ECLI:NL:RBNHO:2022:9144

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
3 oktober 2022
Publicatiedatum
17 oktober 2022
Zaaknummer
10056165
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing van concurrentiebeding in kort geding tussen werknemer en werkgever

In deze zaak heeft de werknemer, die zijn arbeidsovereenkomst met Destil B.V. heeft opgezegd, een kort geding aangespannen om schorsing van het concurrentiebeding te vorderen. De werknemer wil bij een concurrent, Motorenco B.V., gaan werken, maar het concurrentiebeding verbiedt dit. De kantonrechter heeft de vordering van de werknemer afgewezen, omdat de belangen van de ex-werkgever bij handhaving van het concurrentiebeding zwaarder wegen dan de belangen van de werknemer. De kantonrechter oordeelt dat de werknemer door zijn functie als Hoofd Aandrijftechniek toegang heeft tot bedrijfsgevoelige informatie en dat het concurrentiebeding noodzakelijk is om de belangen van Destil te beschermen. De werknemer heeft onvoldoende onderbouwd dat hij niet over deze informatie beschikt en dat zijn belangen zwaarder wegen dan die van de werkgever. De kantonrechter concludeert dat de werknemer voldoende mogelijkheden heeft om elders werk te vinden buiten de straal van 25 kilometer van de vestiging van Destil. De proceskosten worden toegewezen aan de werkgever, omdat de werknemer ongelijk heeft gekregen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknr./rolnr.: 10056165 \ VV EXPL 22-60
Uitspraakdatum: 3 oktober 2022
Vonnis van de kantonrechter in kort geding in de zaak van:
[eiser]
wonende te [woonplaats]
eiser
verder te noemen: [eiser]
gemachtigde: mr. R.B.M. van Poorten
tegen
de besloten vennootschap
Destil B.V.
gevestigd te Zaandam
gedaagde
verder te noemen: Destil
gemachtigde: mr. D.J.M.C. Sieler
De zaak in het kort
De werknemer in deze zaak heeft de arbeidsovereenkomst met zijn werkgever opgezegd. De werknemer wil bij een concurrent van de ex-werkgever gaan werken. Het tussen partijen overeengekomen concurrentiebeding verbiedt dat. De werknemer vordert daarom in kort geding schorsing van dat concurrentiebeding. De kantonrechter wijst de vordering van de werknemer af. Naar het oordeel van de kantonrechter wegen de belangen van de ex-werkgever bij handhaving van het concurrentiebeding zwaarder dan de belangen van de werknemer.

1.Het procesverloop

1.1.
[eiser] heeft Destil op 26 augustus 2022 gedagvaard.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 19 september 2022. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten, mede aan de hand van pleitaantekeningen, naar voren hebben gebracht. Voorafgaand aan de zitting heeft Destil bij brief van 14 september 2022 nog stukken toegezonden.

