In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland, gedateerd 7 januari 2022, zijn twee beroepen behandeld die voortvloeien uit verzoeken op basis van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) door de Federatie Nederlandse Vakbeweging tegen het dagelijks bestuur van WerkSaam Westfriesland. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder gedeeltelijk aan het beroep van eiseres tegemoet is gekomen door de opgevraagde stukken alsnog openbaar te maken. Eiseres heeft aangegeven dat zij zich kan verenigen met het standpunt van verweerder dat hij niet beschikt over de overige opgevraagde stukken, waardoor het belang bij een inhoudelijke beoordeling van de beroepen in beginsel is komen te vervallen.
De rechtbank heeft vervolgens geoordeeld dat de beroepen niet-ontvankelijk zijn, maar heeft verweerder wel veroordeeld tot vergoeding van het door eiseres betaalde griffierecht en de proceskosten. De rechtbank heeft de proceskosten vastgesteld op € 1.518,00, waarbij rekening is gehouden met de samenhang tussen de zaken. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat er geen belang meer bestaat bij een inhoudelijke beoordeling van de beroepen, aangezien eiseres in haar bezwaarschriften geen verzoek om vergoeding van proceskosten heeft gedaan. De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.