Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- het door deze rechtbank op 28 juli 2021 tussen [eiser] en [gedaagde] bij verstek gewezen vonnis onder zaaknummer 316747 / HA ZA 21-300;
- de verzet dagvaarding (aan te merken als conclusie van antwoord) van 27 oktober 2021 met producties 1 t/m 10;
- het tussenvonnis van 30 maart 2022;
- de aanvullende producties 12 t/m 17 van de zijde van [eiser];
- de aanvullende producties 11 t/m 23 van de zijde van [gedaagde];
- de aanvullende producties 24 en 25 van de zijde van [gedaagde];
- de mondelinge behandeling van 1 juni 2022;
- de spreekaantekeningen van mr. Reijnen voornoemd.
2.De zaak in het kort
3.Feiten
Onverricht werk en kosten hiervan
- Vloer halletje egaliseren
- Gat onderkant gangkast herstellen
- Hekje stabiliseren
- Vloerplinten in alle ruimtes
- Afwerking muurplinten + linker slaapkamer stukje muurplint afkitten onderkant
- 3x wastafels vastzetten
- 3x wastafels kitten
- Lek wastafel rechter slaapkamer dichten
- Lichtknopjes slaapkamer eerste verdieping
- Stukje muur onder wastafel stuken, schilderen, plint
- Raam omdraaien + afwerken
- Verwarming linker slaapkamer werkt niet naar behoren
- Luikje linker slaapkamer leidingen omleggen
- Luikje linker slaapkamer afdekken
- Kast linker slaapkamer creëren
- Kast zolder binnenkant
- Kast zolder buitenkant
- Kast + hoekje zolder isoleren
- Vloer plaatsen kast zolder
- Koof om draden airco
- Bovenkant vide
- Afdekplaatje rechts vide + kitrand
- Schotten met rails zolder
- Vensterbank dakkapel zolder
- Dakkapel schilderen buitenkant
- Dakkapel kitten (raamdelen)
Kwaliteit van het geleverde werk
- Er is 3x een lekkage geweest.
- De nok in de zolder was in eerste instantie gestuukt met de oude platen.
- De verwarming van een van de slaapkamers werkt niet naar behoren.
- De leidingen zaten vol met bouwvuil waardoor de waterdruk zeer laag was (dit hebben we zelf moeten oplossen)
- De deurpost en de lijst van dakkapel van de kleine kamer zijn niet mooi afgewerkt
- De vloer op de overloop is (nog steeds) niet egaal.
- Het meest kwalijke is de isolatie van de zolder. Deze is te minimaal geïsoleerd en voldoet niet aan de eisen van een gedegen isolatie. Zie hiervoor de volgende links.
Beëindigen samenwerking
Jij geeft aan de termijn niet te hebben overschreden. (…) Partijen zijn het er over eens dat de klus nog niet is opgeleverd. Wij zijn van mening dat de overschrijding van het termijn wel verstreken is. (…)
Partijen zijn het er over eens dat de genoemde werkzaamheden (mail 12-01’20) vallen onder de eerste klus: Onduidelijkheid is er over het buitenschilderwerk van de dakkapel en het omdraaien van de ramen omdat deze mondeling zijn toegezegd.
Jij geeft aan dat de isolatie op de zolder gedegen is uitgevoerd. (…)
Jij geeft aan kosten te hebben gespreid over de eerste en tweede klus. Deze gespreide kosten zijn niet gecommuniceerd of extra gefactureerd. Over dit punt is nog geen overeenstemming. (…)
Overeengekomen is dat de tweede klus niet door jouw bedrijf zal worden uitgevoerd. De werkzaamheden van de architect zijn door jou stopgezet. De laatste aanpassingen (bouwtekening met correcte maten, (…)) liggen wel al bij de gemeente. Het contact met de gemeente wordt overgenomen door ons.
De eerste factuur van de tweede klus (€4700,-) voor de kosten van architect en bouwtekeningen is verstuurd en betaald. Jij maakt middels facturen aan derden zichtbaar dat deze factuur kostendekkend is geweest.
De aanbetaling van de tweede klus (9400,-) is deels gebruikt door jou om vooraf materialen in te kopen. Je probeert deze te retourneren aan de leverancier en verwacht hier geen problemen bij te ondervinden. Ook hier worden facturen van de aankoop overlegd. Het gehele bedrag van deze aanbetaling zal geretourneerd worden aan ons. Mochten er materialen zijn die niet terug kunnen naar de leverancier kan je ze afleveren op de [adres 2].
- De overgebleven werkzaamheden worden vergeleken met de offerte en mondelinge afspraken. Wat zijn hiervan de resterende kosten?
- De eerste betaling van de tweede klus (€4700,-) wordt verduidelijkt met facturen om te kunnen controleren of de kosten toereikend zijn geweest.
- Jij retourneert reeds aangeschafte materialen voor klus 2 aan de leverancier. Als dit niet lukt worden de facturen zichtbaar gemaakt. (…)”
We rekenen de dagboete vanaf 2 weken na de maximale opleverdatum, ivm het (extra) schilderwerk en de leidingen die zijn verlegd.