2.De feiten

2.1.
Destil is een groothandel voor bouw en industrie en heeft meerdere vestigingen in Nederland. De vestigingen in Zaandam en Beverwijk houden zich bezig met de verkoop, levering en assemblage van hydraulische producten en toepassingen.
2.2.
[eiser] , geboren [geboortedatum] , is op 1 oktober 2018 in dienst getreden bij Destil als Hydrauliek Monteur. Per 1 oktober 2019 is de arbeidsovereenkomst voortgezet voor onbepaalde tijd. Met ingang van 1 februari 2020 is [eiser] de functie van Hoofd Aandrijftechniek gaan vervullen. De standplaats van [eiser] is Zaandam. Incidenteel werkte [eiser] ook in de vestiging van Destil in Beverwijk.
2.3.
In een zogenoemd ‘Functiedocument’ staat het volgende over de functie Hoofd Aandrijftechniek:
“Als Hoofd Aandrijftechniek ben je verantwoordelijk voor de alledaagse aansturing van het team. (…) Naast de dagelijkse aansturing van het team geef je de beste adviezen aan onze klanten uit de industrie tak en denkt in oplossingen. Je gaat mee met de accountmanagers om de klanten op locatie te bezoeken en te ondersteunen waar nodig en draag je zorg voor het onderhouden en uitbouwen van de toegewezen klantengroep met als doel om de omzet, klanttevredenheid en het resultaat te maximaliseren. (…)
Kerntaken
• Dagelijks aansturen van het team (Monteurs).
• Het volgen van training/opleiding zodat kennis van producten en toepassingen gewaarborgd blijft.
• Je adviseert klanten over de reparaties…..
• Vertegenwoordigen van DEXIS en haar assortiment zowel binnen als buiten de organisatie;
• Het in beeld brengen van ontwikkelingen, klantbehoeftes en groeikansen.
• Interne afstemming met andere afdelingen binnen DESTIL en DEXIS om de hoogst mogelijke servicegraad richting markt te borgen.
• uitvoering geven aan het Key-Accountplan en aan het realiseren van de daarin vastgelegde acties, kwaliteit, omzet, rendement en klanttevredenheid;
• zorg dragen voor periodieke doorstroming van informatie vanuit de markt naar DEXIS;
• het opstellen van een 12-maands Key-Accountplan, inclusief forecast voor de komende 6
maanden, concreet actieplan voor de komende 3 maanden. Dit binnen de kaders van de DEXIS-visie & DEXIS-verkoopstrategie en in overleg met de betreffende leidinggevende;
• coördineren van en opereren als centraal aanspreekpunt in (inter)nationale
aanbestedingstrajecten.”
2.4.
In de schriftelijke arbeidsovereenkomst van 23 januari 2020 is een concurrentie- en een relatiebeding opgenomen. Die bedingen luiden als volgt:
“12.1 Het is Werknemer verboden om zowel tijdens dienstverband als binnen 12 maanden na de beëindiging van de Overeenkomst binnen een straal van 25 kilometer met als middelpunt de vestiging Zaandam direct of indirect werkzaam te zijn voor zichzelf of voor anderen dan wel direct of indirect financieel of anderszins betrokken of behulpzaam te zijn bij activiteiten gelijk, gelijksoortig of aanverwant aan die van de onderneming van Werkgever en/of met deze gelieerde ondernemingen, hetzij tegen vergoeding hetzij om niet, of daarin aandeel van welke aard dan ook te hebben. (…)
15.1
Het is Werknemer (…) verboden om gedurende de periode van 12 maanden na het einde van de Overeenkomst binnen een straal van 25 kilometer met als middelpunt de vestiging Zaandam als Werknemer, aandeelhouder, adviseur, dan wel uit welke hoofde ook, voor eigen of voor andermans rekening direct of indirect werkzaam te zijn voor of betrokken te zijn bij relaties van Werkgever, zulks ongeacht van welke zijde initiatieven ter zake zijn uitgegaan, dan wel relaties te bewegen de band met Werkgever te verbreken. (…)”
2.5.
[eiser] heeft de arbeidsovereenkomst met Destil opgezegd per 1 augustus 2022. Bij brief van 25 juli 2022 heeft Destil [eiser] gewezen op het concurrentie- en relatiebeding en de daarbij behorende boetebedingen, en opgemerkt dat zij [eiser] daaraan zal houden. In een brief van 1 augustus 2022 heeft Destil het einde van het dienstverband bevestigd en heeft zij [eiser] nogmaals gewezen op het concurrentie- en relatiebeding.
2.6.
[eiser] wil met ingang van 1 september 2022, althans zoveel later als mogelijk, in dienst treden bij Motorenco B.V. (hierna: Motorenco) in Beverwijk.
2.7.
Volgens een uittreksel uit de registers van de Kamer van Koophandel bestaan de activiteiten van Motorenco uit:
“Algemene metaalbewerking Machinefabriek tevens constructiewerkplaats, handel in ijzer, staal en non-ferro tevens technische groothandel. Hydrauliek/pneumatiek”

