ECLI:NL:RBNHO:2022:6500

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
14 juli 2022
Publicatiedatum
25 juli 2022
Zaaknummer
9568504 \ CV EXPL 21-8018
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om betaling van loon, provisie, vakantiedagen en transitievergoeding met tegenverzoek tot boete wegens overtreding van nevenwerkzaamhedenbeding

In deze bodemzaak heeft de kantonrechter uitspraak gedaan in een geschil tussen verzoeker, een voormalig werknemer van Bespaarmetjedak B.V., en zijn ex-werkgever. Verzoeker vorderde betaling van loon, provisie, vakantiedagen en een transitievergoeding, terwijl Bespaarmetjedak zich op verrekening beriep vanwege vermeende overtredingen van het nevenwerkzaamhedenbeding en het anti-poachingbeding. De kantonrechter heeft vastgesteld dat verzoeker recht heeft op een aantal van de gevorderde bedragen, maar dat Bespaarmetjedak ook een boete van € 5.000,- kan verrekenen met de door haar aan verzoeker verschuldigde bedragen. De kantonrechter heeft de verzoeken van verzoeker gedeeltelijk toegewezen en het tegenverzoek van Bespaarmetjedak tot het opleggen van de boete toegewezen. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./repnr.: 9568504 \ CV EXPL 21-8018
Uitspraakdatum: 14 juli 2022
Beschikking van de kantonrechter in de zaak van:
[verzoeker]
wonende te [woonplaats]
verzoeker
verder te noemen: [verzoeker]
gemachtigde: mr. P.H. Visser
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Bespaarmetjedak B.V.
gevestigd te Vijfhuizen, gemeente Haarlemmermeer
verweerster
verder te noemen: Bespaarmetjedak
gemachtigde: mr. A. Noest
Samenvatting van de zaak:Ingevolge artikel 69 Rv wordt de dagvaarding als een verzoekschrift beschouwd en de conclusie van antwoord met reconventionele vordering als verweerschrift met tegenverzoek. Verzoeker is bij verweerster in dienst geweest en vindt dat hij nog provisie, vakantiedagen, een transitievergoeding en ingehouden loon (na)betaald moet krijgen. Verweerster heeft de verzoeken gedeeltelijk erkend, voor het overige deel is de kantonrechter van oordeel dat vrijstelling van werk niet eenzijdig als verlof kan worden aangemerkt. Ten aanzien van het erkende deel beroept verweerster zich op verrekening, omdat verzoeker het nevenwerkzaamhedenbeding en het anti-poachingbeding heeft overtreden. Dat verrekeningsverweer slaagt en het tegenverzoek wordt gedeeltelijk toegewezen.

1.Het procesverloop

1.1.
[verzoeker] heeft bij dagvaarding van 23 november 2021 onder meer een transitievergoeding gevorderd. Bespaarmetjedak heeft schriftelijk geantwoord en daarbij een tegenvordering ingediend. [verzoeker] heeft vervolgens nog schriftelijk gereageerd op de tegenvordering en tevens zijn eis vermeerderd.
1.2.
Op grond van artikel 69 Rv is de kantonrechter verplicht, ook zonder een daartoe strekkend verweer, te onderzoeken of de procedure met het juiste processtuk is ingeleid. Als de kantonrechter constateert dat de zaak op het verkeerde ‘spoor’ zit, moet de procedure wordt doorgeleid naar het juiste spoor. Uit artikel 7:686a lid 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW) volgt dat gedingen die zijn gebaseerd op afdeling 9 van titel 10 moeten worden ingeleid met een verzoekschrift.
1.3.
De kantonrechter heeft voorafgaand aan de comparitie opgemerkt dat [verzoeker] bij dagvaarding onder andere een transitievergoeding op grond van artikel 7:673 BW heeft gevorderd, terwijl dat op grond van artikel 7:686a lid 2 BW bij verzoekschrift gedaan had moeten worden. In overleg met partijen is afgesproken om de dagvaarding als verzoekschrift te beschouwen en de conclusie van antwoord met tegenvordering als verweerschrift met tegenverzoek.
1.4.
Op 16 juni 2022 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. [verzoeker] heeft gebruik gemaakt van pleitaantekeningen, die zijn overgelegd. Voorafgaand aan de zitting hebben [verzoeker] en Bespaarmetjedak bij brieven van 29 maart 2022, 24 mei 2022, 31 mei 2022 en 15 juni 2022 nog stukken toegezonden.

2.De feiten

2.1.
Bespaarmetjedak is een bedrijf dat zich bezighoudt met het verkopen van zonnepanelen.
2.2.
