3.3.3Bewijsoverwegingen
Identificatie van de gebruiker van het e-mailadres [e-mailadres verdachte] (hierna: 9xkn)
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat niet bewezen kan worden dat de verdachte de gebruiker is geweest van het e-mailadres 9xkn in de periode van 1 tot en met 3 oktober 2015.
De rechtbank verwerpt dit verweer. De rechtbank verwijst naar hetgeen in de bewijsmiddelenbijlage is opgenomen onder het kopje: “Identificatie van de gebruiker van het e-mailadres [e-mailadres verdachte] (hierna: 9xkn)”. In de kern komt dit op het volgende neer.
Het e-mailadres 9xkn, in de telefoon van [S.I.] (goednummer 5098321, met het account [e-mailadres S.I.] ) opgeslagen als Ras Blood !, stuurt op 3 oktober 2015 berichten waarin de naam Nora wordt genoemd. Uit deze berichten kan worden afgeleid dat de gebruiker van het e-mailadres 9xkn en Nora een relatie hebben. Uit onderzoek is gebleken dat de verdachte en [naam 2] een relatie met elkaar hebben (gehad), bovendien zijn zij op 5 oktober 2015 samen in een auto gecontroleerd. De verdachte noemt haar in een verhoor bij de politie Nora.
Uit de berichten van/aan het e-mailadres 9xkn kan voorts worden afgeleid dat de gebruiker van dit adres en [S.I.] goede bekenden van elkaar zijn. De verdachte is een vriend van [S.I.] , zo blijkt uit onder meer de verklaring van de medeverdachte [I.K.] . De verdachte had in 2015 lange rastaharen. Dit is ook te zien op een foto die is aangetroffen in een onder [S.I.] in beslag genomen telefoon.
[S.I.] en de verdachte zijn beiden geboren op [geboorteplaats] . Veel van de communicatie tussen [S.I.] en de gebruiker van het e-mailadres 9xkn is in het Papiaments.
Tot slot kan uit de berichten worden afgeleid dat [S.I.] en de gebruiker van het e-mailadres 9xkn (“kk ras”) personen kennen onder de bijnamen “Prof” en “Mandi(n)go”. Uit onderzoek is gebleken dat dit bijnamen zijn van [naam 3] en [naam 4] . In 2012 zijn [S.I.] en de verdachte in het bijzijn van deze twee personen aangetroffen.
Gelet op het voorgaande – in onderling verband en samenhang bezien – is de rechtbank van oordeel dat in voldoende mate vast is komen te staan dat het e-mailadres 9xkn in de ten laste gelegde periode werd gebruikt door de verdachte.
Medeplegen van voorbereiding van moord
De raadsman heeft aangevoerd dat geen sprake is geweest van een voor medeplegen vereiste substantiële bijdrage van de verdachte aan de voorbereiding van de moord op [slachtoffer] . Het enkel doorsturen van berichten zonder dat is gebleken van enige andere bijdrage van de verdachte kan hoogstens als medeplichtigheid worden gekwalificeerd, aldus de raadsman.
De rechtbank overweegt het volgende.
Voor de kwalificatie medeplegen is vereist dat sprake is van nauwe en bewuste samenwerking. Die kwalificatie is slechts gerechtvaardigd als de bewezenverklaarde – intellectuele en/of materiële – bijdrage aan het delict van de verdachte van voldoende gewicht is. Een en ander brengt mee dat indien het tenlastegelegde medeplegen in de kern niet bestaat uit een gezamenlijke uitvoering, maar uit gedragingen die met medeplichtigheid in verband plegen te worden gebracht (zoals het verstrekken van inlichtingen, op de uitkijk staan, helpen bij de vlucht), op de rechter de taak rust om in het geval dat hij toch tot een bewezenverklaring van het medeplegen komt, in de bewijsvoering – dus in de bewijsmiddelen en zo nodig in een afzonderlijke bewijsoverweging – dat medeplegen nauwkeurig te motiveren. Bij de vorming van zijn oordeel dat sprake is van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking, kan de rechter rekening houden met onder meer de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol in de voorbereiding, de uitvoering of de afhandeling van het delict en het belang van de rol van de verdachte, diens aanwezigheid op belangrijke momenten en het zich niet terugtrekken op een daartoe geëigend tijdstip. (Hoge Raad 20 september 2016, ECLI:NL:HR:2016:2126, NJ 2016/420, met noot N. Rozemond) Uit de bewijsmiddelen blijkt dat op 3 oktober 2015 voorbereidingshandelingen zijn verricht om [slachtoffer] van het leven te beroven. [I.K.] had contact met een persoon in de Sporthallen Zuid te Amsterdam, alwaar [slachtoffer] aanwezig was. [I.K.] gaf aan de schutter, die op een brug stond, meerdere keren door hoe [slachtoffer] gekleed was en dat hij bijna naar buiten zou komen. Ook gaf hij aan de schutter door dat [slachtoffer] niet met de brommer/scooter, maar lopend zou zijn. [I.K.] had hierover contact met [S.I.] en hield hem op de hoogte.
