ECLI:NL:RBNHO:2022:1440

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
15 februari 2022
Publicatiedatum
22 februari 2022
Zaaknummer
9592135
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet van een Managing Director en de gevolgen voor de arbeidsovereenkomst

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 15 februari 2022 uitspraak gedaan in een arbeidsconflict tussen Well Guidance B.V. en [verweerder], een Managing Director. Well Guidance had [verweerder] op staande voet ontslagen wegens een dringende reden. De kantonrechter oordeelde dat het ontslag terecht was, maar wees de vordering tot betaling van een gefixeerde schadevergoeding af. De werkgever had niet aangetoond dat [verweerder] opzet of schuld had aan de dringende reden voor het ontslag. De zaak begon met een verzoek van Well Guidance c.s. om te verklaren dat de arbeidsovereenkomst met [verweerder] rechtsgeldig was beëindigd. [verweerder] en The Count Holding B.V. verweerden zich tegen dit verzoek en stelden dat het ontslag niet rechtsgeldig was. Tijdens de zitting op 18 januari 2022 werden de standpunten van beide partijen toegelicht. De kantonrechter concludeerde dat er geen arbeidsovereenkomst bestond tussen [verweerder] en de andere vennootschappen, en dat alleen Well Guidance als werkgever kon optreden. De kantonrechter wees de verzoeken van Well Guidance c.s. af, behalve de verklaring dat de arbeidsovereenkomst met [verweerder] rechtsgeldig was beëindigd. De kantonrechter oordeelde ook dat Well Guidance c.s. de proceskosten moesten betalen, omdat zij overwegend ongelijk kregen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./repnr.: 9592135 \ AO VERZ 21-95
Uitspraakdatum: 15 februari 2022
Beschikking van de kantonrechter in de zaak van:
de besloten vennootschap
Well Guidance B.V.
en de besloten vennootschap
Fabi Pro B.V., de besloten vennootschap
Gyro Guidance B.V.en
[verzoeker]
gevestigd te Amsterdam en/of met gekozen woonplaats in [plaats]
verzoekende partijen
verder gezamenlijk te noemen: Well Guidance c.s. en afzonderlijk te noemen Well Guidance, Fabi Pro, Gyro Guidance en [verzoeker]
gemachtigde: mr. R. Muurlink
tegen
[verweerder]
en de besloten vennootschap
The Count Holding B.V.
wonende en gevestigd te [plaats 2]
verwerende partijen
verder gezamenlijk te noemen: [verweerders] en afzonderlijk te noemen [verweerder] en The Count Holding
gemachtigde: mr. M. Bouiga
De zaak in het kort
De kantonrechter oordeelt in deze zaak dat een werknemer, een Managing Director, terecht wegens een dringende reden op staande voet is ontslagen. Maar de werknemer wordt niet veroordeeld tot betaling van een zogenoemde gefixeerde schadevergoeding aan de werkgever, omdat de werkgever niet heeft gesteld dat de werknemer de dringende reden door opzet of schuld heeft gegeven.

1.Het procesverloop

1.1.
Well Guidance c.s. hebben een verzoek gedaan om onder meer voor recht te verklaren dat de arbeidsovereenkomst met [verweerder] en The Count Holding met ingang van 18 oktober 2021 tot een rechtsgeldig einde is gekomen. [verweerders] hebben een verweerschrift en een tegenverzoek ingediend.
1.2.
Op 18 januari 2022 heeft een zitting plaatsgevonden. Partijen hebben daar hun standpunten toegelicht en vragen beantwoord. De griffier heeft daarvan aantekeningen gemaakt. Well Guidance c.s. en [verweerders] hebben ook pleitaantekeningen overgelegd. Vóór de zitting hebben partijen met brieven van 13 en 17 januari 2022 nog stukken toegezonden.
1.3.
De zaak is op de zitting van 18 januari 2022 gezamenlijk behandeld met een ander verzoekschrift van Well Guidance c.s. en een verzoekschrift van [verweerder] , met zaaknummers C/15/323313/HA RK 21/237 en 9592069\AO VERZ 21-94. In die zaken wordt vandaag afzonderlijk uitspraak gedaan.