[verzoeker] , geboren [in 1968] , is op 15 juni 2020 voor bepaalde tijd in dienst getreden bij Bespaarmetjedak. De laatste functie die [verzoeker] vervulde, is die van Adviseur Buitendienst, voor een bruto maandsalaris van € 2.500,- exclusief vakantietoeslag en provisie. Daarnaast ontvangt [verzoeker] maandelijks een onkostenvergoeding van € 60,-.
2.3.
In de functie van Adviseur Buitendienst was [verzoeker] verantwoordelijk voor de advisering over en de verkoop van zonnepanelen. In het geval de werkzaamheden van [verzoeker] tot definitieve verkopen en omzet leidde, kreeg [verzoeker] provisie bovenop zijn bruto maandsalaris.
2.4.
In de arbeidsovereenkomst van [verzoeker] staan de volgende relevante bepalingen:
Artikel 1 Functie
[…]
1.2
De werkzaamheden omvatten het aan potentiële of bestaande klanten verkopen van en adviseren over zonnepanelen, warmtepompen en overige producten en diensten van werkgever. Werkgever verstrekt hiertoe in beginsel aan werknemer afspraken met leads. Bij gebreke hiervan dient werknemer, in overleg met werkgever, zelfstandig prospecten te selecteren en te benaderen.
[…]
Artikel 5 Hoogte Salaris
5.4
Naast het basissalaris kent de werkgever een bonussysteem o.b.v. de door de werkgever vastgestelde normeringen die zijn vastgelegd in het provisie reglement (zie art.17).
Artikel 12 Nevenwerkzaamheden
12.1
Werknemer verbindt zich gedurende de loop van de arbeidsovereenkomst voor geen andere werkgever op opdrachtgever werkzaam te zullen zijn, noch direct noch indirect, en zich te zullen onthouden van het doen van zaken voor eigen rekening.
[…]
12.4
In geval van overtreding van bovengenoemd verbod verbeurt werknemer aan werkgever een terstond en ineens zonder sommatie of ingebrekestelling opeisbare boete van € 5.000 onverminderd zijn gehoudenheid tot betaling aan werkgever van een volledige schadevergoeding te dezer zake, indien deze meer dan gemeld boetebedrag mocht belopen; overtreding zal voor werkgever een dringende reden vormen voor ontslag op staande voet als bedoeld in artikel 7:678 lid 2 sub i BW.
Artikel 16 Poaching-beding
16.1
Het is werknemer zowel gedurende als binnen een periode van 5 jaar na beëindiging van de dienstbetrekking verboden om medewerkers van werkgever (via sociale media of op andere wijze) te bewegen om hun dienstverband met werkgever te beëindigen en/of actief te werven onder de medewerkers van werkgever ten behoeve van een door werknemer zelf gedreven onderneming, dan wel een onderneming waar werknemer in dienst is.
16.2
In geval van overtreding van bovengenoemd verbod verbeurt werknemer aan werkgever een terstond en ineens zonder sommatie of ingebrekestelling opeisbare boete van € 5.000 alsmede een boete van € 500 per dag onverminderd zijn gehoudenheid tot betaling aan werkgever van een volledige schadevergoeding te dezer zake, indien deze meer dan gemeld boetebedrag mocht belopen.
Artikel 17 Provisie reglement
17.1
Op deze overeenkomst is het provisie reglement van de werkgever van toepassing.
[…]
Kwestie [klant 1]
2.5.
Op 23 maart 2021 heeft [verzoeker] aan een potentiële klant, de heer [x] (hierna: [klant 1] ) een huisbezoek gebracht in Velsen-Zuid.
2.6.
[verzoeker] heeft op 23 maart 2021 in het klantsysteem ‘2 Solar’ van Bespaarmetjedak op de profielpagina van [klant 1] een bericht geplaatst waarin hij informeert naar de technische (on)mogelijkheid om nieuwe zonnepanelen op het oude onderstel van [klant 1] te plaatsen.
2.7.
[verzoeker] heeft op 25 maart 2021 twee offertes voor het plaatsen van zonnepanelen aan [klant 1] uitgebracht.
2.8.
Op 25 maart 2021 heeft [x] (medewerkster personeelszaken bij Bespaarmetjedak) in het klantensysteem ‘2 Solar’ in de profielpagina van [klant 1] op de vraag van [verzoeker] als volgt gereageerd:
‘Hi [verzoeker] ,
Volgens mij hebben we besproken dat we dit eerst met [de eigenaar] moeten checken of dit wenselijk is. Daarvoor heeft [de eigenaar] minimaal informatie nodig over wat voor type onderstel daar ligt, welke afmetingen, hoe oud etc, etc. anders kan hij dit niet beoordelen. Dus graag zoveel mogelijk informatie aanleveren, dan kunnen wij checken of en hoe je dit kunt aanbieden.’
