Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 11 maart 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan de betrokkene. De betrokkene had een boete ontvangen voor het stilstaan op een trottoir, wat in strijd is met de verkeersvoorschriften. De betrokkene heeft tegen de beslissing van de officier van justitie beroep ingesteld, nadat deze het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, evenals de gemachtigde van de betrokkene. De gemachtigde voerde aan dat de betrokkene zijn voertuig had uitgeleend en dat de bestuurder ten tijde van de gedraging een waarschuwing had gekregen van een Boa. De vertegenwoordiger van de officier van justitie stelde dat de aanvullende verklaring van de verbalisant te summier was, waardoor er gerede twijfel was ontstaan over de gedraging. De kantonrechter volgde dit standpunt en verklaarde het beroep gegrond, waarbij de beslissing van de officier van justitie werd vernietigd. Tevens werd de officier van justitie veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van de betrokkene, vastgesteld op € 1.164,75. De uitspraak benadrukt de noodzaak van zorgvuldige bewijsvoering bij het opleggen van administratieve sancties en de rol van de rechter in het waarborgen van rechtsbescherming voor de betrokkene.