9 augustus 2022 bij de Koninklijke Marechaussee aangifte gedaan van diefstal af/uit bedrijf.
2.9.
Bij brief van zijn gemachtigde van 18 augustus 2022 heeft [verzoeker] tegen het gegeven ontslag op staande voet geprotesteerd en zich beschikbaar gehouden voor het verrichten van zijn werkzaamheden. DHL heeft het ontslag gehandhaafd.

3.Het verzoek

3.1.
[verzoeker] verzoekt de kantonrechter (in de hoofdzaak):
primair:
I. het ontslag op staande voet te vernietigen;
II. DHL te veroordelen om binnen twee dagen na het wijzen van de beschikking:
a. aan [verzoeker] het salaris te betalen vanaf 9 augustus 2022 tot de dag waarop de dienstbetrekking rechtsgeldig zal zijn geëindigd;
b. aan [verzoeker] salarisspecificaties te verstrekken vanaf 9 augustus 2022, op straffe van een dwangsom;
c. aan [verzoeker] te betalen de wettelijke verhoging van 50%;
d. aan [verzoeker] te betalen de buitengerechtelijke incassokosten;
e. aan [verzoeker] te betalen de wettelijke rente over de onder a, b, c en d genoemde posten;
f. [verzoeker] toe te laten tot de werkvloer om de gebruikelijke werkzaamheden te verrichten, op straffe van een dwangsom;
subsidiair:
A. DHL te veroordelen om binnen twee dagen na het wijzen van de beschikking aan [verzoeker] te betalen:
i. een billijke vergoeding conform artikel 7:681 BW van € 35.000,- bruto;
ii. een bedrag gelijk aan het loon over de periode dat de arbeidsovereenkomst bij regelmatige opzegging had behoren voort te duren;
iii. de transitievergoeding van € 4.703,72 bruto;
iv. de buitengerechtelijke incassokosten;
v. de wettelijke rente over de onder i. tot en met iv. genoemde bedragen vanaf de data van opeisbaarheid;
B. DHL te veroordelen om aan [verzoeker] netto/bruto specificaties te verstrekken waarin de bedragen en betalingen van ‘sub a en b’ zijn verwerkt, op straffe van een dwangsom;
primair en subsidiair:
- te bepalen dat DHL geen rechten kan ontlenen aan een eventueel non-concurrentiebeding;
- DHL te veroordelen in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2.
Verder verzoekt [verzoeker] de kantonrechter om een (nagenoeg gelijkluidende) voorlopige voorziening te treffen voor de duur van de procedure ex artikel 223 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
3.3.
[verzoeker] legt aan zijn verzoek ten grondslag, dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is gegeven, omdat hieraan geen dringende reden ten grondslag ligt. Hij stelt hiertoe – kort weergegeven – het volgende.
3.4.
[verzoeker] is verantwoordelijk voor het controleren van zendingen die bestemd zijn voor de douane. In dat verband opent hij aangekomen zendingen ten behoeve van controle van de inhoud. Na goedkeuring door de douane zorgt hij ervoor dat de zendingen in het verzendcircuit worden gezet. Daarbij hoort ook zo nodig het dichtsealen/plakken van beschadigde zendingen en - indien nodig - het voorzien van een nieuw label. Herverpakking met folie vindt plaats als een doos beschadigd is. [verzoeker] en zijn collega’s maken wel eens foto’s van bepaalde te verzenden producten als ze daar persoonlijke belangstelling voor hebben; dat is niet verboden.
3.5.
In dit geval bleek een doos van een bepaalde zending, die [verzoeker] zoals gebruikelijk geopend in het kader van de afhandeling door de douane voor zich kreeg, te zijn verdwenen. [verzoeker] heeft geen onregelmatigheden begaan. Hij betwist dat hij deze doos apart heeft behandeld of gescheiden heeft gehouden van de rest van de zending. Ook betwist hij dat hij opzettelijk een deel van de zending in zwarte folie heeft verpakt en apart heeft verwerkt of dat hij ervoor heeft gezorgd dat de zending een andere bestemming kreeg dan de bedoeling was. Hij heeft het nummer van de doos en het label genoteerd omdat deze beschadigd was. [verzoeker] is niet bevoegd een adreswijziging in een label door te voeren, tenzij dat per e-mail wordt verzocht. [verzoeker] heeft het beschadigde label gescand om te controleren of het nog werkte en heeft vervolgens een nieuw label aangemaakt en op de doos geplakt. Het enkele feit dat hij zich met het label heeft bemoeid brengt niet mee dat hij degene is geweest die de doos naar een ander adres heeft gestuurd. [verzoeker] heeft aan de betreffende zending niet meer aandacht besteed dan aan andere zendingen.