2.9.
[klant 1] heeft op 27 maart 2021 de twee offertes bekeken.
2.10.
Op 30 maart 2021 heeft [klant 1] aan [verzoeker] de volgende WhatsApp gestuurd:
[30-03-2021 07:39:08]
Goedemorgen [verzoeker] ,Ik hoop dat ik je vriendelijke intentie goed heb begrepen en jij nog even langs komt voor de intentie om zonnepanelen te plaatsen en de eventuele aankoop van de gebruikte panelen.
2.11.
Op 10 april 2021 is in het klantensysteem ‘2Solar’ van Bespaarmetjedak de status van de offertes van [klant 1] gewijzigd naar ‘
nu even niet’.
Kwestie [klant 2]
2.12.
[verzoeker] heeft aan een klant van Bespaarmetjedak, de heer [x] (hierna: [klant 2] ), negentien zonnepanelen verkocht die door Bespaarmetjedak grotendeels op 13 april 2021 zijn geïnstalleerd. Van de negentien door [verzoeker] verkochte panelen bleken er vijf niet op het dak te passen. Bespaarmetjedak heeft deze vijf panelen bij [klant 2] verwijderd en deze afgevoerd naar het magazijn van Bespaarmetjedak.
2.13.
Hierna heeft de eigenaar van Bespaarmetjedak, [de eigenaar] , van één van de monteurs van Bespaarmetjedak, [de monteur] , begrepen dat deze door [verzoeker] benaderd was met de vraag of hij tegen zwarte betaling zonnepanelen bij [klant 2] wilde demonteren om deze vervolgens bij een ander adres in Velsen-Zuid af te leveren.
2.14.
Bij e-mail van 15 april 2021 heeft [klant 2] aan [verzoeker] ten aanzien van de geplaatste zonnepanelen het volgende geschreven:
‘Vandaag kreeg ik van jullie de factuur voor de levering en plaatsing van de zonnepanelen. De factuur is niet juist omdat er maar 14 zonnepanelen i.p.v. de aangegeven 19 zonnepanelen geplaatst konden worden.
(…) Laat jij de factuur aanpassen of moet ik contact leggen met jouw collega.’
2.15.
Dezelfde dag heeft [verzoeker] hierop per e-mail geantwoord, waarin hij onder meer schrijft:
‘Voor jou pas ik de order aan, en kom zelf langs om de panelen door te brengen naar Velzen Zuid. Ik denk dat ik zaterdag ophaal, afreken en doorbreng, schikt dat jullie ook.’
Kwestie [klant 1]
2.16.
Bij e-mail van 22 augustus 2021 heeft [klant 1] aan [verzoeker] het volgende geschreven:
‘Daar ik weinig hoor over de plaatsing van de panelen, ga ik er vanuit dat het een moeilijke situatie is of wordt. Graag verneem ik iets en anders ga ik er vanuit dat de panelen opgehaald gaan worden. Mocht er toch nog plaatsing plaatsvinden miniseer ik mijn bod met 100,- euro per maand.’
2.17.
Op 23 augustus 2021 heeft Bespaarmetjedak met [verzoeker] een exitgesprek gevoerd. Tijdens dit gesprek is aan [verzoeker] bevestigd dat zijn dienstverband na 30 september 2021 niet wordt voortgezet en daarom van rechtswege eindigt per 30 september 2021. [verzoeker] is tijdens het gesprek vrijgesteld van werk tot het einde van zijn dienstverband.
2.18.
Op 15 september 2021 heeft Bespaarmetjedak een e-mail, die aan [verzoeker] was gericht, ontvangen van [klant 1] , waarin staat:
‘Hi [verzoeker] ,Ik krijg nu het gevoel dat jij denkt met onbekwame personen te maken te hebben.Ik wil met spoed een afspraak maken en anders ben ik genoodzaakt andere maatregelen te moeten nemen. Hoe zeer het mij ook doet, maar dit is zeer dilettant en niet meer te accepteren. (…)’
2.19.
Bij e-mail van 27 december 2021 heeft een medewerkster die verantwoordelijk is voor de planning binnen Bespaarmetjedak, [x] , aan [personeelszaken] het volgende geschreven:
‘ [verzoeker] belde mij op met de vraag of hij de telefoonnummers kon ontvangen van de monteurs. Ik heb hem aangegeven dat ik deze niet had en dat hij daarvoor bij [de eigenaar] moest zijn.’
Kwestie vriendin
2.20.
