Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Stichting Wooncompagnie
[betrokkene], wonende te [woonplaats]
1.Het procesverloop
2.De verdere beoordeling
“altijd carnaval”is in de woning van [betrokkene] en dat er sprake is van wekelijkse geluidsoverlast vanuit die woning, door lawaai, slaan met deuren, hard trappen lopen en muziek, in de loop van de dag en tot twee uur ’s nachts. [getuige 2] heeft opgemerkt dat hij er
“knettergek”van wordt en daarom weg wil.
“voor zover ik weet”geen meldingen meer zijn gedaan van herrie ’s nachts, neemt niet weg dat uit de verklaringen van de andere getuigen blijkt dat die overlast ook na november 2020 is doorgegaan. Bovendien blijkt uit de door Wooncompagnie overgelegde stukken dat er weliswaar na een gesprek met de zoon van [betrokkene] in november 2020 enige tijd minder meldingen waren van geluidsoverlast, maar dat er in januari en februari 2021, december 2021, en januari, februari en maart 2022 opnieuw meldingen zijn gedaan over onder andere geluidsoverlast.