3.6.
[verzoeker] kon zich de betreffende doos desgevraagd niet herinneren doordat hij talloze zendingen verwerkt. Weliswaar was hem bekend dat in de genoemde periode een doos met hoge waarde was verdwenen, waarnaar hij nog heeft helpen zoeken, maar hij wist niet dat het om deze doos ging. Bij de zoekopdracht was hem namelijk niet duidelijk gemaakt dat er i-Phones in de doos zaten.
3.7.
[verzoeker] betwist dat hij niet heeft meegewerkt aan het onderzoek. Hij heeft alle vragen van de securitymedewerkers naar vermogen beantwoord en heeft aangegeven dat hij er niets mee te maken heeft en dat hij de uitkomst van het onderzoek met vertrouwen afwacht. Ook heeft hij er nog op gewezen dat er wellicht iets anders achter het ontslag zat, omdat hij al vier jaar bezig is met een discussie over zijn loon. [verzoeker] heeft in het gesprek niet gezegd dat hij de juiste oorzaak zou kennen en dat de autoriteiten dat maar moesten uitzoeken. Hij heeft wel aangegeven dat de autoriteiten de ernstige beschuldigingen verder moesten onderzoeken.
3.8.
Een mogelijk non-concurrentiebeding moet, gelet op het bepaalde in artikel 7:653 lid 4 van het Burgerlijk Wetboek (BW), vervallen worden verklaard, omdat DHL door de opzegging in strijd met artikel 7:671 BW ernstig verwijtbaar heeft gehandeld.

4.Het verweer en het tegenverzoek

4.1.
DHL verweert zich tegen het verzoek. Daartoe voert zij – samengevat – het volgende aan.
4.2.
Het gegeven ontslag op staande voet is rechtsgeldig. Aan het vereiste van onverwijldheid is voldaan en er is sprake van een dringende reden zoals vermeld in de ontslagbrief. Uit de camerabeelden in combinatie met de gegevens uit het Sherloc systeem blijkt dat [verzoeker] het betreffende pakket met mobiele telefoons uit het verzendproces heeft gehaald, dit pakket heeft omgepakt en dit uiteindelijk heeft laten verzenden naar het adres [adres] in [plaats 2]. Bovendien is na het gegeven ontslag op staande voet gebleken dat [verzoeker] op 2 augustus 2022 twee van de verdwenen iPhones naar Marokko heeft verzonden (die echter zijn teruggestuurd wegens onbetaalde invoerrechten). Hiermee is aangetoond dat [verzoeker] schuldig is aan het zonder recht of toestemming wegnemen en toe-eigenen van de betreffende zending, althans het mogelijk maken daarvan. Los daarvan is duidelijk geworden dat [verzoeker] meerdere malen, zonder opdracht daartoe te hebben gekregen, een nieuw AWB-nummer heeft aangemaakt voor het betreffende pakket en het pakket een nieuwe bestemming heeft gegeven. Tot slot heeft [verzoeker] zich tijdens het gesprek met DHL waarin hij met een en ander is geconfronteerd zeer laconiek opgesteld en werkte hij op geen enkele wijze mee aan het onderzoek. Ook het verzoek betreffende het non-concurrentiebeding moet worden afgewezen omdat er geen sprake is van een concurrentiebeding.
4.3.
Bij wijze van
tegenverzoekverzoekt DHL om [verzoeker] te veroordelen om binnen vijf dagen na betekening van de te wijzen beschikking een vergoeding van € 4.801,42 aan haar te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente. Zij stelt hiertoe dat [verzoeker] haar door opzet of schuld een dringende reden voor het ontslag op staande voet heeft gegeven (artikel 7:677 leden 2 en 3 BW).
4.4.
Voor het geval de kantonrechter het gegeven ontslag op staande voet vernietigt, verzoekt DHL de arbeidsovereenkomst tussen partijen te ontbinden op grond van (ernstig) verwijtbaar handelen of nalaten van [verzoeker] (artikel 7:669 lid 3 sub e BW), een verstoorde arbeidsverhouding (artikel 7:669 lid 3 sub g BW) of een combinatie van deze omstandigheden (artikel 7:669 lid i BW).

5.De beoordeling

het verzoek
5.1.
In deze beschikking zal direct een beslissing worden gegeven over het verzoek van [verzoeker] in de hoofdzaak, zodat er geen reden is om een voorlopige voorziening te treffen.
5.2.
Het gaat in deze zaak om de vraag of het aan [verzoeker] gegeven ontslag op staande voet rechtsgeldig is.
