ECLI:NL:RBNHO:2022:7386

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
24 augustus 2022
Publicatiedatum
17 augustus 2022
Zaaknummer
9827476 \CV EXPL 22-2375
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in incident tot oproeping in vrijwaring in civiele zaak tussen Aegon Schadeverzekering N.V. en [gedaagde]

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland, heeft Aegon Schadeverzekering N.V. op 4 april 2022 een vordering ingesteld tegen [gedaagde]. Aegon vordert een betaling van € 1.112,68, bestaande uit een hoofdsom van € 886,34, verschenen rente van € 65,47 en buitengerechtelijke kosten van € 160,87. De vordering is gebaseerd op de stelling dat [gedaagde] onrechtmatig heeft gehandeld door schade toe te brengen aan een verzekerde van Aegon, wat Aegon heeft vergoed. In het incident heeft [gedaagde] verzocht om Aegon in vrijwaring op te roepen, stellende dat hij slechts een paar terrastegels heeft beschadigd en dat de familie [verzekerde] op zijn kosten een nieuw terras wil aanleggen. Aegon refereert zich aan het oordeel van de kantonrechter.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat een veroordeling van [gedaagde] in de hoofdzaak kan leiden tot regres op de familie [verzekerde]. Daarom is het verzoek van [gedaagde] toegewezen. De proceskosten in het incident worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. De zaak is verwezen naar de rolzitting van 21 september 2022 voor beraad over de hoofdzaak, waarbij verdere beslissingen zijn aangehouden.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 9827476 \CV EXPL 22-2375
Uitspraakdatum: 24 augustus 2022
Vonnis van de kantonrechter in het incident in de zaak van:
de naamloze vennootschap
Aegon Schadeverzekering N.V.
handelende onder de naam AEGON Schadeverzekering, Nederlandse Verzekeringsgroep, AEGON, Aegon Schadeverzekering en Aegon
gevestigd en kantoor houdende te ’s-Gravenhage
eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident
verder te noemen: Aegon
gemachtigde: GGN Mastering Credit B.V.
tegen
[gedaagde] ,
(mede) handelend onder de naam [handelsnaam]
wonende althans zaakdoende te [plaats]
gedaagde in de hoofdzaak, eiser in het incident
verder te noemen: [gedaagde]
gemachtigde: mr. K.R. Stephan.

1.Het procesverloop

1.1.
Aegon heeft bij dagvaarding van 4 april 2022 een vordering tegen [gedaagde] ingesteld. [gedaagde] heeft een incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring genomen, en geantwoord in de hoofdzaak. Aegon heeft daarop schriftelijk gereageerd.

2.De vordering in de hoofdzaak

2.1.
Aegon vordert dat de kantonrechter [gedaagde] veroordeelt tot betaling van € 1.112,68. Dit bedrag bestaat uit de hoofdsom van € 886,34, de reeds verschenen van € 65,47 en de buitengerechtelijke kosten inclusief btw ad € 160,87. Zij legt aan de vordering ten grondslag dat [gedaagde] onrechtmatig heeft gehandeld door bestrating van een verzekerde van haar,
[verzekerde] te beschadigen welke schade door haar aan [verzekerde] is vergoed. Zij stelt dat [gedaagde] aansprakelijk is voor deze schade en deze aan haar moet terugbetalen.

3.De vordering in het incident

3.1.
[gedaagde] vordert dat hem zal worden toegestaan [verzekerde] en [verzekerde 2] in vrijwaring op te roepen. Hij legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat hij slechts een paar terrastegels heeft beschadigd en zeker geen 25 m2 en dat de familie [verzekerde] kennelijk op zijn kosten een geheel nieuw terras wil aanleggen. Hij voert verder aan dat hij als hij wordt veroordeeld enig bedrag aan Aegon te betalen hij die schadevergoeding rechtstreeks wil verhalen op de familie [verzekerde] .

4.Het verweer in het incident

4.1.
Aegon refereert zich aan het oordeel van de kantonrechter.

5.De beoordeling in het incident

5.1.
Een veroordeling van [gedaagde] in de hoofdzaak kan tot gevolg hebben, dat [gedaagde] op grond van zijn rechtsverhouding met [verzekerde] en [verzekerde 2] geheel dan wel gedeeltelijk regres zal kunnen nemen op de familie [verzekerde] .
Daarom wordt het verzoek toegewezen.
5.2.
De proceskosten in het incident worden gecompenseerd in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt, omdat geen van partijen ongelijk krijgt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
in het incident:
6.1.
staat [gedaagde] toe [verzekerde] en [verzekerde 2] , [adres] , te dagvaarden tegen de rolzitting van 21 september 2022 te 10.00 uur om op de eis in de vrijwaring te antwoorden;
6.2.
compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
in de hoofdzaak:
6.2.
verwijst de zaak naar diezelfde rolzitting voor beraad;
6.3.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. W. Aardenburg, kantonrechter, en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter