1.5Op 10 juni 2021 (primair besluit) heeft verweerder beslist op het Wob verzoek. Verweerder heeft 42 documenten aangetroffen die onder de reikwijdte van het verzoek vallen.
- De documenten 1 tot en met 5, 7 tot en met 13, 15 tot en met 19 en 21 maakt verweerder op grond van artikel 2.57, eerste en tweede lid, van de Aanbestedingswet niet openbaar. Ook document 20 en 22 valt onder de reikwijdte van artikel 2.57 van de Aanbestedingswet. Verweerder maakt deze documenten gedeeltelijk openbaar en maakt hiervoor een uitzondering voor bladzijde 15 van document 20 en bladzijde 2 van document 22.
- Verweerder weigert document 23, 25, 33 tot en met 27, 41 en 42 openbaar te maken omdat deze documenten in vertrouwelijkheid zijn overgelegd en bedrijfs- en fabricagegegevens bevatten zoals bedoeld in artikel 10, eerste lid, aanhef en onder c van de Wob. Verweerder maakt de documenten 24, 26, 27, 39 en 40 gedeeltelijk openbaar.
- In de documenten 6, 14, 22, 24, 26 tot en met 32, 38, 39, 40 lakt verweerder namen, e-mailadressen, telefoonnummers en handtekeningen en andere tot een persoon herleidbare gegevens weg onder verwijzing naar artikel 10, tweede lid, onder e, Wob.
- Verder lakt verweerder delen van de documenten 29 tot en met 31 en 39 weg, omdat deze documenten details bevatten over de planning en levering en inzicht geven in de werkwijze van [verzoekster] . Openbaarmaking van deze informatie kan daarom ertoe leiden dat [verzoekster] onevenredig wordt benadeeld zoals bedoeld in artikel 10, tweede lid, onder g Wob.
Feitelijke openbaarmaking vindt niet eerder plaats van twee weken na dagtekening van het besluit. [verzoekster] heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt.
2. Bij het bestreden besluit van 22 november 2021 heeft verweerder het bezwaar ongegrond verklaard.
3. Het wettelijk kader is opgenomen in de bijlage.
4. Na afloop van de zitting is de voorzieningenrechter tot de conclusie gekomen dat nader onderzoek niet kan bijdragen aan de beoordeling van de zaak. De voorzieningenrechter doet daarom op grond van artikel 8:86 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) niet alleen uitspraak op het verzoek om voorlopige voorziening, maar ook op het beroep. Na met toepassing van artikel 8:29 van de Awb kennis te hebben genomen van de door verweerder overgelegde documenten overweegt de voorzieningenrechter als volgt.