Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 1 december 2021 en de daarin vermelde stukken; en
- de mondelinge behandeling van 31 maart 2022 en de aantekeningen van de griffier van deze zitting;
- de op de mondelinge behandeling ingediende productie 11 aan de kant van [gedaagde] ;
- de op de mondelinge behandeling gediende akte vermeerdering eis aan de kant van [eiser] .
2.De feiten
De prijsopgave is gebaseerd op;
- De door u verstrekte gegevens en losse tekeningen
- Bezichtiging van het gebouw.
- De hieronder staande beschrijvingen.”
5002 Elektra overige’, staat in de offerte het volgende:
Hierbij is opgenomen 2 kabels 5x2,5 qmm DCA naar de warmtepompen door de kabelgoot. Afgemonteerd op een CEE Form stekker 5 polig 16A.
Code Omschrijving Prijs
Hierbij een mail dat ik bevestig je meerwerkkosten van de 3 de verdieping.
Rondom in de wanden totaal 21 dubbele wandcontactdozen aan te brengen deels zijn geschakeld en een ander deel daarvan vaste spanning. Hiervoor ook extra schakelaar per ruimte aan te brengen.
Spotjes aan te brengen en leveren dimbaar op dimmer per ruimte
Wandcontactdozen voor kopieerapparaat en voorzieningen in de keuken. Ik ga uit van een aparte groep voor de keuken en 1 voor de kopieer hoek vraag nog of hier ook wordt geprint dan nog data erbij maken.
2 extra centraaldozen aan te brengen.
Extra groep voor de verlichtingen te voorzien
Extra vloerpot aan te brengen
De extra groepen te voorzien in de verdeling en kabel naar de kelder.”
Termijn 1 [plaats 3]” (50% van de overeengekomen aanneemsom). [gedaagde] heeft deze factuur voldaan.
Hierover heen is als meerwerk gekomen
Termijnfactuur 2 [plaats 3]” en “
Uitgevoerd: : Status van het project volgens overzicht.”
Uitgevoerd: : De urenstaat en materiaalfacturen van de leveranciers bekend per 15-3-2020 (…)”.
Termijnfactuur t/m week 13 [plaats 3]” en “
Uitgevoerd: : Bijgewerkte materiaalfacturen leverancier en uren inleenpersoneel uurtarief in het geheel voor inleen terug gebracht naar € 40,-- per uur.”
Hier is aan extra nog bijgekomen;
- Noodverlichting boven de trap.
- Daar er toch een schuifdoor in komt boven de trap een draadloze schakeling vanaf
- Extra voor verschuivingen en wijzigingen achteraf.
- Assistentie bij het leveren en plaatsen alsmede aansluiting in de patch kast.
- Levering aansluitkabels en patch kabels bij de bureau en in de datakast.
- Kabelgoten in de kasten gemaakt.
Wandcontactdozen (…) in de muur aanbrengen en deels in de later aan te brengen
- Aanbrengen schakelaard voor de geschakelde wandcontactdozen.
- Koppelingen maken in de kasten (leidingwegen).
- Zonweringschakelingen goed en inbouw te maken 3x per verdieping)
- Tijdelijke voorzieningen in verband met de kou voor kachels op aparte groep.
- Uitzoeken huidige intercom want deze moet blijven werken en is reeds 2x
- Aansluitingen maken voor de warmte pompen in de verdeling.
- Extra aansluiting op aparte groep voor de kopieer/printer met een extra data
- Extra aansluiting voor het wifi acces punt op de 2de verdieping aan te brengen.
- Extra aansluitingen en lichtpunten in de gang en wc voor verlichtingen en
Het weer verplaatsen van de rookmelder in de gang en kantoor daar deze anders
Verwijderen intercom.”
[plaats 3] volgens overzicht tot en met week 15”.
Termijnfactuur [plaats 3] t/m 19-5-2020”en “
Uitgevoerd: : zie status inclusief de Credit van [naam] ”.
PRIJZENOVERZICHT
brandmeldinstallatie en de 2 vloerpotten”).
PRIJZENOVERZICHT
Factuur [plaats 3] gereed -/- BG wachtkamer, meten, tekenwerk”en “
Uitgevoerd: : Alles gereed voor zover dit mogelijk was/is dus nog te berekenen kosten achterkamer (…)”. [gedaagde] heeft deze factuur niet betaald.
3.Het geschil
4.De beoordeling
Niet-ontvankelijkheid?