2.De feiten

2.1.
Well Guidance is op 30 april 2018 opgericht. Well Guidance houdt zich bezig met dienstverlening op het gebied van energiewinning.
2.2.
Als statutair bestuurders van Well Guidance zijn benoemd The Count Holding, Fabi Pro, Gyro Guidance en de besloten vennootschap Quantum Fun Holding B.V. Laatstgenoemde vennootschap is per 4 augustus 2021 uitgetreden als bestuurder.
2.3.
Bestuurder van The Count Holding is [verweerder] . Bestuurder van Fabi Pro is [xxx] (hierna: [xxx] ). Bestuurder van Gyro Guidance is [verzoeker] (hierna: [verzoeker] ). The Count Holding, Fabi Pro, Gyro Guidance en [verzoeker] zijn ook aandeelhouder van Well Guidance.
2.4.
Well Guidance, geboren [geboortedatum] , is op 1 november 2018 in dienst getreden bij [verweerder] . De functie van Well Guidance is Managing Director met een salaris van € 5.775,00 bruto per maand.
2.5.
[verweerder] is op 18 oktober 2021 op staande voet ontslagen. In een brief van de advocaat van Well Guidance van 18 oktober 2021 is dat ontslag bevestigd. Daarbij is als dringende reden voor het ontslag onder meer genoemd dat [verweerder] namens Well Guidance per 1 januari 2021 een arbeidsovereenkomst is aangegaan met een vriendin van hem, en dat door Well Guidance over de periode van 1 januari 2021 tot 1 oktober 2021 ook loonbetalingen aan die vriendin zijn gedaan, terwijl die vriendin niet daadwerkelijk in dienst is getreden en nooit werkzaamheden heeft verricht voor Well Guidance.
2.6.
The Count Holding is op 18 oktober 2021 in de algemene vergadering van aandeelhouders ontslagen als statutair bestuurder van Well Guidance.

3.Het verzoek, het verweer en het tegenverzoek

3.1.
Well Guidance c.s. verzoeken voor recht te verklaren dat de arbeidsovereenkomst met [verweerder] en The Count Holding met ingang van 18 oktober 2021 tot een rechtsgeldig einde is gekomen, dat [verweerder] en The Count Holding terecht op staande voet zijn ontslagen en dat zij ernstig verwijtbaar en onrechtmatig hebben gehandeld. Verder wordt verzocht om [verweerder] en The Count Holding te veroordelen tot terugbetaling van bedragen van € 19.391,40,
€ 3.061,88 en € 7.350,00 aan onverschuldigde betalingen. Ook wordt verzocht om [verweerder] te veroordelen tot betaling van een zogenoemde gefixeerde schadevergoeding van € 8.651,32 bruto. Aan deze verzoeken leggen Well Guidance c.s. ten grondslag – kort weergegeven – dat [verweerders] terecht op staande voet zijn ontslagen en dat verschillende bedragen onverschuldigd zijn betaald aan [verweerders]
3.2.
verweren zich tegen het verzoek en stellen dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is, omdat geen sprake is van een dringende reden voor dat ontslag en het ontslag ook niet onverwijld is gegeven. Verder merken [verweerders] op dat het door Well Guidance c.s. genoemde onverschuldigd betaalde bedrag van € 19.391,40 al is terugbetaald, en dat de bedragen van € 3.061,88 en € 7.350,00 grotendeels betrekking hebben op betaling van zakelijke (on)kosten en een bonus waarop [verweerders] aanspraak hebben. Verder wordt bij wijze van tegenverzoek door [verweerders] verzocht om Well Guidance c.s. te veroordelen tot betaling van een bonus van € 63.359,63, en wordt door The Count Holding aanspraak gemaakt op terugbetaling van een lening aan Well Guidance van € 3.000,00.

