Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
Alles nieuw & in perfecte conditie. Ook nieuw meubilair.
3.De vordering
I. voor recht verklaart dat de tussen partijen overeengekomen aanvangshuurprijs redelijk is;
II. [gedaagde] veroordeelt tot betaling aan [eiser] binnen drie dagen na betekening van dit vonnis van de somma ad € 4.047,48, te vermeerderen met de contractuele rente ad € 1,5% vanaf de respectieve vervaldata van de betreffende huurtermijnen tot de dag der algehele voldoening;
III. [gedaagde] veroordeelt tot betaling aan [eiser] binnen drie dagen na betekening van dit vonnis van de buitengerechtelijke kosten van € 529,75 te vermeerderen met de contractuele rente van 1,5% vanaf 15 mei 2022 tot de dag der algehele voldoening;
V. [gedaagde] veroordeelt in de kosten van de procedure inclusief de na- en betekeningskosten te vermeerderen met de wettelijke rente.
4.Het verweer en de tegenvordering
Primair1. voor recht verklaart dat de woning aan [adres] exclusief garage per 29 november 2019 gewaardeerd dient te worden met 128 punten en de kale huurprijs per 29 november 2019 vaststelt op € 646,43 per maand;
2. voor recht verklaart dat [gedaagde] over de periode 29 november 2019 tot 1 januari 2020 maandelijks 60% van de kale huurprijs van € 646,43 verschuldigd was vanwege gebreken in de categorie C;
3. [eiser] veroordeelt om aan [gedaagde] te betalen een bedrag van € 17.263,55 althans een bedrag van € 13.884,90 vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 19 januari 2022 tot aan de dag van volledige betaling;
4. [eiser] veroordeelt om vanaf mei 2022 aan [gedaagde] te betalen een bedrag van € 619,07 per maand tot de maand volgende op die waarin het vonnis wordt gewezen, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf de eerste dag van die betreffende maand tot aan de dag van volledige betaling en minus eenmalig een bedrag van € 333,06 aan over november 2021 tot mei 2022 te weinig betaalde huur.
Subsidiair:5. voor recht verklaart dat de woning aan [adres] inclusief garage per 29 november 2019 binnen het woningwaarderingsstelsel gewaardeerd dient te worden met 141 punten en de maximale kale huurprijs per 29 november 2019 vaststelt op
€ 715,92 per maand;
6. voor recht verklaart dat [gedaagde] over de periode 29 november 2019 tot 1 januari 2020 maandelijks 60% van de kale huurprijs van € 715,92 verschuldigd was vanwege gebreken in de categorie C;
7. [eiser] veroordeelt om aan [gedaagde] te betalen een bedrag van € 18.773,01 althans een bedrag van € 15.031,11 vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 19 januari 2022 tot an de dag van volledige betaling;
8. [eiser] veroordeelt om vanaf mei 2022 aan [gedaagde] te betalen een bedrag van € 674,58 per maand tot de maand volgende op die waarin het vonnis wordt gewezen, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf de eerste dag van die betreffende maand tot aan de dag van volledige betaling;
Meer subsidiair:9. voor recht verklaart dat de woning aan [adres] exclusief garage per 29 november 2019 binnen het woningwaarderingsstelsel gewaardeerd dient te worden met een door de kantonrechter te bepalen aantal punten en de maximale kale huurprijs per 29 november 2019 vaststelt op het op dat moment bij dat puntental behorende bedrag per maand;
10. voor recht verklaart dat [gedaagde] over de periode 29 november 2019 tot 1 januari 2020 maandelijks 60% van de kale huurprijs verschuldigd was vanwege gebreken in de categorie C;
11. Besim veroordeelt om aan [gedaagde] te betalen een bedrag van € 30.735,18 althans
€ 33.692,76 minus de over de periode 29 november 2019 tot 1 maart 2022 verschuldigde kale huur, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 19 januari 2022 tot aan de dag van volledige betaling;
€ 646,43 per maand, dan wel 141 punten hetgeen correspondeert met € 715,92 per maand. [gedaagde] vordert dat [eiser] de door [gedaagde] teveel betaalde huur terugbetaalt en verzoekt de kantonrechter prejudiciële vragen te stellen aan de Hoge Raad.
5.De beoordeling
1) de oppervlakte van het gehuurde
2) de garage
3) de energieprestatie
4) de WOZ waarde
5) gebreken
1) Oppervlakte
2) Garage
de commissie is van oordeel dat de garage bij de woonruimte hoort, omdat deze binnen drie weken alsnog is gehuurd door de huurder nadat een korting was verleend. De kale huurprijs van de woonruimte bij aanvang van de huurovereenkomst was daarom € 1.350,00 per maand.Ook hier volgt de kantonrechter het oordeel van de huurcommissie temeer nu er tussen het sluiten van de huurovereenkomst van de woning en het tekenen van het addendum voor de garage slechts vijf dagen zitten. Daarnaast is in het addendum is opgenomen dat de huurperiode gelijk is aan de huurovereenkomst van de woning en dat de huur van de garage kan worden opgeteld bij de huur van de woning en als één bedrag kan worden overgemaakt. Daarbij komt nog dat de garage niet een losse garage bevat maar grenst aan de tuin van de woning, waarbij de garage (ook) bereikbaar is via een deur vanuit de tuin. Gelet op het voorgaande acht de kantonrechter de garage als onroerende aanhorigheid en dient de garage meegenomen te worden in de puntentelling.
ngeacht de verwarmingswijze: de wijze van verwarming moet bestaan uit losse elementen of een centrale installatie (individueel of collectief) waaraan gekoppeld elementen zoals: radiatoren, wand- en vloerverwarming en uitstroomopeningen voor hete lucht.Tussen partijen is niet in geschil dat er een radiator in de garage aanwezig was waarvan [gedaagde] ter zitting heeft toegegeven dat hij deze zelf heeft ontkoppeld. De aanwezigheid van de radiator, die kennelijk wel gekoppeld was, acht de kantonrechter voldoende om de ruimte als verwarmd (overig) vertrek aan te merken. Dat de radiator altijd op een berg troep heeft gelegen, zoals [gedaagde] heeft betoogd, heeft hij – na de betwisting door [eiser] hiervan – onvoldoende onderbouwd.
4) WOZ waarde
€ 117.000,00. [eiser] stelt dat deze WOZ-waarde onjuist is omdat de gemeente daarbij is uitgegaan van de woning met bouwjaar 1907 zonder de renovatie werkzaamheden mee te nemen. Dat de WOZ-waarde niet klopt, blijkt volgens [eiser] ook uit het taxatierapport die de woning op 3 juni 2020 heeft getaxeerd op € 245.000,00.
5) Gebreken
Prejudiciële vragen
Conclusie
6.De beslissing
€ 1.250,00 redelijk is;
dagvaarding € 121,39
griffierecht € 85,00
salaris gemachtigde € 498,00 ;
vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;