Bespaarmetjedak heeft een WhatsApp-gesprek tussen een monteur van Bespaarmetjedak en [verzoeker] uit november 2020 overgelegd waarin [verzoeker] aan de monteur vraagt of hij elf zonnepanelen ‘op een zaterdag’ voor een vriendin van [verzoeker] in Hoorn kan plaatsen en wat hiervoor de kosten zijn.
2.21.
Bespaarmetjedak heeft een verklaring van [de monteur] overgelegd, waarin onder meer het volgende staat:
‘Ik [x] , (werkzaam voor bespaar met je dak) verklaar hierbij het volgende. Ik werd rond het eerste a tweede kwartaal benaderd door 1 van onze toenmalige verkopers [verzoeker] . Tijdens mijn werkzaamheden voor het bedrijf werd ik tijdens een installatie opgebeld door desbetreffende verkoper. Hij vertelde mij dat hij een klus voor het bedrijf had aangenomen. Hij vertelde me dat er ook panelen verwijderd zouden moeten worden op dit adress en dat de klant ze zou verkopen. Vervolgens vroeg hij mij of ik tegen betaling (buiten het bedrijf om) de panelen bij desbetreffende “koper” zou willen afleveren en of ik interesse had deze panelen aan te sluiten tegen betaling. (buiten het bedrijf om). Na dat ik [verzoeker] had aangesproken dat dit niet de bedoeling is heb ik na het telefoongesprek diezelfde middag mijn werkgever hierover ingelicht en op de hoogte gesteld van wat er speelde.’

3.Het verzoek

3.1.
[verzoeker] verzoekt, na wijziging van zijn verzoek, dat de kantonrechter Bespaarmetjedak veroordeelt tot betaling aan [verzoeker] van:
I. het basisloon van € 2.500,- bruto over de maand september 2021 plus € 60,- aan onkostenvergoeding over de maand september 2021;
II. € 3.133,00 bruto aan provisie, bestaande uit € 1.513,00 bruto aan provisie over september 2021 en € 1.620,00 bruto aan provisie over het vierde kwartaal;
III. € 3.133,00 bruto aan 17 niet genoten vakantiedagen;
IV. € 1.856,66 bruto aan vakantiegeld;
V. € 1.159,61 bruto aan een transitievergoeding;
VI. de wettelijke verhoging en de wettelijke rente over deze bedragen;
VII. de proceskosten van deze procedure; en
VIII. Bespaarmetjedak te veroordelen om aan [verzoeker] binnen 14 dagen een correcte jaaropgave 2021 te verstrekken op straffe van een dwangsom van € 250,00 per dag.
3.2.
[verzoeker] legt aan het verzoek ten grondslag – kort weergegeven – dat Bespaarmetjedak over september 2021 en het vierde kwartaal 2021 provisie ter hoogte van € 3.133,00 bruto aan hem is verschuldigd. Ten aanzien van de vakantie-uren stelt [verzoeker] dat hij nog recht heeft op 17 openstaande vakantiedagen. Bespaarmetjedak had deze opgebouwde uren bij het einde van het dienstverband moeten uitbetalen. Ook vindt [verzoeker] dat hij bij het einde van zijn dienstverband recht heeft op vakantiegeld over de periode 1 mei tot en met 30 september 2021. [verzoeker] is voorts van mening dat Bespaarmetjedak onterecht de transitievergoeding en een voorschot op het salaris heeft verrekend, althans ingehouden.

4.Het verweer en het tegenverzoek

4.1.
Bespaarmetjedak betwist de vordering gedeeltelijk. Zij voert aan – samengevat – dat de provisie onjuist is berekend. Omdat [verzoeker] de berekeningen die tot de verzochte bedragen leiden onvoldoende heeft onderbouwd, kan Bespaarmetjedak daartegen geen verweer voeren. Bespaarmetjedak heeft door haar accountant laten berekenen hoeveel [verzoeker] nog aan provisie over de maand september 2021 tegoed had. Dat is een bedrag van € 630,40. Ten aanzien van de vakantie-uren voert Bespaarmetjedak aan dat [verzoeker] vakantie heeft opgenomen en dat het juiste aantal uren is uitbetaald. Bespaarmetjedak erkent dat zij de transitievergoeding niet aan [verzoeker] heeft betaald, maar heeft ingehouden. Met betrekking tot de bedragen aan provisie, vakantiegeld en transitievergoeding die [verzoeker] nog tegoed heeft, beroept Bespaarmetjedak zich op verrekening met de boete die [verzoeker] volgens haar verschuldigd is omdat hij het nevenwerkzaamhedenbeding en anti-poachingbeding heeft overtreden.
4.2.
