Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Zaanstad, uitspraak gedaan op een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan de betrokkene wegens een snelheidsovertreding. De gedraging vond plaats op 22 maart 2021, waarbij de betrokkene 5 km per uur harder reed dan toegestaan binnen de bebouwde kom. De betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft de betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
Tijdens de zitting op 29 maart 2022 heeft de gemachtigde van de betrokkene, mr. B. de Jong, verwezen naar een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, waarin werd betwist of de bebording aanwezig was ten tijde van de gedraging. De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft echter aanvullende bewijsstukken overgelegd, waaronder een proces-verbaal van schouw en een afdruk van Google Maps, waaruit blijkt dat de bebording op het moment van de overtreding aanwezig was.
De kantonrechter heeft overwogen dat de officier van justitie voldoende bewijs heeft geleverd dat de bebording correct was geplaatst en dat de vergelijking met het door de gemachtigde genoemde arrest niet opgaat, omdat in die zaak niet dezelfde bewijsstukken zijn overgelegd. De kantonrechter heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om proceskostenvergoeding afgewezen. De uitspraak is openbaar gedaan door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, en de griffier.