5.3.
Een ontslag op staande voet is alleen geldig als daarvoor een dringende reden is (artikel 7:677 lid 1 BW). De kantonrechter moet bij de beoordeling van de dringende reden alle omstandigheden van het geval in aanmerking nemen. Belangrijk is de aard en ernst van de dringende reden. Ook kunnen meespelen de duur van de dienstbetrekking en de persoonlijke omstandigheden van de werknemer. Verder kan meewegen wat de gevolgen van een ontslag op staande voet voor de werknemer zijn. Maar ook als zo’n ontslag grote gevolgen heeft voor de werknemer, kan dat ontslag toch gerechtvaardigd zijn. Verder moet er onverwijld worden opgezegd en moet de dringende reden onverwijld worden meegedeeld aan de werknemer. Onverwijld betekent dat dit direct of zo snel mogelijk moet gebeuren.
5.4.
Naar het oordeel van de kantonrechter is het aan [verzoeker] gegeven ontslag op staande voet rechtsgeldig. Daarover wordt het volgende overwogen.
Dringende reden
5.5.
DHL heeft – kort samengevat – als redenen aan het ontslag ten grondslag gelegd (ieder voor zich en ook in onderlinge samenhang bezien) dat [verzoeker] zonder recht of toestemming een aan DHL ter bezorging toevertrouwd pakket met iPhones heeft weggenomen of dit mogelijk heeft gemaakt, valselijk labels en/of airwaybills heeft opgesteld met de kennelijke bedoeling ontvreemding van dat pakket mogelijk te maken en niet heeft meegewerkt aan het security-onderzoek.
5.6.
Ter onderbouwing van haar verzoek heeft DHL ’stills’ (foto’s) van camerabeelden en gegevens uit het Sherloc systeem overgelegd. Ter zitting heeft DHL de camerabeelden getoond en de overgelegde gegevens toegelicht. Uit die camerabeelden in combinatie met de Sherloc-gegevens (en de daarop vermelde tijdstippen) is het volgende gebleken.
5.7.
De betreffende zending met 6 pakketten met AWB-nummer [nummer 1] is (blijkens de camerabeelden en de als productie 7 overgelegde shipment information afkomstig uit het Sherloc systeem) op 20 juli 2022 gescand bij aankomst op de locatie AMSHUB. Op de beelden is vervolgens te zien dat de zes pakketten (zwart, kruisgewijs omwikkeld met tape) per busje worden vervoerd naar de locatie Ganderweg. Na controle door de douane daar, ziet [verzoeker] het geopende pakket in, haalt er een doosje uit en bestudeert de inhoud daarvan. [verzoeker] heeft onvoldoende weersproken dat dit niet is toegestaan en ook niet nodig is voor zijn werkzaamheden. Hij heeft weliswaar (pas ter zitting) gesteld dat hij het pakket open moest laten in opdracht van de douane, maar naar hij zelf ter zitting heeft verklaard heeft hij van de douane geen opdracht gekregen het doosje te openen.
5.8.
Verder is op de beelden te zien dat [verzoeker] (op 22 juli 2022) een foto maakt van - naar hij zelf ter zitting heeft verklaard - de invoice (factuur) die op de zending zit. Ook wat dit betreft heeft [verzoeker] onvoldoende weersproken dat dit niet toegestaan en niet nodig is voor zijn werkzaamheden. [verzoeker] heeft ter zitting verklaard dat hij de foto heeft gemaakt uit interesse naar de inkoopprijs.
5.9.
Vervolgens is op beelden van 24 juli 2022 te zien dat de zes pakketten van de zending door [verzoeker] in een container met nr. G3544 worden geladen. Die container wordt naar buiten verplaatst (om naar de locatie [straatnaam] te worden gebracht). Twee uur later haalt [verzoeker] de container weer naar binnen. Hij plaatst er drie zendingen bij. Vervolgens loopt hij de container in met repacktape en daarna met zwart folie. Vervolgens print hij een label uit waarmee hij de container inloopt. Naar DHL aan de hand van de camerabeelden in combinatie met de als productie 8 overgelegde shipment information en als productie 10 overgelegde nadere gegevens uit het Sherloc systeem afdoende heeft aangetoond, heeft [verzoeker] voor dat label een nieuw AWB-nummer ([nummer 2]) en een andere bestemming ([betrokkene 1]) aangemaakt.
5.10.