Bespaarmetjedak vordert bij wijze van tegenverzoek dat de kantonrechter voor recht verklaart dat [verzoeker] het nevenwerkzaamhedenbeding en het anti-poachingbeding heeft geschonden en dat [verzoeker] een boetebedrag heeft verbeurd. Daarnaast vordert Bespaarmetjedak een verklaring voor recht dat zij bevoegd was de verbeurde boete te verrekenen en haar betalingsverplichtingen op te schorten. Tenslotte vordert Bespaarmetjedak dat de kantonrechter [verzoeker] veroordeelt tot betaling van het restantbedrag aan boete, te weten een bedrag van € 15.024,87 netto, te vermeerderen met de wettelijke rente. Dit alles met veroordeling van [verzoeker] in de proceskosten.

5.De beoordeling

I Loon en onkostenvergoeding
5.1.
Bespaarmetjedak erkent dat zij het loon van € 2.500,- over de maand september verschuldigd is, maar zij beroept zich op verrekening. Op de loonstrook van september 2021 staat dan ook een inhouding van € 2.500,- bruto. [verzoeker] heeft tijdens de zitting gesteld dat hij recht heeft op uitbetaling van € 60,- aan onkostenvergoeding over de maand september 2021. De kantonrechter oordeelt dat [verzoeker] geen aanspraak heeft op de onkostenvergoeding, omdat hij vanaf 5 tot 19 augustus 2021 vakantie heeft opgenomen en daarnaast vanaf 23 augustus 2021 tot eind september 2021 geen werkzaamheden meer heeft verricht. [verzoeker] heeft dus ook geen onkosten gemaakt. Zoals hieronder bij het tegenverzoek zal worden overwogen komt Bespaarmetjedak een beroep op verrekening toe. Aldus kan Bespaarmetjedak een bedrag van € 2.500,--bruto aan loon in de verrekening betrekken.
II Provisie
5.2.
Bij verzoekschrift heeft [verzoeker] gesteld dat Bespaarmetjedak aan hem nog een bedrag van € 3.307,44 bruto aan provisie moet betalen. Tijdens de zitting heeft [verzoeker] in zijn pleitnota dit bedrag gewijzigd naar € 3.133,00 bruto. Uit de arbeidsovereenkomst volgt dat er een provisiereglement van toepassing is. Volgens Bespaarmetjedak bestaat er geen uitgeschreven provisiereglement, maar krijgen alle adviseurs bij indiensttreding een voorbeeldberekening die laat zien hoe de provisie berekend wordt. Die voorbeeldberekening moet volgens haar worden gezien als het reglement. Die voorbeeldberekening heeft Bespaarmetjedak overgelegd in deze procedure. Bespaarmetjedak heeft aangevoerd dat het juiste bedrag aan provisie € 630,40 bedraagt. Bespaarmetjedak heeft de openstaande provisie door haar accountant laten berekenen en heeft deze berekening als productie overgelegd.
5.3.
[verzoeker] heeft niet inzichtelijk heeft gemaakt hoe hij het door hem verzochte bedrag heeft berekend. [verzoeker] heeft ter zitting herhaaldelijk verklaard dat de provisie 20% bedraagt en dit neerkomt op een bedrag van € 3.133,00 bruto. [verzoeker]
heeft tijdens de zitting een andere berekeningsmethode gehanteerd dan in de processtukken. De berekening die door [verzoeker] voor het eerst tijdens de zitting is gepresenteerd, is door hem niet nader onderbouwd. [verzoeker] heeft bedragen opgeschreven zonder begrijpelijke nadere toelichting. Bespaarmetjedak heeft daarom tijdens de zitting geen verweer kunnen voeren tegen (de hoogte van) de door [verzoeker] berekende provisie. Ook de kantonrechter heeft de berekeningsmethodiek niet kunnen volgen. De kantonrechter is ook niet wijzer geworden van de bedragen die door [verzoeker] tijdens de zitting zijn genoemd. Dat betekent dat het verzoek van [verzoeker] Bespaarmetjedak te veroordelen tot betaling van het door hem gevorderde bedrag aan provisie als onvoldoende onderbouwd wordt afgewezen, zodat uitsluitend het door Bespaarmetjedak erkende bedrag van € 630,40 bruto aan provisie in de verrekening kan worden betrokken.
III Vakantiedagen
5.4.
Ter zitting hebben partijen vastgesteld dat [verzoeker] tijdens zijn dienstverband 31 vakantiedagen heeft opgebouwd. Volgens Bespaarmetjedak heeft [verzoeker] al deze dagen tijdens zijn dienstverband opgenomen. Ter onderbouwing van die stelling heeft zij verwezen naar haar interne salesagenda en haar interne systeem waarin verlof wordt geregistreerd.