3.De vordering en het verweer

3.1.
[eiser] vordert dat de kantonrechter bij wijze van voorlopige voorziening het concurrentie- en relatiebeding in de arbeidsovereenkomst schorst dan wel matigt of wijzigt, zodat het [eiser] zal zijn toegestaan om voor Motorenco werkzaam te zijn in de functie van Hydraulisch Monteur. [eiser] legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat hij door het concurrentie- en relatiebeding onredelijk in zijn belangen wordt geschaad en dat er daarom reden is die bedingen te schorsen. Daarbij heeft [eiser] erop gewezen dat hij bij Motorenco een aanzienlijke positieverbetering kan krijgen, met name door een hoger salaris en gunstiger arbeidsvoorwaarden. Volgens [eiser] weegt zijn belang om zijn carrière bij Motorenco voort te kunnen zetten zwaarder dan het belang van Destil bij instandhouding van het concurrentie- en relatiebeding. [eiser] meent dat Destil ook geen gerechtvaardigd belang heeft bij handhaving van de bedingen, omdat hij geen kennis heeft van (bedrijfs-)geheimen van Destil of van andere informatie die niet bij een concurrent terecht mag komen.
3.2.
Destil betwist de vordering. Destil voert aan – samengevat – dat zij een groot belang heeft om [eiser] te houden aan het concurrentie- en relatiebeding, omdat [eiser] beschikt over bedrijfsgevoelige informatie, die beschermd moet worden en die niet bij een concurrent als Motorenco terecht mag komen. Verder wijst Destil erop dat [eiser] zelf het initiatief heeft genomen om de arbeidsrelatie met Destil te beëindigen, terwijl hij ermee bekend was dat hij vanwege het concurrentie- en relatiebeding niet bij Motorenco in dienst mocht treden. Daarnaast vindt Destil van belang dat er voor [eiser] voldoende mogelijkheden zijn op de arbeidsmarkt, en dat Motorenco al eerder medewerkers van Destil heeft benaderd om over te stappen.