4.De beoordeling

het verzoek

4.1.
De kantonrechter constateert dat partijen in deze zaak in veel verschillende hoedanigheden verzoeken, vorderingen en tegenverzoeken indienen, met name als werkgever, werknemer, bestuurder en aandeelhouder. Zij maken ook niet steeds geheel duidelijk door wie en tegen wie precies de verzoeken en vorderingen worden ingediend.
4.2.
In ieder geval kan het verzoek van Well Guidance gericht tegen [verweerder] wat betreft het ontslag op staande voet en de gefixeerde schadevergoeding op grond van de wet met een verzoekschrift en bij de kantonrechter worden ingediend, omdat dit verzoek betrekking heeft op het einde van de arbeidsovereenkomst. [1]
4.3.
De kantonrechter acht zich ook bevoegd om van dat verzoek kennis te nemen, omdat [verweerder] geen statutair bestuurder is. De afdeling Handel van de rechtbank is op grond van de wet bevoegd als het verzoek een statutair bestuurder betreft, maar dat is dus niet het geval. [2] De stelling van Well Guidance c.s. dat naast The Count Holding ook [verweerder] zelf als statutair bestuurder moet worden aangemerkt, omdat hij de enig bestuurder en aandeelhouder is van The Count Holding, kan niet worden gevolgd. Immers, vast staat dat alleen The Count Holding tot (mede)bestuurder van Well Guidance is benoemd en niet [verweerder] als natuurlijk persoon. Bij gebreke van een benoeming daartoe kan [verweerder] niet als statutair bestuurder worden beschouwd. Ook uit de rechtspraak volgt dat zonder benoemingsbesluit geen benoeming als bestuurder tot stand komt. [3] Dat [verweerder] wel een zogenoemde titulair bestuurder is en bestuurder van The Count Holding, maakt daarbij niet uit.
4.4.
De overige verzoeken en vorderingen zullen om praktische en proceseconomische redenen ook worden beoordeeld in deze zaak, ook al is discussie mogelijk over de vraag of deze voldoende verband houden met de vordering die betrekking heeft op het einde van de arbeidsovereenkomst. [4] Daarbij neemt de kantonrechter in aanmerking dat er een grote mate van samenhang is tussen de verschillende verzoeken en vorderingen, die zich tegen afzonderlijke behandeling verzet, en dat partijen expliciet vragen om een gezamenlijke behandeling.
4.5.
De verzoeken en vorderingen van Well Guidance c.s. zijn in feite steeds gebaseerd op een arbeidsovereenkomst, maar worden niet alleen ingediend door Well Guidance als werkgever, maar ook door Fabi Pro, Gyro Guidance en [verzoeker] in hun hoedanigheid als bestuurders en (kennelijk) aandeelhouders van Well Guidance.
4.6.
Echter, vast staat dat er alleen sprake is van een arbeidsovereenkomst tussen Well Guidance en [verweerder] . Er is geen arbeidsovereenkomst tussen Fabi Pro, Gyro Guidance en [verzoeker] enerzijds en [verweerder] anderzijds. The Count Holding is als besloten vennootschap ook geen werknemer, omdat alleen een natuurlijk persoon werknemer kan zijn. [5]
4.7.
Er is ook niet, althans onvoldoende gesteld en gebleken dat er een (andere) feitelijke of juridische grondslag is voor de vorderingen en verzoeken van Fabi Pro, Gyro Guidance en [verzoeker] jegens [verweerder] . Hetzelfde geldt voor de vorderingen en verzoeken jegens The Count Holding. Ook een zelfstandig belang van Fabi Pro, Gyro Guidance en [verzoeker] bij hun verzoeken en vorderingen is onvoldoende gebleken.
4.8.
Dat betekent dat alle verzoeken en vorderingen van Fabi Pro, Gyro Guidance en [verzoeker] moeten worden afgewezen. Ook de verzoeken van Well Guidance c.s. gericht tegen The Count Holding moeten dus worden afgewezen, voor zover deze zijn gebaseerd op een arbeidsovereenkomst. Hetzelfde geldt voor de gevorderde verklaring voor recht dat [verweerder] en The Count Holding onrechtmatig hebben gehandeld, omdat de grondslag daarvoor onvoldoende is gesteld en gemotiveerd.
4.9.
De door Well Guidance verzochte verklaring voor recht dat de arbeidsovereenkomst met [verweerder] met ingang van 18 oktober 2021 tot een rechtsgeldig einde is gekomen en dat [verweerder] terecht op staande voet is ontslagen, kan worden toegewezen. De kantonrechter verwijst daarvoor naar het oordeel en de overwegingen daarover in de beschikking die vandaag is gewezen tussen [verweerder] en Well Guidance met zaaknummer 9592069\AO VERZ 21-94. De verzochte verklaring voor recht dat [verweerder] ernstig verwijtbaar heeft gehandeld, wordt afgewezen, omdat niet is gesteld of gebleken wel (afzonderlijk) belang Well Guidance daarbij in deze zaak heeft.
4.10.