5.5.
[verzoeker] betwist dat hij over de periode van 23 augustus 2021 tot 1 september 2021 vakantie heeft opgenomen. In deze periode is [verzoeker] na het exitgesprek immers vrijgesteld van zijn werk. Ook betwist [verzoeker] dat hij vier dagen tussen Kerst en Nieuwjaar in 2020 vakantie heeft genoten, aangezien volgens hem op 27 en 28 december 2020 sprake was van een bedrijfssluiting.
5.6.
Met [verzoeker] is de kantonrechter het eens dat de periode van 23 augustus tot 1 september 2021, waarin [verzoeker] vrijgesteld werd van werk, niet eenzijdig als verlof door Bespaarmetjedak had mogen worden aangemerkt. Daarentegen wordt [verzoeker] niet in zijn stelling gevolgd dat hij in december 2020 in verband met de bedrijfssluiting vakantieverlof moest opnemen. Bespaarmetjedak heeft met de door haar in het geding gebrachte stukken voldoende aangetoond dat [verzoeker] vakantie heeft genoten en dat er op 27 en 28 december 2020 geen sprake was van een bedrijfssluiting. Ten overvloede wordt overwogen dat voor zover wel sprake was van een bedrijfssluiting, dat niet zonder meer betekent dat [verzoeker] voor die vrije dagen geen verlof hoefde op te nemen
5.7.
De conclusie is dat Bespaarmetjedak de vakantiedagen over de periode 23 augustus 2021 tot 1 september 2021 aan [verzoeker] moet betalen. Dat betekent dat Bespaarmetjedak het bedrag dat gemoeid is met 7 niet genoten vakantiedagen in de verrekening betrekken. Ten aanzien van de waarde van een vakantiedag merkt de kantonrechter op dat rekening moet worden gehouden met de provisie.
IV Vakantiegeld
5.8.
Vaststaat dat Bespaarmetjedak het vakantiegeld niet heeft uitbetaald. Partijen verschillen van mening over de hoogte van het openstaande vakantiegeld. [verzoeker] heeft in dit kader verzocht om betaling van het vakantiegeld vanaf 1 mei tot en met 30 september 2021. Volgens hem komt dat neer op een bedrag van € 1.856, 66 bruto. [verzoeker] heeft nagelaten om een begrijpelijke berekening te overleggen. Bespaarmetjedak heeft daarentegen wel een gewijzigde salarisspecificatie, rekening houdend met de provisie, overgelegd waarin de berekening van de hoogte van het vakantiegeld inzichtelijk wordt gemaakt en het openstaande bedrag neerkomt op € 885,01 bruto. De kantonrechter zal gelet op het voorstaande de berekening van Bespaarmetjedak volgen. Bespaarmetjedak kan dit bedrag in de verrekening betrekken.
V Transitievergoeding
5.9.
De transitievergoeding van € 1.159,61 bruto is niet aan [verzoeker] uitbetaald. Ook dit bedrag kan Bespaarmetjedak in de verrekening betrekken.
Jaaropgave 2021
5.10.
[verzoeker] heeft verzocht om een correcte jaaropgave van het jaar 2021 op straffe van een dwangsom. Tijdens de zitting is vastgesteld dat [verzoeker] zowel zijn loonstroken als zijn jaaropgave digitaal kan inzien. Nu [verzoeker] geen belang meer heeft bij dit verzoek, zal de kantonrechter dit afwijzen.
Conclusie
5.11.
De conclusie is dat [verzoeker] de volgende bedragen van Bespaarmetjedak tegoed had:
€ 2500,- bruto aan loon, € 630,40 bruto aan provisie, de waarde van 7 niet-genoten vakantiedagen, € 885,01 bruto aan vakantiegeld en van € 1.159,61 bruto aan transitievergoeding. Bespaarmetjedak mag het netto equivalent van deze bedragen verrekenen met de door [verzoeker] verschuldigde boete.
Het tegenverzoek
5.12.
Het gaat in de zaak van het tegenverzoek om de vraag of [verzoeker] het nevenwerkzaamhedenbeding en het anti-poachingbeding heeft overtreden. Op grond van het nevenwerkzaamhedenbeding (artikel 12 van de arbeidsovereenkomst) was het [verzoeker] verboden om tijdens het dienstverband voor een andere werkgever (direct of indirect) werkzaam te zijn en moest hij zich onthouden van het doen van zaken voor eigen rekening. Op grond van het anti-poachingbeding (artikel 16 van de arbeidsovereenkomst) was het [verzoeker] verboden om medewerkers van werkgever te bewegen hun dienstverband met werkgever te beëindigen en/of actief te werven onder de medewerkers van werkgever ten behoeve van een door werknemer zelf gedreven onderneming.
