Vervolgens dient beoordeeld te worden of het optreden van de rechter de te vermijden schijn voor partijdigheid van de rechter heeft kunnen wekken en of die schijn objectief gerechtvaardigd is te achten. Daarbij neemt de wrakingskamer de volgende passages uit het proces-verbaal van de zitting in de hoofdzaak in overweging:
“(…)
G: ik ben het er niet mee eens dat het alleen om personenauto’s gaat. In de vergunning staat motorvoertuigen.
R: kijken we samen even naar de vergunning van 17 juni 2005. Aanvraag betreft autowrakken en voertuigen en handel in metalen en dan aangegeven dat het gaat om een inrichting en vergunning in de zin van besluit milieubeheer. Vergunning is ook verleend, maar er gelden voorschriften die de vergunning beperken en die er bij zitten.
V1: staat in het dictum van het besluit van de vergunning.
R: Op p. 7 van de vergunning. Voorschriften die er bij zitten verwezen naar 1.2.1 (opslag, autodemontage, in- en verkoop motorvoertuigen en handel in metalen) en 2.1.1 en daar staat binnen de inrichting mogen uitsluitend de volgens afvalstoffen worden geaccepteerd: “autowrakken” (eurocodes …). Dus volgens verweerder moet dit in samenhang gezien worden.
V1: klopt
R: hoe zit dat dan met motorvoertuigen?
V1: wel ingekocht en verkocht, maar het mogen geen wrakken zijn. Als eurocodes opgezocht worden, dan blijkt dat het alleen om personenauto’s gaat.
G: in vergunning staat voertuigen.
R: nee, de voorschriften beperken waar u toe gerechtigd bent. De inrichting moet voldoen aan de voorschriften in 1.2.1 en 2.1.1 bij demontage gaat het alleen om het demonteren van personenauto’s.
G: nee, wordt er van gemaakt een personenauto.
R: u bent wat hardleers er is uitgelegd dat dat blijkt uit de eurocodes. Als ik aan een auto denk dat denk ik aan een personenauto en niet aan een busje.
G: nee, niet onomstotelijk bewezen dat het om personenauto’s gaat, vind het niet netjes dat u mij hardleers noemt.
R: Dat had ik niet zo moeten zeggen, maar ik wilde u uitleggen dat verweerder mij een uitleg heeft gegeven die ik kan volgen. Ik volg het standpunt van verweerder dat geef ik u mee. Ik probeer om van u nog een reactie te krijgen en dan blijft u zeggen dat het in de vergunning staat. U zet zo uw hakken in het zand en zo komen we niet verder, maar u mag uiteraard bij uw standpunt blijven.
(…)
R: waarom geen melding ogv Activiteitenbesluit gedaan. Misschien is dat een oplossing?
V2: moet naar gekeken worden. Er zijn veel activiteiten die niet mogen. En daar gaat E mee door en dat maakt het lastig.
R: waarom de melding niet gedaan? Het loopt maar door.
E: heb niet het idee dat ik die melding moet doen. Iedereen weet dat ik het verkocht heb. De provincie van wie het terrein is, weet het ook. Ik kan niet werken met al die regeltjes. Ik ben een handelaar en daar probeer ik iets aan te verdienen. Ik mag nu opeens geen scooters, vrachtwagens en bussen verhandelen, terwijl ik dat altijd heb gedaan. Ik ga die nieuwe dingen niet meer aanvragen.
R: maar als u dat niet meer van plan bent. Het is het een of het ander.
E: ik rij al 40 jaar in een vrachtwagen en nu moet ik opeens een hele week naar school om een code 95 te halen, maar ik heb helemaal niks nieuws geleerd in die week.
R: vind ik wel iets anders dan het werken met giftige stoffen.
E: ook dat doe ik ook al 40 jaar.
R: heeft wel andere implicatie als u werkt zonder aan de regels te houden.
E: dat zijn nieuwe regels
G: probleem is dat er een vergunning nodig is voor de werkzaamheden die E verricht. De vergunning is overgenomen er is overgangsrecht. E wil niet meer voldoen aan de nieuwe wetgeving want hij gaat er mee stoppen.
R: maar dan is het of stoppen of aan de regels houden.
G: doet hij toch hij gaat stoppen.
R: maar er ligt wel al een last onder dwangsom.
G: ik vind handhaving buitenproportioneel. Dit is gewoon ondernemertje pesten. Geen redelijkheid en billijkheid. Ik zie dat niet bij verweerder en eerlijk gezegd ook niet bij u mevrouw de rechter. U bent vooringenomen.
R: ik probeer de regels met u door te nemen en van u uw standpunt te horen. Maar wilt u hier iets mee doen of gaan we verder met de zitting?
G: ik zie een vooringenomen positie, dus het is aan de wrakingskamer.
(…)”