Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte en/of zijn mededader,
- met dat opzet met een mondkapje voor het gezicht en/of capuchon over het hoofd/gezicht,
althans met gezichtsverhullende kleding en/of
- een pistool, althans een vuurwapen, in elk geval een op een vuurwapen gelijkend voorwerp op die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft gericht en/of
- een pistool, althans een vuurwapen, in elk geval een op een vuurwapen gelijkend voorwerp een of meermalen op het hoofd van die [slachtoffer 1] heeft gezet en/of
- dat pistool, althans een vuurwapen, in elk geval een op een vuurwapen gelijkend voorwerp
vervolgens heeft doorgeladen en/of
- tien maal, althans meerdere malen met dat pistool, althans een vuurwapen, in elk geval een op een vuurwapen gelijkend voorwerp op het hoofd van die [slachtoffer 1] te slaan en/of
- die [slachtoffer 1] bij de keel te grijpen en/of
- een mes aan die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] heeft getoond en/of
daarbij de woorden heeft/hebben toegevoegd: ‘geef je kankerspullen’ en/of ‘geef je kankerspullen, je telefoon’ en/of ‘geef me je kankerspullen, geef me je box, je telefoon’ en/of ‘geef je telefoon anders wordt je nu ook door mij neergestoken, je hebt de keus’, althans woorden van gelijke aard en/of strekking.
2.Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
(de rechtbank begrijpt: de onderhavige straatroof waarvoor [naam 2] vast zat op dat moment).
welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat hij, verdachte en/of zijn mededader,
- met dat opzet met een mondkapje voor het gezicht en capuchon over het hoofd
- een op een vuurwapen gelijkend voorwerp meermalen op het hoofd van die [slachtoffer 1] heeft gezet en
- dat op een vuurwapen gelijkend voorwerp vervolgens heeft doorgeladen en
- meerdere malen met dat op een vuurwapen gelijkend voorwerp op het hoofd van die [slachtoffer 1] heeft geslagen en
- die [slachtoffer 1] bij de keel heeft gegrepen en
- een mes aan die [slachtoffer 1] heeft getoond en
daarbij de woorden heeft toegevoegd: ‘geef je kankerspullen’ en ‘geef je kankerspullen, je telefoon’ en ‘geef me je kankerspullen, geef me je box, je telefoon’ en ‘geef je telefoon, anders word je nu ook door mij neergestoken, je hebt de keus’.
4.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit
5.Strafbaarheid van verdachte
6.Motivering van de sanctie
• Meldplicht bij reclassering• Ambulante behandeling• Begeleid wonen of maatschappelijke opvang• Contactverbod• Meewerken aan schuldhulpverlening• Andere voorwaarden het gedrag betreffende
8.Vorderingen benadeelde partij
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
drie jaren, met bevel dat van deze straf een gedeelte, groot één (1) jaar,
nietten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat verdachte voor het einde van de op twee jaren bepaalde proeftijd zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- zich meldt bij Reclassering Nederland aan het adres Drechterwaard 102 te Alkmaar. Hierna moet veroordeelde zich blijven melden zo frequent en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht. Veroordeelde dient zich te houden aan de voorwaarden en aanwijzingen van de reclassering;
- wordt verplicht om mee te werken aan een behandeling bij de Waag of soortgelijke
[slachtoffer 1]geleden schade tot een bedrag van
€ 3.065,40, als vergoeding voor de materiële en immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 2 juni 2021 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer 1] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting. Bepaalt dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door de medeverdachte is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
[slachtoffer 2]geleden schade tot een bedrag van
€ 3.000,-, als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 2 juni 2021 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer 2] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting. Bepaalt dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door de medeverdachte is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.