Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 20 juli 2022
- de akte uitlaten deskundige aan de zijde van ADS
- de akte uitlaten deskundige met producties aan de zijde van Zaan Primair.
2.De verdere beoordeling
in conventie en in reconventie
iederefout c.q. tekortkoming in het constructief ontwerp door SWINN had moeten worden hersteld, gelet op haar verantwoordelijkheid voor het constructief ontwerp, ook ná het sluiten van de aannemingsovereenkomst. ADS benadrukt dat de in alinea 4.27 en 4.28 van het tussenvonnis genoemde fouten c.q. tekortkomingen op dat moment bij haar bekend waren en dus slechts een momentopname betreffen. Deze fouten c.q. tekortkomingen leidden destijds al tot het vermoeden dat ook op andere onderdelen sprake was van fouten c.q. tekortkomingen die door SWINN zouden moeten worden hersteld, welk vermoeden in de visie van ADS ook terecht is gebleken.
“rekening houdend met hetgeen de rechtbankonder randnummer 4.12 tot en met 4.19 van dittussenvonnis heeft overwogen over de verantwoordelijkheid van SWINN en die van ADS”.
“die (…) in de weg staan aan de uitwerking tot een uitvoeringsgereed ontwerp voor een veilig gebouw dat zou voldoen aan de eisen die daarin in het Bouwbesluit worden gesteld?”.
“U dient zich daarbij te beperken tot de onderdelen van het constructief ontwerp van SWINN waarover door ADS is geklaagd en die door de rechtbank zijn opgesomd onder randnummers 4.27 en 4.28 van het tussenvonnis van 20 juli 2022.”
c.q. tekortkomingen’toe te voegen achter ‘
fouten’in de eerste door de rechtbank geformuleerde vraag. De rechtbank zal in de vraagstelling aan de deskundige aansluiten bij de formulering van de rechtsoverwegingen 4.12 t/m 4.19 van het tussenvonnis van 20 juli 2022. In de genoemde alinea’s wordt alleen over ‘fouten’ gesproken en de door de rechtbank geformuleerde vraag 1 sluit daar op aan.
3.De beslissing
- de deskundige dient
- de griffie zal de opgave van de deskundige vervolgens toezenden aan partijen
- partijen kunnen desgewenst
- indien niet of niet tijdig bezwaar wordt gemaakt, wordt de hoogte van het voorschot op de kosten van de deskundige reeds nu voor alsdan vastgesteld op het door de deskundige begrote bedrag
- indien wel tijdig bezwaar wordt gemaakt, zal het voorschot worden vastgesteld bij afzonderlijke rechterlijke beslissing,
binnen twee wekenna de datum van de nota met betaalinstructies van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak,
- de deskundige voor aanvang van het onderzoek dient kennis te nemen van de Leidraad deskundigen in civiele zaken (te raadplegen op www.rechtspraak.nl of desgevraagd te verkrijgen bij de griffie),
- de deskundige het onderzoek pas na het bericht van de griffier omtrent betaling van het voorschot dient aan te vangen,
- de deskundige het onderzoek onmiddellijk dient te staken en contact dient op te nemen met de griffier, indien tijdens de uitvoering van de werkzaamheden het voorschot niet toereikend blijkt te zijn,
- de deskundige partijen bij een onderzoek van een object ter plaatse gelegenheid dient te bieden dit onderzoek bij te wonen; indien slechts één partij, althans niet alle partijen, bij het onderzoek van objecten ter plaatse aanwezig is of zijn, de deskundige dit onderzoek niet mag uitvoeren, tenzij alle partijen zijn uitgenodigd om bij dat onderzoek aanwezig te zijn, en dat uit het rapport moet blijken dat hieraan is voldaan,
- indien partijen bij het onderzoek van objecten ter plaatse aanwezig zijn geweest, uit het rapport moet blijken welke opmerkingen zij hebben gemaakt en welke verzoeken zij hebben gedaan, en hoe de deskundige hierop heeft gereageerd,
vier maandenna het schriftelijk bericht van de griffier omtrent de betaling van het voorschot een schriftelijk en ondertekend bericht in drievoud ter griffie van de rechtbank in te leveren, onder bijvoeging van een gespecificeerde declaratie,
- uit het schriftelijk bericht moet blijken op welke stukken het oordeel van de deskundige is gebaseerd,
- de deskundige een concept van het rapport aan partijen moet toezenden, opdat partijen de gelegenheid krijgen binnen vier weken daarover bij de deskundige opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat de deskundige in het definitieve rapport de door partijen gemaakte opmerkingen en verzoeken en de reactie van de deskundige daarop moet vermelden,