Uit de berichten van 3 oktober 2015 blijkt dat ook de verdachte met [S.I.] communiceert.
Om 22.14 uur stuurt de verdachte een mailwisseling door aan [S.I.] . Uit deze mailwisseling blijkt dat de verdachte contact heeft met ‘Jaguwar’. De rechtbank leidt uit de bewijsmiddelen af dat deze persoon de beoogde schutter was.
‘Jaguwar’ geeft om 21.38 uur aan de verdachte aan dat hij risico voor niets heeft genomen, dat hij de motor naar oost moet brengen, en zo niet meer gaat werken. Hij werkt op 100%. ‘Jaguwar’ stuurt ook een berichtenwisseling met [I.K.] door aan de verdachte. ‘Jaguwar’ is in de telefoon van [I.K.] opgeslagen als ‘Ready Ready!’. Uit deze berichtenwisseling, vanaf 21.20 uur, blijkt dat ‘Ready Ready!’ voor de deur op de brug staat en iedereen ziet die naar buiten komt. [I.K.] geeft aan dat hij niet te missen is. Hij is dik met een trainingspak. ‘Ready Ready!’ vraagt aan [I.K.] of hij zijn vriend kan vragen of hij er nog is. [I.K.] geeft daarop aan dat zijn vriend (
de rechtbank begrijpt: de persoon in de sporthallen) al weg is, maar had gezegd dat ‘die bolle’ nog binnen is. [I.K.] vraagt ‘Ready Ready!’ nog even te wachten en dan maar weg te gaan.
[S.I.] stuurt de verdachte om 22.25 uur een berichtenwisseling door tussen [I.K.] (‘Bro! Borat!’) en ‘Ready Ready!’. Uit deze berichtenwisseling, vanaf omstreeks 21.10 uur, blijkt dat [I.K.] aan ‘Ready Ready!’ een signalement heeft doorgegeven en heeft aangegeven goed op te letten omdat hij ieder moment naar buiten kan komen.
Op 4 oktober 2015 communiceren de verdachte en [S.I.] over wat er mis is gegaan. Ook uit deze communicatie blijkt dat de verdachte contact heeft met de persoon die op de brug stond, de beoogde schutter. Volgens de verdachte heeft deze persoon gezegd dat hij alles kon zien. [S.I.] reageert met boze berichten. Volgens [S.I.] kan je op die brug niemand zien ‘om te vegen’. Vanaf die brug zie je niemand naar buiten lopen. De verdachte moet tegen die man zeggen dat als hij wil werken, hij moet werken en niet met shit moet komen. De verdachte geeft aan [S.I.] aan dat hij heeft gezegd ‘hoe kan die man weg gaan zonder dat je hem hebt gezien’.
Op 6 oktober 2015 stuurt ‘Ready Ready!’ een bericht aan [S.I.] waarin hij meedeelt dat hij vandaag bij ‘shafur’ die ‘pipas’ (
de rechtbank begrijpt: vuurwapens) op heeft gehaald en van hem hoorde dat die auto, die BMW, door de politie is gepakt.
Eerder, op 3 oktober 2015 om 18.32 uur, had ‘Ready Ready!’ aan [S.I.] bericht:
“zo ga ik die auto zette en daarna na oost die motro(motor)
hallen”.
De rechtbank leidt hieruit af dat er naast een motor – waarvan verdere gegevens onbekend zijn gebleven – ook een BMW voorhanden was om bij de liquidatie te worden gebruikt.
In de nacht van 3 op 4 oktober 2015 is in Amsterdam een BMW met valse kentekenplaten inbeslaggenomen. Uit onderzoek is gebleken dat deze BMW op 29 september 2015 in Amsterdam is gestolen.
De rechtbank is van oordeel dat de rol van de verdachte in de onderhavige zaak, het onderzoek Reek, niet is beperkt gebleven tot het enkel doorsturen van berichten. Uit de inhoud van de berichten blijkt immers dat de verdachte degene is aan wie de schutter meldt dat hij zo niet meer wil werken. Daaruit leidt de rechtbank af dat de schutter door de verdachte in de arm is genomen om [slachtoffer] te liquideren (‘te vegen’). Dat wordt ondersteund door de opmerking van [S.I.] , dat de verdachte tegen de schutter moet zeggen dat als hij wil werken, hij moet werken en niet met shit moet komen. Met het regelen van de schutter heeft de verdachte een substantiële en wezenlijke bijdrage geleverd aan de voorbereiding van de liquidatie van [slachtoffer] , die de kwalificatie medeplegen rechtvaardigt, te meer nu de verdachte ten tijde van de uitvoering van het feit ook in (nauw) contact stond met (onder andere) de schutter, middels een van de PGP-toestellen.