ECLI:NL:RBNHO:2022:8560
Rechtbank Noord-Holland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van een autoverzekeringsovereenkomst en onverschuldigde betaling van premie
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 21 september 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen de naamloze vennootschap Achmea Schadeverzekeringen N.V., h.o.d.n. FBTO (hierna: FBTO) en een gedaagde wonende te Haarlem. FBTO had een vordering ingesteld tegen de gedaagde wegens onverschuldigde betaling van een maandpremie van € 71,84, die de gedaagde te veel had betaald na de beëindiging van zijn autoverzekering. De gedaagde had de verzekeringsovereenkomst beëindigd na zijn auto total loss was verklaard en had de premie voor de periode van 15 juli 2021 tot 15 augustus 2021 automatisch laten incasseren. FBTO had het teveel betaalde bedrag terugbetaald, maar de gedaagde had dit bedrag ook gestorneerd, waardoor FBTO meende dat zij onverschuldigd had betaald. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde het bedrag van € 71,84 aan FBTO moest terugbetalen, vermeerderd met rente en kosten. De gedaagde betwistte de vordering en voerde aan dat hij recht had op een hogere schadevergoeding van FBTO, maar de kantonrechter verwierp dit verweer omdat de gedaagde zijn stelling niet had onderbouwd. FBTO kreeg ook de proceskosten toegewezen, die in totaal op € 331,74 werden vastgesteld.