Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting
Overwegingen
:
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan op een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan de betrokkene wegens het veroorzaken van onnodig geluid met een motorvoertuig. De betrokkene had tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierna heeft de betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter. De zitting vond plaats op 1 maart 2022, waar zowel de vertegenwoordiger van de officier van justitie als de gemachtigde van de betrokkene aanwezig waren.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, het onnodig geluid veroorzaken, voldoende is aangetoond door de verklaring van de verbalisant. De betrokkene stelde dat hij had moeten worden staande gehouden, maar de kantonrechter oordeelde dat er geen reële mogelijkheid tot staandehouding was, aangezien de verbalisant te voet was en de betrokkene met zijn voertuig wegreed. De kantonrechter concludeerde dat de boete terecht was opgelegd aan de kentekenhouder.
De betrokkene voerde aan dat de auto software heeft die het geluid veroorzaakt, maar de kantonrechter oordeelde dat de verklaring van de verbalisant voldoende was om de gedraging vast te stellen. De kantonrechter oordeelde ook dat de gedragingen op verschillende locaties en tijdstippen plaatsvonden, waardoor er geen sprake was van een voortgezette handeling. De kantonrechter heeft de boete gematigd tot € 250,00, omdat de hoogte van de boete per 1 maart 2022 was verlaagd. Tevens werd de officier van justitie veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van de betrokkene tot een bedrag van € 1.164,75.