Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
mr. E. Jochem,
mrs R.H.M. Bruin, J.M. Janse van Mantgem en F. Kleefmann,
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft verzoeker op 27 juni 2022 een wrakingsverzoek ingediend tegen de rechter die betrokken was bij zijn hoofdzaak, geregistreerd onder zaaknummer HAA 21/6268. Dit verzoek volgde op een uitspraak van de rechter op dezelfde dag, waardoor de behandeling van de zaak was voltooid. De wrakingskamer heeft het verzoek niet-ontvankelijk verklaard, omdat het verzoek pas na de uitspraak was ingediend, wat in strijd is met artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Verzoeker voerde aan dat de rechter partijdig was en dat hij niet alle correspondentie had ontvangen. Daarnaast diende verzoeker ook een wrakingsverzoek in tegen de wrakingskamer, dat eveneens niet-ontvankelijk werd verklaard wegens evident misbruik van recht. De wrakingskamer oordeelde dat de gronden van verzoeker ongefundeerd waren en dat er geen reden was om aan de onpartijdigheid van de rechter te twijfelen. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 9 augustus 2022, waarbij de wrakingskamer de verzoeken tot wraking afwees.