ECLI:NL:RBNHO:2022:1830
Rechtbank Noord-Holland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking verzoeker niet-ontvankelijk verklaard wegens geen aangewezen rechter
In deze zaak heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Noord-Holland op 28 februari 2022 uitspraak gedaan over een verzoek tot wraking ingediend door een verzoeker, wonende te Beverwijk. Het verzoek tot wraking was gericht tegen een anonieme rechter in een nog niet behandelde zaak, geregistreerd onder zaaknummer HAA 21/6268. De verzoeker stelde dat de rechter partijdig was en in strijd met artikel 6 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden handelde. Hij klaagde dat de rechter niet alle stukken van het dossier had doorgestuurd en ten onrechte een verweerschrift had opgevraagd. De wrakingskamer heeft echter geoordeeld dat het verzoek niet-ontvankelijk was, omdat er nog geen rechter was aangewezen voor de behandeling van de zaak waar het wrakingsverzoek op betrekking had. Dit betekent dat het verzoek niet kon worden behandeld, aangezien het niet gericht was tegen een met de behandeling van de zaak belaste rechter. De wrakingskamer heeft de beslissing zonder mondelinge behandeling genomen, conform het Wrakingsprotocol van de rechtbank Noord-Holland, dat bepaalt dat een verzoek tot wraking zonder behandeling kan worden afgewezen als het niet betrekking heeft op de behandelende rechter. De rechtbank heeft de verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn wrakingsverzoek en bevolen dat de griffier een gewaarmerkt afschrift van de beslissing aan verzoeker en de wederpartij in de hoofdzaak zou toezenden.