Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
DNR Energy B.V.,
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 18 januari 2022 uitspraak gedaan in een arbeidsrechtelijk geschil tussen een werknemer, aangeduid als verzoeker, en zijn werkgever, DNR Energy B.V. De werknemer was op staande voet ontslagen en maakte aanspraak op een transitievergoeding, een billijke vergoeding en een gefixeerde schadevergoeding. De kantonrechter oordeelde dat het ontslag op staande voet rechtsgeldig was, omdat de werknemer herhaaldelijk te laat op het werk was verschenen, wat een dringende reden voor ontslag opleverde. De rechter concludeerde dat de werknemer geen recht had op de gevraagde vergoedingen, omdat het ontslag gerechtvaardigd was en de werknemer zelf verantwoordelijk was voor de omstandigheden die tot het ontslag leidden. Daarnaast werd het verzoek om achterstallig salaris afgewezen, omdat de werknemer had ingestemd met een wijziging van zijn arbeidsvoorwaarden. De werkgever werd wel veroordeeld tot het verstrekken van een eindafrekening met een deugdelijke bruto/netto-specificatie. De proceskosten werden aan de werknemer opgelegd, omdat hij ongelijk kreeg in zijn verzoeken.