Intercom diversen overige”. [eiser] stelt dat hij daarna met [gedaagde] heeft afgesproken dat alle werkzaamheden op basis van regie zouden worden uitgevoerd. De rechtbank volgt [eiser] hierin niet. Volgens de dagvaarding (in alinea 59) zou de afspraak over regie op 20 november 2019 mondeling zijn gemaakt. Ter zitting heeft [eiser] die stelling verlaten; de regieovereenkomst zou bij nader inzien op een later moment (“ongeveer in december”) tot stand zijn gekomen. Het is echter onduidelijk gebleven wanneer de regieafspraak is gemaakt, wat die afspraak precies inhoudt en of [gedaagde] daarmee heeft ingestemd en zo ja, wanneer dat dan is geweest. Ter zitting heeft [eiser] ook nog betoogd dat de regieafspraak al uit de offerte zou voortvloeien (overigens zonder dat standpunt toe te lichten). Aangezien [eiser] zijn vordering mede baseert op een regieovereenkomst, moet hij op grond van de hoofdregel van artikel 150 Rv stellen en zo nodig bewijzen dat die overeenkomst bestaat. Alleen al door de wisselende stellingen die [eiser] op dit punt heeft ingenomen, heeft hij (tegenover de gemotiveerde betwisting door [gedaagde] ) niet aan niet zijn stelplicht voldaan.
Elektra overige” van de offerte vallen en daarom zonder prijsconsequentie moeten blijven.
Elektra overige” van de offerte vallen, overtuigt niet. Uit de hierboven in alinea 2.4 geciteerde tekst van de offerte blijkt immers dat de aanneemsom is gebaseerd op de in de offerte expliciet genoemde werkzaamheden, terwijl die werkzaamheden verschillen van de meerwerkposten zoals opgenomen in de hiervoor bedoelde e-mails. Verder heeft [gedaagde] niet toegelicht welke meerwerkposten dan onder de offerte zouden vallen, zodat zijn verweer ook daarom niet slaagt. De rechtbank neemt verder als vaststaand aan dat [eiser] regelmatig specificaties van het (meer)werk aan [gedaagde] heeft gestuurd en dat [gedaagde] deze heeft ontvangen, zonder daartegen te protesteren. [gedaagde] heeft deze stelling van [eiser] namelijk onvoldoende weersproken. Dat deze specificaties aan [gedaagde] zijn verzonden volgt ook uit de facturen tot en met 19 mei 2020, waarin onder andere wordt verwezen naar overzichten en materiaalfacturen. Tegen deze achtergrond mocht [gedaagde] er in redelijkheid niet op vertrouwen dat alle werkzaamheden zoals opgesomd in genoemde e-mails, ook onder het oorspronkelijke geoffreerde bedrag zouden vallen. Als [gedaagde] zich niet kon vinden in de (bij herhaling) door [eiser] opgesomde meerwerkposten, had het op zijn weg gelegen om dat tijdig aan [eiser] te laten weten. Dat heeft [gedaagde] niet gedaan. Evenmin is gebleken dat [gedaagde] tijdig heeft geprotesteerd tegen de facturen van 19 april en 19 mei 2020 of tegen de tot en met 19 mei 2020 periodiek toegezonden statusoverzichten. Het gestelde mondelinge protest tegen meerwerk is volgens de verklaring van [gedaagde] ter zitting pas in juni 2020 gedaan. Dat is echter te laat voor zover het meerwerk betreft dat toen al door [eiser] was verricht: [eiser] mocht er vanwege het uitblijven van een reactie van [gedaagde] gerechtvaardigd op vertrouwen dat het door hem bij herhaling kenbaar gemaakte meerwerk akkoord was.
€ 9.747,13 inclusief btw) aansluiten bij het verrichte en overeengekomen meerwerk tot en met 19 mei 2020. Dat dit het geval is, volgt ook uit de e-mail van [eiser] van 4 juni 2020 (zie alinea 2.16). Uit de uitgebreid gespecificeerde overzichten die [eiser] heeft overgelegd, waarin het aantal uren en de materialen zijn uitgesplitst en van bedragen voorzien, leidt de rechtbank af dat het gefactureerde totaalbedrag van € 9.747,13 een redelijke prijs is voor het meerwerk (en de daarbij behorende materialen) tot en met 19 mei 2020. De enkele betwisting door [gedaagde] van de redelijkheid van deze prijs is zonder nadere motivering (die ontbreekt) namelijk onvoldoende. Daarbij komt dat [gedaagde] op de mondelinge behandeling heeft verklaard dat hij de betreffende facturen mogelijk wel zou hebben betaald, als hij door zijn opdrachtgever (het advocatenkantoor) was betaald. Dat wijst erop dat [gedaagde] voormeld bedrag voor het meerwerk op zichzelf niet onredelijk vond. Verder is gesteld noch gebleken dat de prijzen die [eiser] voor het meerwerk in rekening heeft gebracht, afwijken van de prijzen die partijen in de offerte hebben afgesproken.
€ 9.747,13 (inclusief btw) aan [eiser] moet betalen.