Daarna komt [verzoeker] de container uit met een pakket (zwart, parallel omwikkeld met tape, met label). Dit pakket houdt hij buiten de container. Dit komt de kantonrechter niet logisch voor, aangezien de pakketten in de container al klaar waren voor verdere verwerking. [verzoeker] heeft weliswaar ter zitting aangevoerd dat de douane soms per e-mail verzoekt een zending alsnog apart te houden, maar heeft onvoldoende onderbouwd dat dit met betrekking tot dit pakket ook het geval was. Ook heeft [verzoeker] nog aangevoerd dat het pakket waarmee hij uit de container loopt niet het pakket met de iPhones kan zijn omdat de vorm van het pakket afwijkt, de groene batterij-sticker ontbreekt en de tape niet kruisgewijs maar parallel op het pakket geplakt zit. De kantonrechter heeft op de beelden echter niet kunnen waarnemen dat het pakket een andere vorm heeft, terwijl het aannemelijk is dat [verzoeker] het pakket in de container heeft herverpakt. Hij was immers de container ingegaan met zwart folie en tape. [verzoeker] heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat hij in de container niet makkelijk bij het betreffende pakket zou kunnen komen. Bovendien is op navolgende camerabeelden te zien dat zich van de oorspronkelijke zending van zes pakketten nog maar vijf pakketten in de container bevinden bij aankomst op de [straatnaam].
5.11.
Op camerabeelden van 27 juli 2022 is te zien dat [verzoeker] een label uitprint en dit vervolgens plakt over het label op het apart gehouden pakket. Naar DHL aan de hand van de camerabeelden in combinatie met de als productie 9 overgelegde shipment information en overige Sherlocgegevens (productie 10) afdoende heeft aangetoond, heeft [verzoeker] daarbij wederom een nieuw AWB-nummer ([nummer 3]) en een andere bestemming ([betrokkene 2] aan de [adres] in [plaats 2]) aangemaakt. Gesteld noch gebleken is dat hij daartoe, zoals vereist, een verzoek (van customer service van DHL en/of de klant) had ontvangen, terwijl [verzoeker] in het verzoekschrift heeft erkend dat hij niet bevoegd is om zonder zo’n verzoek een adreswijziging in een label door te voeren. Ook wat betreft de eerdere adreswijziging naar [betrokkene 1] is van een dergelijk verzoek overigens niet gebleken.
5.12.
Vervolgens is op camerabeelden van 28 juli 2022 te zien dat [verzoeker] het bovengenoemde pakket aflevert op de [straatnaam]. Het pakket komt daar op de Hospital area terecht voor afhandeling. Een half uur na aflevering van het pakket komt [verzoeker] de loods binnen. Volgens DHL is dit merkwaardig omdat hij daar uit hoofde van zijn taak niets te zoeken heeft. Zerrouy heeft hier tegenin gebracht dat hij op zoek was naar zendingen voor de douane. Wat hier ook van zij, de beelden tonen dat [verzoeker] in de Hospital area recht op het pakket afloopt en dit meeneemt, waarna hij het pakket met hulp van een collega verwerkt op het werkstation. Vandaar is het pakket in een container geladen en verzonden naar de op het label aangegeven bestemming ([adres] in [plaats 2]).
5.13.
DHL heeft ook camerabeelden en shipment information overgelegd waaruit blijkt dat [verzoeker] op 2 augustus 2022 een pakket met twee iPhones naar Marokko heeft verzonden (onder verzendnummer [nummer 4]). Dit wordt door [verzoeker] ook erkend.
Vaststaat dat deze zending niet is aangekomen op het opgegeven adres, maar is vastgehouden in Casablanca wegens onbetaalde invoerrechten. DHL heeft (uit Marokko ontvangen) foto’s van de betreffende twee telefoons overgelegd, waarop te zien is dat deze telefoons de IMEI-nummers [nummer 5] en [nummer 6] hebben. Deze nummers komen ook voor op de door DHL overgelegde (door Greenstock BV verstrekte) lijst van IMEI-nummers van de (50) telefoons uit het vermiste pakket. De kantonrechter houdt het er dan ook voor dat de naar Marokko verzonden telefoons afkomstig zijn uit het vermiste (naar de [adres] in [plaats 2] verzonden) pakket. Weliswaar heeft [verzoeker] ter zitting verklaard dat hij de betreffende twee telefoons op het Javaplein in [plaats 2] heeft gekocht van een hem onbekende persoon voor een bedrag van in totaal € 800,-, maar de kantonrechter acht die verklaring gelet op het voorgaande niet aannemelijk.
5.14.