Het verzoek van Well Guidance om [verweerder] te veroordelen tot betaling van een gefixeerde schadevergoeding van € 8.651,32 bruto wordt afgewezen. Op grond van de wet is een dergelijke vergoeding alleen verschuldigd als [verweerder] door opzet of schuld aan Well Guidance een dringende reden heeft gegeven om de arbeidsovereenkomst onverwijld op te zeggen. [6] Well Guidance heeft niet gesteld dat daarvan sprake is, maar alleen dat [verweerder] ernstig verwijtbaar heeft gehandeld. Ernstige verwijtbaarheid is echter wat anders dan opzet of schuld, zeker in het licht van de relevante wettelijke bepalingen. Het is in dit geval, waarin partijen over en weer een veelheid aan verzoeken en vorderingen hebben ingediend en niet steeds helder zijn over de grondslagen daarvan, niet aan de kantonrechter om zelf de grondslag van het verzoek op dit punt aan te vullen. Ook voor het ambtshalve aanvullen van de rechtsgrond van het verzoek ziet de kantonrechter gelet op de aard van dit geschil geen aanleiding.
4.11.
Well Guidance heeft op de zitting erkend dat het door haar gevorderde bedrag van
€ 19.391,40 inmiddels is terugbetaald en heeft haar vordering daarom ingetrokken, zodat daarop niet meer hoeft te worden beslist.
4.12.
De vordering van Well Guidance om [verweerder] te veroordelen tot terugbetaling van
€ 7.350,00 wordt afgewezen. [verweerder] heeft in zijn verweerschrift en ook op de zitting gemotiveerd en onderbouwd toegelicht dat dit bedrag aan hem is betaald en toekwam op basis van de zogenoemde ‘job bonus claim’ van artikel 6.1 van de schriftelijke arbeidsovereenkomst. Die toelichting is door Well Guidance onvoldoende weersproken. De stelling van Well Guidance dat [verweerder] heeft erkend dat de bonusregeling in de schriftelijke arbeidsovereenkomst niet van toepassing is, treft geen doel, omdat die erkenning alleen zag op de bonusregeling van artikel 5 van de schriftelijke arbeidsovereenkomst, en niet op de bonusregeling van artikel 6.1. Het verweer van Well Guidance dat [verweerder] ‘twee petten’ op heeft, omdat hij als (indirect) bestuurder namens Well Guidance met zichzelf als werknemer een arbeidsovereenkomst is aangegaan, waarvan de ‘job bonus claim’ deel uitmaakt, heeft ook geen succes. Er is namelijk niet gesteld dat de arbeidsovereenkomst onbevoegd is aangegaan of wegens enig (wils)gebrek voor vernietiging in aanmerking komt.
4.13.
Aan de vordering van Well Guidance om [verweerder] te veroordelen tot terugbetaling van
€ 3.061,88 is ten grondslag gelegd dat [verweerder] verschillende privé-uitgaven heeft gedaan. [verweerder] heeft in het verweerschrift voldoende gemotiveerd en onderbouwd dat sprake is van zakelijke uitgaven of van geruilde zaken met een vergelijkbare waarde. Ook hier geldt dat niet dan wel onvoldoende is gesteld of gebleken dat [verweerder] als Managing Director niet bevoegd zou zijn geweest ten aanzien van de uitgaven. [verweerder] heeft wel erkend dat hij de kosten voor een vliegticket voor zijn dochter nog moet terugbetalen, zodat hij zal worden veroordeeld tot terugbetaling van € 1.326,00. De gevorderde wettelijke rente daarover is toewijsbaar vanaf de dag van indiening van het verzoekschrift.
4.14.
De proceskosten komen voor rekening van Well Guidance c.s., omdat zij overwegend ongelijk krijgen. Daarbij worden Well Guidance c.s. ook veroordeeld tot betaling van
€ 124,00 aan nasalaris, voor zover daadwerkelijk nakosten door [verweerder] worden gemaakt.
het tegenverzoek
4.15.
Het verzoek van [verweerders] om Well Guidance c.s. te veroordelen tot betaling van een bonus van € 63.359,63, wordt afgewezen. De kantonrechter verwijst daarvoor naar het oordeel en de overwegingen daarover in de beschikking die vandaag is gewezen tussen [verweerder] en Well Guidance met zaaknummer 9592069\AO VERZ 21-94.
4.16.
De vordering van The Count Holding om Well Guidance te veroordelen tot terugbetaling van een lening aan Well Guidance van € 3.000,00 wordt afgewezen. The Count Holding heeft tegenover de betwisting daarvan door Well Guidance c.s. onvoldoende gemotiveerd en onderbouwd dat sprake is van een direct opeisbare lening en dat zij op terugbetaling daarvan aanspraak kan maken. Op de zitting is door The Count Holding ook erkend dat in feite geen sprake is van een lening.
4.17.
De proceskosten komen voor rekening van [verweerders] , omdat zij ongelijk krijgen. Er is echter niet gebleken van afzonderlijke proceshandelingen die een vergoeding daarvoor rechtvaardigen. Die kosten worden daarom vastgesteld op nihil.

5.De beslissing

De kantonrechter:
het verzoek
5.1.
verklaart voor recht dat de arbeidsovereenkomst tussen Well Guidance en [verweerder] met ingang van 18 oktober 2021 tot een rechtsgeldig einde is gekomen en dat [verweerder] terecht op staande voet is ontslagen;
5.2.
veroordeelt [verweerder] tot terugbetaling aan Well Guidance van € 1.326,00, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 16 december 2021 tot de dag van gehele betaling;
5.3.
wijst de overige verzoeken en vorderingen af;
5.4.
veroordeelt Well Guidance c.s. tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van [verweerders] tot en met vandaag vaststelt op € 747,00 aan salaris voor de gemachtigde van [verweerders] , en veroordeelt Well Guidance c.s. tot betaling van € 124,00 aan nasalaris, voor zover daadwerkelijk nakosten door [verweerders] worden gemaakt;
5.5.
verklaart de beschikking uitvoerbaar bij voorraad, afgezien van de verklaringen voor recht;
het tegenverzoek
5.6.
wijst het verzoek en de vorderingen af;
5.7.
veroordeelt [verweerders] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van Well Guidance c.s. tot en met vandaag vaststelt op nihil;
5.8.
verklaart de beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. P.J. Jansen en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter

Voetnoten

1.Artikel 7:686a lid 2 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW).
2.Artikel 2:241 BW.
3.Zie de uitspraak van de Hoge Raad van 15 december 2000, te vinden op www.rechtspraak.nl onder nummer ECLI:NL:HR:2000:AA9047 (
4.Artikel 7:686a lid 3 BW.
5.Zie de uitspraak van de Hoge Raad van 9 juli 1990, te vinden in NJ 1991/215 (
6.Artikel 7:677 lid 2 BW.