5.13.
Ter onderbouwing van haar stelling dat [verzoeker] het nevenwerkzaamhedenbeding en het anti-poachingbeding heeft overtreden, heeft Bespaarmetjedak stukken overgelegd (zie de feiten 2.5 tot en met 2.21). Volgens Bespaarmetjedak heeft [verzoeker] viermaal de betreffende bedingen overtreden met de volgende gedragingen.
De zaak [klant 1] / [klant 2]
5.14.
De eerste overtreding van het nevenwerkzaamhedenbeding bestaat volgens Bespaarmetjedak eruit dat [verzoeker] zonder medeweten van zijn werkgever en voor zijn eigen financieel belang tweedehands zonnepanelen (die van [klant 2] afkomstig waren) aan [klant 1] heeft verkocht. Dit terwijl Bespaarmetjedak net twee offertes voor nieuwe panelen aan dezelfde klant had uitgebracht. Kort nadat [klant 1] deze offertes in het klantensysteem had bekeken en [klant 1] en [verzoeker] contact hadden gehad, heeft [verzoeker] de status van deze offertes in het systeem gewijzigd naar ‘
nu even niet’. Alles wijst erop dat [verzoeker] tijdens zijn dienstverband met Bespaarmetjedak aan het bijklussen was. Met het verkopen van de tweedehands zonnepanelen heeft [verzoeker] ervoor gezorgd dat Bespaarmetjedak een potentiële klant en daarmee inkomsten is misgelopen.
5.15.
[verzoeker] heeft erkend dat hij de verkoop van de vijf tweedehands zonnepanelen tussen [klant 1] en [klant 2] heeft gefaciliteerd. Hij heeft echter aangevoerd dat hij hiermee niet het nevenwerkzaamhedenbeding heeft overtreden. Ten eerste is het binnen Bespaarmetjedak algemeen bekend dat de plaatsing van vijf zonnepanelen te weinig lucratief is en te arbeidsintensief. Daarom heeft [verzoeker] ook geen potentiële klant van Bespaarmetjedak bediend. Daarbij komt dat de directie van Bespaarmetjedak de offertes die worden afgewezen de vermelding ‘nu even niet’ geven. [verzoeker] betwist dat hij deze status in het systeem heeft ingevoerd. [verzoeker] heeft immers als werknemer er alleen maar belang bij dat een project wel doorgaat omdat hij provisie over de aanneemprijs krijgt. Voorts heeft [verzoeker] niets aan de transactie tussen [klant 1] en [klant 2] verdiend en was zijn handelen een vriendendienst naar [klant 2] toe. [verzoeker] heeft voor deze vriendendienst zelfs nog kosten moeten maken, omdat hij voor het transport tweemaal met zijn privéauto heeft gereden. Bovendien was de eigenaar van Bespaarmetjedak, [de eigenaar] , op de hoogte van de transactie, heeft hij daarmee ingestemd en zelfs tegen [verzoeker] gezegd: ‘
Breng ze maar naar [klant 1]’.
5.16.
De kantonrechter vindt dat Bespaarmetjedak met de overgelegde stukken voldoende heeft aangetoond dat [verzoeker] tijdens zijn dienstverband met Bespaarmetjedak nevenwerkzaamheden heeft verricht. De door Bespaarmetjedak ter zitting ingenomen stelling dat zij ook klanten bedient die slechts vijf zonnepanelen plaatsen, is door [verzoeker] niet weersproken. Daarmee is vast komen te staan dat [verzoeker] met de verkoop van de tweedehands panelen aan [klant 1] een potentiële klant aan Bespaarmetjedak heeft onthouden. De stelling van [verzoeker] dat de directie van Bespaarmetjedak op de hoogte was van de transactie heeft Bespaarmetjedak voldoende gemotiveerd betwist. Daarnaast heeft Bespaarmetjedak met het overleggen van een kopie van het klantensysteem ‘2Solar’ aangetoond dat [verzoeker] degene is geweest die de status van de offertes van [klant 1] naar ‘nu even niet’ heeft gewijzigd en dat dat niet door Bespaarmetjedak is gebeurd.
5.17.
[verzoeker] heeft verder nog aangevoerd dat Bespaarmetjedak geen belang heeft bij het nevenwerkzaamhedenbeding. Volgens hem heeft Bespaarmetjedak, voor zover [verzoeker] nevenwerkzaamheden zou hebben verricht, geen schade geleden. De kantonrechter gaat aan deze stellingen voorbij, omdat het belang van Bespaarmetjedak bij het nevenwerkzaamhedenbeding evident is en de potentiële schade ook.
