Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
[gedaagde 1] .
[gedaagde 2], vennoot
3.)
[gedaagde 3], vennoot
beiden wonende te [woonplaats]
1.Het procesverloop
2.Feiten
de tegenvordering (voorts)
“Voorzieningen door verhuurder8.1 Partijen komen overeen dat het aanbrengen in het gehuurde van de volgende voorzieningen door en voor rekening en risico van verhuurder geschiedt;- Repareren en aanhelen van de systemenplafonds;- Ruimte voorzien van tussenmeters voor elektra en gas;- Ruimte voorzien van een separate CV ketel.”
3.De vordering
4.Het verweer en de tegenvordering
Het verweer tegen de tegenvordering
6.De beoordeling
onder de volgende bepaling”, te weten (onder andere):
behoudens beëindiging van deze huurovereenkomst door opzegging”in artikel 3.2 van de huurovereenkomst 2016 stond ook al in artikel 3.2 van de concept overeenkomst. In hun e-mail van 25 maart 2016 gaan [gedaagden] daar niet op in. Gebleken is niet dat zij daarna of op een andere manier bezwaar tegen deze zinsnede hebben gemaakt.
het redelijkerwijs voor rekening van Huurder komende aandeel in de kosten van die levering van zaken en diensten” vaststelt en “
Verhuurder hoeft daarbij geen rekening te houden met de omstandigheid dat Huurder van een of meer van deze levering van zaken en diensten geen gebruik maakt. Als een of meer gedeelten van het gebouw of complex van gebouwen niet in gebruik zijn, draagt Verhuurder er bij de bepaling van Huurders aandeel zorg voor dat dit niet hoger wordt dan wanneer het gebouw of complex van gebouwen volledig in gebruik zou zijn.” Artikel 18.4 bepaalt dat de verhuurder binnen 12 maanden na afloop van het jaar over elk jaar “
een rubrieksgewijs overzicht van de kosten van de levering van zaken en diensten, met vermelding van de wijze van berekening daarvan en van, voor zover van toepassing, het aandeel van Huurder in die kosten op zodanige wijze dat Huurder de toerekening van de kosten zelfstandig kan vaststellen” aan de huurder verstrekt.
na rato gehuurde aantal vierkante meters” en dat de verhuurder het gehuurde van tussenmeters voor elektra en gas en een separate cv-ketel zal voorzien.
7.De beslissing
dagvaarding € 114,07
griffierecht € 507,00
salaris gemachtigde € 996,00 ,
vermeerderd met de wettelijke rente over de proceskosten vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;