ECLI:NL:RBNHO:2022:128
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- P.W.M. de Wolf MSM
- Rechtspraak.nl
Wijziging van gezamenlijk gezag naar eenhoofdig gezag en afwijzing van verzoek om omgangsregeling
Op 11 januari 2022 heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, uitspraak gedaan in een zaak betreffende de wijziging van gezamenlijk gezag naar eenhoofdig gezag. De moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. E.M. Meppelink, verzocht om haar te belasten met eenhoofdig gezag over de minderjarigen, terwijl de vader, vertegenwoordigd door mr. P.K. de Blieck-Willemsen, zich tegen dit verzoek verzette. De rechtbank heeft vastgesteld dat de ouders niet in staat zijn om op een behoorlijke manier met elkaar te overleggen en beslissingen van belang over hun kinderen gezamenlijk te nemen. Dit is mede te wijten aan de onbetrouwbaarheid van de vader, die door zijn detentie en criminele activiteiten niet in staat is om de noodzakelijke stabiliteit te bieden die de kinderen nodig hebben. De rechtbank concludeert dat het in het belang van de minderjarigen noodzakelijk is om het gezamenlijk gezag te beëindigen en de moeder met het eenhoofdig gezag te belasten.
Daarnaast heeft de rechtbank het verzoek van de vader om een omgangsregeling afgewezen. De rechtbank oordeelt dat omgang tussen de vader en de minderjarigen in strijd is met de zwaarwegende belangen van de kinderen. De vader heeft niet kunnen aantonen dat hij in staat is om een betrouwbare en stabiele ouder te zijn, en er is momenteel geen draagvlak voor omgang vanuit de minderjarige [minderjarige 1]. De rechtbank benadrukt dat elke afwijzing van een verzoek tot omgang van tijdelijke aard is, en dat de vader zich opnieuw tot de rechter kan wenden indien de omstandigheden wijzigen.