ECLI:NL:RBNHO:2022:12568

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
21 november 2022
Publicatiedatum
20 april 2023
Zaaknummer
15/317681-21 P
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelvonnis in strafzaak tegen verdachte met gedragsbeïnvloedende maatregel

Op 21 november 2022 heeft de Rechtbank Noord-Holland, meervoudige kamer voor strafzaken, een vonnis gewezen in de strafzaak tegen een verdachte zonder vaste woon- of verblijfplaats, thans gedetineerd in Justitieel Complex Zaanstad. Na de uitspraak is gebleken dat het dictum van het vonnis een kennelijke misslag bevatte. De rechtbank heeft vastgesteld dat de maatregel tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking, die aan de verdachte was opgelegd, ten onrechte als dadelijk uitvoerbaar was verklaard. Dit is in strijd met de wettelijke grondslag. Om een juiste executie van het vonnis te waarborgen, heeft de rechtbank besloten het dictum te herstellen.

In het herstelvonnis, gewezen op 15 december 2022, handhaaft de rechtbank haar eerdere beslissingen van 21 november 2022, maar corrigeert het dictum. De rechtbank verklaart de verdachte vrij van bepaalde tenlastegelegde feiten en bevestigt de bewezenverklaring van andere feiten. De verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, met een voorwaardelijke proeftijd van 2 jaar. De tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, wordt in mindering gebracht op de opgelegde straf. Tevens wordt de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in de vordering en wordt het verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis afgewezen. Het vonnis wordt ter kennis gebracht van de verdachte, zijn raadsman, de officier van justitie en de benadeelde partij.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf
Locatie Alkmaar
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/317681-21 (P)
Uitspraakdatum: 21 november 2022
Herstelvonnisvan de rechtbank Noord-Holland, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [pleegdatum en -plaats]
zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande,
thans gedetineerd in Justitieel Complex Zaanstad.
De rechtbank overweegt dat zij aanleiding ziet het op 21 november 2022 uitgesproken vonnis in de strafzaak tegen bovengenoemde verdachte te herstellen.

1.Het onderdeel van het vonnis dat hersteld dient te worden

De rechtbank heeft op 21 november 2022 vonnis gewezen in de strafzaak tegen bovengenoemde verdachte.
Na de uitspraakdatum is de rechtbank gebleken dat het dictum van voormeld vonnis een kennelijke misslag bevat. Aan de verdachte is de maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking opgelegd. In het dictum staat vermeld dat deze maatregel dadelijk uitvoerbaar wordt verklaard. Echter, hier bestaat geen wettelijke grondslag voor. Dit houdt in dat de dadelijke uitvoerbaarheid, zoals vermeld in het dictum van bovengenoemd vonnis, moet komen te vervallen. In het belang van een juiste executie van het vonnis, zal de rechtbank dit herstellen door verbetering van het dictum, waartoe het onderhavige vonnis strekt.

2.Beslissing

Handhaaft haar beslissingen van 21 november 2022, met dien verstande dat het dictum met herstel van een kennelijke misslag als volgt komt te luiden:
De rechtbank:
Verklaart
niet bewezenwat aan de verdachte in zaak C onder feit 1 is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij.
Verklaart
bewezendat de verdachte de feiten 1 en 2 in zaak A, het feit in zaak B, de feiten 2 en 3 in zaak C en de feiten 1 primair en 2 in zaak D heeft begaan zoals hiervoor onder 3.4 weergegeven.
Verklaart niet bewezen wat aan de verdachte bij deze feiten meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij.
Bepaalt dat de bewezen verklaarde feiten de hierboven onder 4. vermelde strafbare feiten opleveren.
Verklaart de verdachte hiervoor
strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
18 maanden, met bevel dat van deze straf een gedeelte, groot 3 maanden,
nietten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat de verdachte voor het einde van de op 2 jaren bepaalde proeftijd zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Bepaalt dat de tijd die de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Legt aan de verdachte op de
maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking.
Verklaart de benadeelde partij [slachtoffer] niet-ontvankelijk in de vordering.
Wijst af het verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis.
Bepaalt dat de griffier dit vonnis doet hechten aan het originele vonnis van 21 november 2022 en dit vonnis per brief ter kennis doet brengen van de verdachte, zijn raadsman, de officier van justitie en de benadeelde partij.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit herstelvonnis is op 15 december 2022 gewezen door
mr. M. Ramondt, voorzitter,
mr. M.E. Francke en mr. S.J. Riem, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. M. van Splunter.
mr. S.J. Riem en mr. M. van Splunter zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.