Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
De werkgever heeft een voorwaardelijke tegenvordering ingesteld voor het geval de vordering van de werknemer tot uitbetaling van het negatieve verlofsaldo wordt toegewezen, namelijk om de werknemer te veroordelen dit toegewezen bedrag als onverschuldigd betaald loon aan de werkgever terug te betalen. Deze tegenvordering wordt afgewezen, omdat de oorzaak dat de werknemer over deze uren niet heeft gewerkt, primair is gelegen in omstandigheden die voor rekening en risico van de werkgever komen.
1.Het procesverloop
2.Feiten
Werknemer zal de in dit artikel bedoelde werkzaamheden uitvoeren ter plaatse van vestiging van de bedrijfsactiviteiten van werkgever. Werknemer verklaart zich ermee bekend dat de aard van de functie en werkzaamheden met zich mee brengen dat de werkzaamheden ook buiten de genoemde standplaats dienen te worden verricht’.
(…). Zoals uit bijgaand overzicht blijkt heeft hij echter meer uren opgenomen. Dit resulteert in een tekort van 255 uur, zijnde € 4.651,38 bruto.De heer [eiser] stond inderdaad stand by om werkzaamheden te verrichten, maar heeft diverse malen aangegeven dat hij niet kon werken omdat dit door zijn privé omstandigheden niet te regelen was. Naar aanleiding van het bovenstaande zijn wij dan ook niet van mening dat wij de heer [eiser] nog iets verschuldigd zijn. (…)’.
3.De vordering
4.Het verweer en de (voorwaardelijke) tegenvordering
5.De beoordeling
primaireoorzaak van het niet-werken is gelegen in omstandigheden die in de risicosfeer van [eiser] liggen. De primaire oorzaak is immers terug te voeren op het feit dat EID haar opdracht bij Tata Steel is kwijtgeraakt. Door deze, voor risico van EID komende, omstandigheden kon EID haar verplichting uit de arbeidsovereenkomst om [eiser] te werk te stellen op standplaats Velsen-Noord, niet langer nakomen. Het had vervolgens op de weg van EID gelegen om met [eiser] in overleg te treden en hem een redelijk voorstel tot wijziging van zijn standplaats te doen, waarbij ook rekening werd gehouden met de belangen van [eiser] . [1] Dat is echter niet gebeurd. In plaats daarvan heeft EID [eiser] (met doorbetaling van loon) op stand-by gezet en is zij hem vanaf september 2021 gaan oproepen voor werkzaamheden in Rotterdam, zonder rekening te houden met de veel langere reistijd en zonder een redelijke oproeptermijn [2] in acht te nemen. Het kwam er voor [eiser] soms op neer dat hij al om 4:00 uur ’s nachts van huis moest om rond 7:00 uur op de werklocatie te kunnen zijn. Daarbij komt dat [eiser] (zoals uit overgelegde whatsappberichten blijkt en ter zitting is toegelicht) soms op heel korte termijn (een dag of avond van te voren) werd opgeroepen, waardoor het nog lastiger was opvang voor zijn kind te realiseren. Onder die - in de risicosfeer van EID liggende - omstandigheden is het heel begrijpelijk dat het voor [eiser] soms niet mogelijk was aan een oproep gehoor te geven. Daarmee heeft [eiser] zijn recht op loon over die oproepen echter niet verspeeld. Dat geldt eens te meer nu niet is gebleken (of gesteld) dat EID destijds met [eiser] heeft besproken dat het niet aan een oproep kunnen voldoen tot gevolg zou hebben dat over die uren geen loon zou worden betaald.
6.De beslissing
dagvaarding € 125,03
griffierecht € 240,00
salaris gemachtigde € 498,00,
vermeerderd met de wettelijke rente over de proceskosten ingaande de 15e dag na de datum van betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;