4.De beoordeling

4.1.
De vordering in kort geding kan alleen worden toegewezen als [eiser] daarbij een spoedeisend belang heeft. Dat is het geval, nu het hier onder andere gaat om een vordering tot schorsing van een concurrentie- en relatiebeding.
4.2.
Verder is voor toewijzing van de vordering in dit kort geding vereist dat de feiten en omstandigheden die aan de vordering ten grondslag zijn gelegd, voldoende aannemelijk zijn. Ook moet in voldoende mate waarschijnlijk zijn dat de vordering in een nog te voeren gewone procedure (bodemprocedure) zal worden toegewezen. Voor nader onderzoek naar bepaalde feiten en omstandigheden of voor bewijslevering door bijvoorbeeld getuigen is in dit kort geding geen plaats. Dat moet gebeuren in een eventuele gewone procedure. De beoordeling in dit kort geding is dus een voorlopig oordeel over het geschil.
4.3.
Naar het oordeel van de kantonrechter moet de vordering van [eiser] worden afgewezen. Dat oordeel wordt hierna toegelicht.
4.4.
Partijen zijn het erover eens dat [eiser] het concurrentiebeding overtreedt als hij bij Motorenco in dienst treedt. Niet ter discussie staat dat Motorenco een directe concurrent is van Destil, zoals bedoeld in het concurrentiebeding, en dat Motorenco gevestigd is binnen een straal van 25 kilometer vanaf de vestiging van Destil in Zaandam.
4.5.
De vordering van [eiser] om het concurrentie- en relatiebeding te matigen of te wijzigen, kan niet worden toegewezen in dit kort geding. Met die vordering wordt in feite verzocht om de rechtsverhouding tussen partijen definitief vast te stellen. Dat kan niet in een kort geding.
4.6.
[eiser] vordert ook gehele of gedeeltelijke schorsing van het concurrentie- en relatiebeding. De kantonrechter begrijpt dat [eiser] daarbij stelt dat verwacht mag worden dat in een gewone procedure zal worden beslist dat het concurrentie- en relatiebeding geheel of gedeeltelijk zal worden vernietigd.
4.7.
Op grond van de wet kan de kantonrechter een concurrentie- en relatiebeding geheel of gedeeltelijk vernietigen indien in verhouding tot het te beschermen belang van Destil, [eiser] door dat beding onbillijk wordt benadeeld. [1] In kort geding kan vooruitlopend daarop een vordering tot schorsing van een dergelijk beding worden toegewezen, als daarvoor voldoende grond bestaat, op basis van een voorlopig oordeel over die belangenafweging.
4.8.
Het belang van een werkgever bij een concurrentie- en relatiebeding is om de opgebouwde kennis, de bestaande relaties en de concurrentiepositie te beschermen, ook wel aangeduid met de term ‘bedrijfsdebiet’. Dat belang kan niet zijn gelegen in de wens van de werkgever om een werknemer nog een zekere tijd in dienst te houden, ook niet indien de werkgever tijd nodig heeft om in een krappe arbeidsmarkt vervangend personeel te vinden. [2] Evenmin kan van belang zijn de bedoeling om een werknemer te binden, mede gelet op de vrijheid van arbeidskeuze, of het tegengaan van concurrentie in het algemeen. [3]
4.9.
Dit betekent dat een werkgever met name belang heeft bij het concurrentiebeding als de betrokken werknemer door zijn functie en werkzaamheden op de hoogte is van belangrijke commerciële en technische informatie, of van werkprocessen dan wel strategieën van de werkgever, en de werknemer met die kennis zijn nieuwe werkgever een concurrentievoordeel geeft of kan geven dat die nieuwe werkgever anders niet zou hebben gehad.
4.10.
Naar het oordeel van de kantonrechter heeft Destil voldoende aannemelijk gemaakt dat zij een bijzonder belang heeft bij handhaving van het concurrentie- en het relatiebeding.
4.11.
Destil heeft uitgebreid gemotiveerd en met stukken onderbouwd dat [eiser] vanwege zijn functie als Hoofd Aandrijftechniek op de hoogte is van bedrijfsgevoelige informatie en bedrijfsgeheimen van Destil. Daarbij is door Destil voldoende toegelicht dat [eiser] bekend is met in- en verkoopprijzen, marges, strategieën en productontwikkeling, alsmede van de wijze van acquisitie van nieuwe klanten. Ook heeft Destil uiteengezet dat [eiser] dagelijks toegang had tot alle systemen van Destil, waarin essentiële en bedrijfsgevoelige informatie te vinden is ten aanzien van klantenlijsten, prijzen en kortingen, leverancierslijsten en concrete afspraken met leveranciers. Die toelichting van Destil vindt ook steun in het hiervoor genoemde ‘Functiedocument’, waaruit de taken en de inhoud van de functie van [eiser] blijken.
4.12.
Gelet hierop moet worden aangenomen dat [eiser] door zijn functie en werkzaamheden op de hoogte is van zodanig belangrijke commerciële en technische informatie, dat hij Motorenco daarmee een concurrentievoordeel geeft of kan geven dat Motorenco anders niet zou hebben gehad. Destil heeft daarom een duidelijk belang bij handhaving van het concurrentie- en relatiebeding.
4.13.
