Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten
- het brengen van zijn, verdachtes, penis en/of zijn, verdachtes, vingers in de vagina van die [slachtoffer]
- het betasten van de borsten van die [slachtoffer] .
2.Voorvragen
3.Bewijs
- de bekennende verklaring van de verdachte ter terechtzitting afgelegd;
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [moeder] namens [slachtoffer] d.d. 23 augustus 2021 (dossierpagina’s 74 tot en met 82);
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 23 augustus 2021 (dossierpagina’s 13 en 14).
- het brengen van zijn, verdachtes, penis in de vagina van die [slachtoffer] en
- het betasten van de borsten van die [slachtoffer] .
4.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit:
5.Strafbaarheid van de verdachte
6.Motivering van de sanctie
.Dit rapport houdt onder meer in dat de verdachte niet gemotiveerd is om zijn gedrag nader te onderzoeken. Zij kunnen daarom niet komen tot een behandelaanbod. Zij adviseren een straf zonder bijzondere voorwaarden.
7.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
€ 6.500,00
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
42 (tweeënveertig) MAANDEN.
ontactverbod
[slachtoffer]geleden schade tot een bedrag van
€ 6.628,46 (zesduizend zeshonderdachtentwintig euro en zesenveertig cent)bestaande uit € 128,46 als vergoeding voor de materiële en € 6.500,00 als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 21 augustus 2021 tot aan de dag van volledige betaling van dat bedrag, aan [slachtoffer] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
€ 6.628,46 (zesduizend zeshonderdachtentwintig euro en zesenveertig cent)bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 68 (achtenzestig) dagen gijzeling en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 augustus 2021 tot aan de dag van volledige betaling van dat bedrag. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.