Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
handelend onder de naam [bedrijfsnaam],
[gedaagde 2],
[gedaagde 3],
[gedaagde 4],
1.De procedure
- de dagvaarding van 10 juni 2021 met producties 1 t/m 24,
- de conclusie van antwoord met producties 1 t/m 3,
- het tussenvonnis van 15 september 2021,
- de akte overlegging producties met producties 25 t/m 31 van [eiser] ,
- de mondelinge behandeling van 1 februari 2022 en de daarbij overgelegde pleitaantekeningen van mr. Keuchenius en mr. Knoester.
2.Feiten
- dat partijen met ingang van 1 mei 2014 een nieuwe huurovereenkomst zijn aangegaan waarbij zij allebei te allen tijde met inachtneming van een termijn van één maand de huur konden opzeggen;
- dat [eiser] heeft ingestemd met de door [xxx] op 31 mei 2015 verzonden opzegging;
- dat [eiser] heeft toegezegd de verhoogde kosten voor de nutsvoorzieningen ten bedrage van € 401,09 aan [xxx] te betalen.”
3.Het geschil
4.De beoordeling
Toerekenbare tekortkoming
1.442,00(2,0 punten × tarief € 721,00)