[eiser] heeft zijn stelling dat hij niet over bedrijfsgevoelige informatie beschikt, onvoldoende onderbouwd tegenover het gemotiveerde standpunt van Destil. [eiser] heeft op de zitting de inhoud en taken van zijn functie, zoals weergegeven in eerdergenoemd ‘Functiedocument’, niet betwist. Ook heeft hij niet betwist dat hij toegang had tot alle systemen en gegevens genoemd door Destil. In feite heeft [eiser] op de zitting ook erkend dat hij kennis heeft van strategieën en ‘pijnpunten’ van Destil. Dat hij er niet op uit is om deze informatie te gebruiken, zoals [eiser] op de zitting heeft verklaard, bevestigt juist dat hij wel over die informatie beschikt en benadrukt het belang van Destil om haar positie te beschermen. De stelling van [eiser] dat zijn kennis van prijzen niet relevant is vanwege voortdurende prijswijzigingen, doet niet af aan het belang van Destil. Destil heeft erop gewezen dat kortingen en condities, in tegenstelling tot de prijsstelling, niet veranderen, en dat [eiser] daarover specifieke kennis heeft. Dat is niet weersproken door [eiser] .
4.14.
De door [eiser] gestelde belangen wegen niet zwaar genoeg tegenover het hiervoor genoemde belang van Destil. Ook indien wordt uitgegaan van de door [eiser] gestelde salarisverhoging, is dit niet een zodanig grote of wezenlijke positieverbetering dat dit een voldoende belang oplevert. Overigens heeft [eiser] tegenover de betwisting daarvan door Destil onvoldoende gemotiveerd en onderbouwd dat hij bij Motorenco gunstigere arbeidsvoorwaarden en meer doorgroeimogelijkheden heeft. De wens van [eiser] om zijn carrièremogelijkheden buiten Destil te zoeken en bij een kleinere werkgever te gaan werken, is geen concreet en feitelijk belang dat voldoende gewicht in de schaal kan leggen bij de beoordeling.
4.15.
Verder weegt de kantonrechter mee dat [eiser] de arbeidsovereenkomst met Destil zelf heeft opgezegd en dat hij nog vrij recent op 23 januari 2020 een concurrentie- en relatiebeding is overeengekomen met Destil, waarover uitdrukkelijk is gesproken. [eiser] wist of kon dus weten dat Destil er nadrukkelijk voor had gekozen om hem aan die bedingen te houden en dat dit voor Destil van groot belang was. Ook om die reden is er geen aanleiding om het concurrentie- en relatiebeding nu te schorsen.
4.16.
Daarnaast is van belang dat het concurrentie- en relatiebeding [eiser] niet verhindert om buiten een straal van 25 kilometer vanaf de vestiging van Destil in Zaandam aan het werk te gaan. [eiser] , die in [plaats] woont, heeft op de zitting ook erkend dat er voldoende mogelijkheden zijn om elders aan het werk te gaan buiten die straal van 25 kilometer. De vorige werkgever van [eiser] is bijvoorbeeld gevestigd in Alkmaar en valt buiten die straal, maar er zijn ook mogelijkheden in de richting van Utrecht. Het gestelde eenzijdige arbeidsverleden en de beperkte opleiding van [eiser] hoeven dus ondanks het concurrentie- en relatiebeding niet aan het verkrijgen van een andere, nieuwe werkkring in de weg te staan. Ook dat brengt mee dat er onvoldoende grond is voor schorsing van het concurrentie- en relatiebeding.
4.17.
Wat betreft het relatiebeding overweegt de kantonrechter nog dat [eiser] niet wordt gevolgd in zijn stelling dat het relatiebeding in de arbeidsovereenkomst niet werkbaar is. Op de zitting heeft Destil verklaard dat het haar alleen gaat om de klanten van haar vestigingen in Zaandam en Beverwijk. [eiser] heeft in reactie daarop aangegeven dat hij weet om welke klanten het gaat. Het is voor beide partijen dus voldoende duidelijk op welke relaties het relatiebeding ziet. Bovendien is niet gebleken dat het relatiebeding als zodanig aan indiensttreding bij Motorenco in de weg staat, zodat ook niet valt in te zien waarom dit beding in dit kort geding zou moeten worden geschorst.
4.18.
De conclusie is dat de kantonrechter onvoldoende grond ziet om in dit kort geding aan te nemen dat de belangen van [eiser] onbillijk worden benadeeld door het concurrentie- en relatiebeding, tegenover het belang van Destil bij handhaving daarvan. De vordering van [eiser] om het concurrentie- en relatiebeding te schorsen, wordt dus afgewezen.
4.19.
De proceskosten komen voor rekening van [eiser] , omdat hij ongelijk krijgt. Destil heeft verzocht [eiser] te veroordelen in de volledige proceskosten. Veroordeling in de volledige proceskosten is alleen mogelijk in geval van misbruik van procesrecht of onrechtmatig handelen. [4] Destil heeft niet toegelicht waarom daarvan in dit geval sprake is, zodat er alleen al om die reden geen plaats is voor vergoeding van volledige proceskosten. Die proceskosten zullen daarom worden bepaald op basis van de gebruikelijke tarieven.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst de vordering af;
5.2.
veroordeelt [eiser] tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor Destil worden vastgesteld op een bedrag van € 498,00 aan salaris van de gemachtigde van Destil.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.J. Jansen en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter

Voetnoten

1.Artikel 7:653 lid 3, onderdeel b, van het Burgerlijk Wetboek.
2.Zie de uitspraak van de Hoge Raad van 17 juni 2022, te vinden op www.rechtspraak.nl onder nummer ECLI:NL:HR:2022:894 (
3.Artikel 19 lid 3 Grondwet.
4.Zie de uitspraak van de Hoge Raad van 15 september 2017, te vinden op www.rechtspraak.nl onder nummer ECLI:NL:HR:2017:2366 (