Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 18 maart 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan de betrokkene. De betrokkene had een boete ontvangen voor het handelen in strijd met een geslotenverklaring, zoals aangegeven door bord C2 van het RVV 1990. De betrokkene heeft beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierna heeft de betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
Tijdens de zitting op 11 maart 2022 heeft de vertegenwoordiger van de officier van justitie aangegeven dat er geen verkeersbesluit voorhanden was, waardoor de boete onbevoegd was opgelegd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de bevoegdheid van de ambtenaar beperkt is tot stilstaand verkeer, met uitzondering van bepaalde artikelen, waaronder artikel 62 van het RVV 1990. Aangezien het verkeersbesluit ontbrak, kon de kantonrechter niet vaststellen dat de geslotenverklaring was ingesteld in relatie tot de openbare orde.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat de boete ten onrechte was opgelegd en heeft het beroep gegrond verklaard. De beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de boete was opgelegd, zijn vernietigd. Tevens is de officier van justitie veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van de betrokkene, vastgesteld op € 1.164,75. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een verkeersbesluit voor handhaving van verkeersvoorschriften en de rol van de ambtenaar in dit proces.