In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland, heeft Aegon Schadeverzekering N.V. op 4 april 2022 een vordering ingesteld tegen [gedaagde]. Aegon vordert een betaling van € 1.112,68, bestaande uit een hoofdsom van € 886,34, verschenen rente van € 65,47 en buitengerechtelijke kosten van € 160,87. De vordering is gebaseerd op de stelling dat [gedaagde] onrechtmatig heeft gehandeld door schade toe te brengen aan een verzekerde van Aegon, wat Aegon heeft vergoed. In het incident heeft [gedaagde] verzocht om Aegon in vrijwaring op te roepen, stellende dat hij slechts een paar terrastegels heeft beschadigd en dat de familie [verzekerde] op zijn kosten een nieuw terras wil aanleggen. Aegon refereert zich aan het oordeel van de kantonrechter.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat een veroordeling van [gedaagde] in de hoofdzaak kan leiden tot regres op de familie [verzekerde]. Daarom is het verzoek van [gedaagde] toegewezen. De proceskosten in het incident worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. De zaak is verwezen naar de rolzitting van 21 september 2022 voor beraad over de hoofdzaak, waarbij verdere beslissingen zijn aangehouden.