Gelet op wat hiervoor onder 5.7. tot en met 5.13. is overwogen, is de kantonrechter van oordeel dat voldoende is komen vast te staan dat [verzoeker] zonder recht of toestemming een aan DHL ter verzending toevertrouwd pakket met iPhones heeft weggenomen en valselijk labels en/of airwaybills heeft opgesteld met de kennelijke bedoeling de ontvreemding van dat pakket mogelijk te maken. Dit vormt (ieder voor zich en ook samen) een dringende reden voor ontslag op staande voet. De vraag of [verzoeker] al dan niet heeft meegewerkt aan het securityonderzoek hoeft daarom niet te worden beantwoord.
5.15.
De persoonlijke omstandigheden van [verzoeker], de duur van het dienstverband en de gevolgen die het ontslag voor hem heeft doen aan de dringendheid van de ontslagreden onvoldoende af. Overigens is ter zitting gebleken dat [verzoeker] inmiddels al een (tijdelijke) uitzendbaan heeft gevonden.
Onverwijld
5.16.
De kantonrechter is van oordeel dat de opzegging en de mededeling van de dringende reden ook onverwijld hebben plaatsgevonden. Immers, [verzoeker] heeft in deze procedure niet betwist dat de afdeling security na de melding op 5 augustus 2022 meteen een onderzoek is gestart, waarna [verzoeker] op 9 augustus 2022 is gehoord en diezelfde dag is ontslagen onder mededeling van de dringende reden.
Conclusie
5.17.
Omdat hiervoor is geoordeeld dat het ontslag op staande voet rechtsgeldig is gegeven, zullen de verzoeken van [verzoeker] worden afgewezen. Overigens is niet gebleken dat tussen partijen een non-concurrentiebeding is overeengekomen. Ook het verzoek om toekenning van een transitievergoeding is niet toewijsbaar, omdat de kantonrechter van oordeel is dat het eindigen van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van handelen of nalaten van [verzoeker] dat als ernstig verwijtbaar moet worden aangemerkt (zie artikel 7:673 lid 7 onderdeel c BW).
5.18.
Wegens dit ernstig verwijtbaar handelen of nalaten komen de proceskosten voor rekening van [verzoeker]. Daarbij zal het salaris van de gemachtigde van DHL worden vastgesteld op € 747,00.
het tegenverzoek
5.19.
De door DHL verzochte schadevergoeding van € 4.801,42 is op grond van artikel 7:677 leden 2 en 3 BW toewijsbaar. [verzoeker] heeft immers door opzet of schuld aan DHL een dringende reden heeft gegeven om de arbeidsovereenkomst op 9 augustus 2022 onverwijld op te zeggen. De omvang van de verzochte vergoeding (gelijk aan het loon inclusief vakantiegeld over de periode van 9 augustus 2022 tot 1 oktober 2022) komt de kantonrechter juist voor, omdat de opzegtermijn voor [verzoeker] (onweersproken) één maand bedraagt en de arbeidsovereenkomst tegen het eind van de maand moet worden opgezegd.
5.20.
De wettelijke rente over die vergoeding zal (zoals verzocht) worden toegewezen vanaf de datum van indiening van het tegenverzoek, zijnde 21 september 2022.
5.21.
De verzochte betalingstermijn van vijf dagen na betekening van de beschikking is ook toewijsbaar, omdat [verzoeker] daartegen geen verweer heeft gevoerd.
5.22.
Het voorwaardelijke tegenverzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst komt niet aan de orde, omdat de door [verzoeker] verzochte vernietiging van het ontslag op staande voet wordt afgewezen.
5.23.
Ook met betrekking tot het tegenverzoek dient [verzoeker] in de proceskosten te worden veroordeeld, omdat hij ernstig verwijtbaar heeft gehandeld of nagelaten. Die proceskosten zullen aan de kant van DHL op nihil worden gesteld, omdat aan het tegenverzoek hetzelfde feitencomplex ten grondslag ligt als aan het verzoek van [verzoeker].

6.De beslissing

De kantonrechter:
het verzoek
6.1.
wijst het verzoek af;
6.2.
veroordeelt [verzoeker] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van DHL tot en met vandaag vaststelt op € 747,00 voor salaris van de gemachtigde van DHL;
6.3.
verklaart die veroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
het tegenverzoek
6.4.
veroordeelt [verzoeker] om binnen vijf dagen na de dag van betekening van deze beschikking aan DHL te betalen € 4.801,42, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 21 september 2022 tot aan de dag van de gehele betaling;
6.5.
veroordeelt [verzoeker] in de proceskosten, die aan de kant van DHL worden vastgesteld op nihil;
6.6.
verklaart de onder 6.4. vermelde veroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
6.7.
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gewezen door mr. W. Aardenburg, kantonrechter en op 13 oktober 2022 in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter