Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 29 maart 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene. De sanctie was het gevolg van een overtreding van een geslotenverklaring voor motorvoertuigen, waarbij het C-bord niet zichtbaar was op de foto's die bij de stukken waren gevoegd. Betrokkene, vertegenwoordigd door mr. M. Lagas van Appjection B.V., heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting was de gemachtigde van betrokkene niet aanwezig, maar de vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft de beslissing gehandhaafd en verzocht om het beroep ongegrond te verklaren.
De kantonrechter heeft de zaak beoordeeld aan de hand van de schouwrapporten die aantoonden dat er maandelijks een schouw was uitgevoerd, en dat het C-bord aanwezig was op de relevante momenten. Betrokkene voerde aan dat de schouw niet minimaal maandelijks was uitgevoerd, maar de kantonrechter oordeelde dat de vereiste maandelijkse schouw niet betekent dat deze exact elke maand op dezelfde dag moet plaatsvinden. De kantonrechter concludeerde dat de boete terecht was opgelegd en verklaarde het beroep ongegrond. Tevens werd het verzoek om vergoeding van proceskosten afgewezen.
De uitspraak is openbaar gedaan door de kantonrechter, die heeft aangegeven dat hoger beroep mogelijk is bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden binnen zes weken na de toezending van de uitspraak. De kantonrechter heeft geen aanleiding gezien om proceskosten toe te kennen, gezien de ongegrondverklaring van het beroep.