In deze zaak gaat het om een beroep tegen een administratieve sanctie die is opgelegd aan de betrokkene wegens het handelen in strijd met een geslotenverklaring in beide richtingen. De betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft de betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter. De zitting vond plaats op 18 maart 2022, waarbij de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig was, maar de gemachtigde van de betrokkene niet. De officier van justitie handhaafde zijn standpunt en verzocht de kantonrechter om het beroep ongegrond te verklaren en het verzoek om proceskostenvergoeding af te wijzen.
De kantonrechter overweegt dat de betrokkene aanvoert dat er een plattegrond van het gesloten gebied ontbreekt, wat volgens hem in strijd is met het Beleidskader en een schending van artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zou opleveren. De kantonrechter stelt vast dat het Beleidskader digitale handhaving van geslotenverklaringen en voetgangersgebieden van toepassing is. Dit beleidskader vereist dat een gemeente een plan van aanpak opstelt waarin de locaties van camera's en borden helder worden weergegeven op een plattegrond. De kantonrechter concludeert dat het ontbreken van deze stukken in het zaakoverzicht niet betekent dat er strijd is met het Beleidskader. Hij sluit aan bij een recente uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden en stelt vast dat er geen schending van de beleidsregels heeft plaatsgevonden. De kantonrechter verklaart het beroep ongegrond en wijst het verzoek om proceskostenvergoeding af.