ECLI:NL:RBNHO:2022:883

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
6 januari 2022
Publicatiedatum
4 februari 2022
Zaaknummer
C/15/323482 HA RK 21-243
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot wraking van de rechter in een civiele procedure met advocatenplicht

Op 6 januari 2022 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een wrakingsprocedure. Verzoeker, wonende te Amsterdam, had op 22 december 2021 een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. T.M. van Wassenaer-Westgeest, de rechter in de hoofdzaak met zaaknummer C/15/310828 / FA RK 20-6766. De rechtbank heeft verzoeker op 23 december 2021 geïnformeerd dat er in de hoofdzaak een advocatenplicht bestaat, wat betekent dat het wrakingsverzoek op straffe van niet-ontvankelijkheid door een advocaat moest worden ingediend. Verzoeker kreeg de gelegenheid om het wrakingsverzoek uiterlijk op 3 januari 2022 voor 12.00 uur door een advocaat te laten ondertekenen. Echter, binnen de gestelde termijn is er geen door een advocaat ondertekend exemplaar van het wrakingsverzoek ingediend. Hierdoor heeft de rechtbank verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn wrakingsverzoek. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Wrakingskamer
zaaknummer / rekestnummer: C/15/323482 / HA RK 21-243
Beslissing van 6 januari 2022
Op het verzoek tot wraking ingediend door:
[verzoeker] ,
wonende te Amsterdam,
verzoeker.
Het verzoek is gericht tegen:
mr. T.M. van Wassenaer-Westgeest,
hierna te noemen: de rechter.

1.Procesverloop

1.1 1.1
1.1 Verzoeker heeft op 22 december 2021 schriftelijk de wraking verzocht van de rechter in de zaak met zaaknummer C/15/310828 / FA RK 20-6766 (hierna te noemen: de hoofdzaak).
1.2
Bij brief van 23 december 2021 heeft de rechtbank verzoeker bericht dat er in de hoofdzaak een advocatenplicht bestaat, waardoor bijstand van een advocaat in de wrakingsprocedure verplicht is. Nu het wrakingsverzoek niet door een advocaat is ondertekend, heeft de rechtbank verzoeker in de gelegenheid gesteld dit verzoek uiterlijk
3 januari 2022 voor 12.00 uur alsnog door een advocaat te laten ondertekenen. Verzoeker is erop gewezen dat het verzoek niet in behandeling zal worden genomen wanneer binnen de gestelde termijn geen door een advocaat ondertekend exemplaar van het eerder ingediende wrakingsverzoek wordt ingediend.
1.3
De wrakingskamer heeft op grond van de hierna opgenomen overwegingen besloten geen datum te bepalen voor een mondelinge behandeling van het verzoek.

2.De beoordeling

2.1
In artikel 2, tweede lid, van het wrakingsprotocol van deze rechtbank is bepaald dat in zaken waarin de partij zich verplicht moet laten vertegenwoordigen, het wrakingsverzoek op straffe van niet-onvankelijkheid moet worden ingediend door een advocaat.
2.2
Bij de brief van 23 december 2021 is verzoeker er over geïnformeerd dat in de onderhavige hoofdzaak een advocatenplicht bestaat en is hij in verband hiermee in de gelegenheid gesteld het wrakingsverzoek uiterlijk op 3 januari 2022 voor 12.00 alsnog door een advocaat te laten tekenen. Binnen de gestelde termijn is geen door een advocaat ondertekend exemplaar van het eerder ingediende wrakingsverzoek ingediend.
2.3
Gelet hierop zal de rechtbank verzoeker dan ook niet-ontvankelijk verklaren in het wrakingsverzoek.

3.Beslissing

De rechtbank
3.1
verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in het verzoek;
3.2
beveelt de griffier onverwijld aan verzoeker, de rechter en de wederpartij in de hoofdzaak een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift van deze beslissing toe te zenden.
Deze beslissing is gegeven door mr. L.M. Kos, voorzitter, mr. J.H.A.C. Everaerts en
mr. E.J. Bellaart, leden van de wrakingskamer, in tegenwoordigheid van mr. T. Alexander, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 6 januari 2022.
griffier voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.