We achterhalen bij [betrokkene] en de gemeente of de kosten van de eerste betaling klus 2 (€4.700,-) voldoende zijn geweest. (…)
De aanbetaling van klus 2 (€9400,-) wordt door jou volledig terugbetaald. Tenzij je kan aantonen dat kosten zijn gemaakt aan materialen die niet terug kunnen naar de leverancier.
We laten een onafhankelijk partij de overgebleven werkzaamheden van klus 1 beoordelen en bepalen zo de kosten die daaraan verbonden zijn. Deze kosten verrekenen me met de 5% ‘1.150,-) die nog openstaat naar jou. (…) Bij het bezoek van deze partij zijn jij en ten minste een van ons aanwezig. Wij dachten aan het bedrijf (…), maar als jij een andere partij beter acht is dat ook goed. (…)”
[gedaagde] wordt verzocht om uiterlijk 16 april 2021 de werkzaamheden ten aanzien van de zolder/slaapkamers af te ronden, inclusief al het in de rapportages van de deskundige genoemde herstelwerk. Ook sommeert de advocaat [gedaagde] om € 14.100,- van de aanneemsom van opdracht 2 terug te betalen en € 1.802,90 aan deskundigenkosten. De advocaat vraagt [gedaagde] om binnen vijf dagen te laten weten of hij zijn verplichtingen zal nakomen.
4.Het geschil
Voor opdracht 1 geldt, zo stelt [eiser] primair, dat een fatale termijn is overeengekomen en dat [gedaagde] het werk niet heeft opgeleverd. [gedaagde] is daarmee van rechtswege in verzuim gekomen. Bovendien heeft [eiser] [gedaagde] op 26 maart 2021 in gebreke gesteld, waarna [gedaagde] zijn verplichtingen niet is nagekomen. De buitengerechtelijke ontbinding van 22 april 2021 heeft daarmee doel getroffen. [gedaagde] is daarom gehouden het gevorderde bedrag ten aanzien van opdracht 1 en 2 aan [eiser] (terug) te betalen.
5.De beoordeling
(de rechtbank neemt aan dat artikel 10.2 is bedoeld)van de algemene voorwaarden recht heeft op verlenging van de oplevertermijn. [eiser] heeft niet betwist dat sprake was van meerwerk. Daarbij komt dat ook niet gebleken is dat [eiser] bij de berekening van de volgens hem verschuldigde schadevergoeding vanwege overschrijding van de oplevertermijn uitgaat van een startdatum van 12 december 2020. In zijn emailbericht van 12 januari 2021 concludeert [eiser] nog tot een overschrijding van 19 (werk)dagen, maar in zijn emailbericht 27 januari 2021 aan [gedaagde] (zie r.o. 3.7.) sluit [eiser] - in verband met meerwerk - juist aan bij de (verlengde) oplevertermijn op 25 december 2020. Ook bij de vordering van de op genoemde grond verschuldigde schadevergoeding is [eiser] niet uitgegaan van een oplevertermijn op 11 december 2021. Het door [eiser] gevorderde bedrag van € 960,00,-, biedt daarvoor namelijk geen aanknopingspunten. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat [eiser] het recht op verlenging van de oplevertermijn tot 25 december 2020 heeft erkend.
[eiser] betwist dat sprake is van oplevering onder verwijzing naar de lijst van onverricht werk en de kwaliteit van het werk in de door hem op 12 januari 2021 aan [gedaagde] gestuurde e-mail (zie r.o. 3.6.). Van goedkeuring van het werk was geen sprake. Het compliment dat hij [gedaagde] op 22 december 2020 via Whatsapp gaf: “
de kindjes zijn super blij met hun kamers!! Vannacht slapen ze alle drie op hun eigen kamer”, zag op de gestucte muren en dat de kinderen in de kerstvakantie op hun kamer konden slapen, maar had niets met de oplevering te maken, zo betoogt [eiser]. Van ingebruikname van het werk was ook geen sprake, want [gedaagde] bevestigde hem dat het afmaken van de werkzaamheden daarmee samen kon gaan, aldus [eiser].
[gedaagde] voert aan dat de ontbinding van 12 januari 2021 geen doel treft, omdat geen sprake is van verzuim. Er is geen sprake van een (fatale) oplevertermijn en [gedaagde] is niet in gebreke gesteld. [eiser] heeft de samenwerking ten aanzien van die opdracht beëindigd. De ontbinding op 22 april 2021 treft volgens [gedaagde] ook geen doel, omdat [eiser] de aanneemovereenkomst ten aanzien van opdracht 1 al op 31 januari 2021 heeft beëindigd door mee te delen dat het werk door een derde zal worden afgemaakt.
Door de opzeggingen is de aanneemovereenkomst in zijn geheel op 31 januari 2021 beëindigd, zodat de ontbinding per 22 april 2021 geen effect heeft. De gevorderde verklaring voor recht dat de aanneemovereenkomst partieel is ontbonden zal daarom worden afgewezen.
Kamerstukken II1992/93, 23095, 3, p. 38-39);
(€ 34.050,00). De besparingen zullen hierna per opdracht worden beoordeeld.