Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
4.Beoordeling van het bewijs
- Een proces-verbaal aantreffen hennepstekkerij d.d. 19 september 2015 (dossierpagina’s 43-45);
- Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 juni 2016 (dossierpagina 38);
- Een proces-verbaal van verhoor van de verdachte d.d. 8 december 2016 (dossierpagina’s 111-113).
- Een proces-verbaal van aantreffen hennepstekkerij d.d. 18 januari 2016 (dossierpagina’s 494-497);
- Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 25 maart 2016 (dossierpagina’s 420-427);
- Een proces-verbaal van verhoor van de verdachte d.d. 8 december 2016 (dossierpagina’s 588-591).
5.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
6.Strafbaarheid van de verdachte
7.Motivering van de sancties
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
- 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 47, 57 en 63 Sr;
- 3 en 11 van de Opiumwet.
9.Beslissing
60 [zestig] dagen, met bevel dat van deze straf een gedeelte, groot
57 [zevenenvijftig] dagen,
nietten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat de verdachte voor het einde van de op één jaar bepaalde proeftijd zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
180 [honderdtachtig] urentaakstraf die bestaat uit het verrichten van onbetaalde arbeid, bij het niet of niet naar behoren verrichten daarvan te vervangen door 90 [negentig] dagen hechtenis.