[de monteur]
5.18.
Bespaarmetjedak heeft de benadering van [de monteur] door [verzoeker] als een overtreding van het anti-poachingsbeding aangemerkt (zie feiten 2.13 en 2.21). Met [verzoeker] is de kantonrechter het eens dat het enkel vragen aan [de monteur] of hij in zijn vrije tijd wil bijklussen niet tot overtreding van het beding leidt. Het eenmalig vragen om een dienst te leveren kan niet gekwalificeerd worden als het bewegen van medewerkers om hun dienstverband met werkgever te beëindigen en/of actief te werven voor de eigen onderneming van [verzoeker] .
Vriendin van [verzoeker]
5.19.
Bespaarmetjedak heeft tot slot gesteld dat [verzoeker] met zijn handelen ten behoeve van een vriendin (zie feiten 2.20) zowel het nevenwerkzaamhedenbeding als het anti-poachingbeding heeft overtreden. De kantonrechter ziet dit anders. Onvoldoende is vast komen te staan dat de geïnitieerde vriendendienst door [verzoeker] daadwerkelijk van de grond is gekomen. De kantonrechter merkt op dat het handelen van [verzoeker] geen schoonheidsprijs verdient, maar stelt vast dat het plan van [verzoeker] zich in een prille fase bevond. Bovendien is niet voldoende vast komen te staan dat de verkoop van zonnepanelen aan de vriendin van [verzoeker] zich ook echt daadwerkelijk buiten Bespaarmetjedak om zou zijn verlopen. Het benaderen van een monteur van Bespaarmetjedak moet in hetzelfde licht worden gezien als overwogen in rechtsoverweging 5.18.
5.20.
Samenvattend leidt de enkele overtreding van het nevenwerkzaamhedenbeding ertoe dat [verzoeker] een boete van € 5.000,- heeft verbeurd. De kantonrechter ziet geen reden om de boete te matigen zoals [verzoeker] heeft betoogd. [verzoeker] heeft zelf ook geen feiten en omstandigheden aangedragen op grond waarvan de boete volgens hem zou moeten worden gematigd. De conclusie is dat de kantonrechter de door Bespaarmetjedak gevorderde verklaring voor recht dat [verzoeker] het nevenwerkzaamhedenbeding heeft geschonden zal toewijzen.
5.21.
Het beroep van Bespaarmetjedak op verrekening met de door haar aan [verzoeker] verschuldigde bedragen slaagt ook. Omdat de kantonrechter geen salarisadministratiekantoor is wordt het aan partijen overgelaten om de verrekeningsberekening te maken. Die berekening ziet er als volgt uit: € 5000,-- verminderd met het netto equivalent van € 2500,- bruto aan loon + € 630,40 bruto aan provisie + de waarde van 7 niet-genoten vakantiedagen + € 885,01 bruto aan vakantiegeld + € 1.159,61 bruto aan transitievergoeding. De kantonrechter kan niet inschatten of Bespaarmetjedak nog een bedrag aan [verzoeker] zal moeten betalen of dat [verzoeker] nog een bedrag aan Bespaarmetjedak moet betalen. De kantonrechter kan zich voorstellen dat partijen alsnog overeenkomen dat zij met gesloten beurzen uit elkaar gaan.
de proceskosten in de zaak van het verzoek en tegenverzoek
5.22.
De proceskosten zullen worden gecompenseerd in de zin dat iedere partij de eigen kosten draagt, omdat beide partijen gedeeltelijk in het ongelijk zijn gesteld

6.De beslissing

De kantonrechter:
In het verzoek en in het tegenverzoek:
6.1.
verklaart voor recht dat [verzoeker] het nevenwerkzaamhedenbeding in zijn arbeidsovereenkomst heeft geschonden en dat [verzoeker] op basis van het daaraan gekoppelde boetebeding jegens Bespaarmetjedak een boetebedrag van € 5.000,-- heeft verbeurd;
6.2.
verklaart voor recht dat Bespaarmetjedak bevoegd is de door [verzoeker] verbeurde boete, van € 5.000,-, te verrekenen met de betalingsverplichtingen van Bespaarmetjedak jegens [verzoeker] , zoals die onder 5.21 zijn vermeld;
6.3.
veroordeelt Bespaarmetjedak of [verzoeker] , afhankelijk van de uitkomst van de verrekening zoals onder 6.2. vermeld, het verschil aan de andere partij te voldoen;
6.4.
compenseert de proceskosten in de zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
6.5.
verklaart de beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
6.6.
wijst de verzoeken voor het overige af.
Deze beschikking is gegeven door mr. W. Aardenburg en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.