ECLI:NL:RBNHO:2022:12331

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
26 augustus 2022
Publicatiedatum
20 februari 2023
Zaaknummer
9884829 WM VERZ 22-1150
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van een administratieve sanctie opgelegd voor snelheidsovertreding binnen de bebouwde kom

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 26 augustus 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan betrokkene wegens het overschrijden van de maximum snelheid binnen de bebouwde kom. Betrokkene had een boete ontvangen voor het rijden van 9 km per uur boven de toegestane snelheid. De officier van justitie had het beroep van betrokkene tegen de boete ongegrond verklaard, waarna betrokkene in beroep ging bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar betrokkene zelf was niet verschenen. De kantonrechter heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat de gedraging van betrokkene, het overschrijden van de maximum snelheid, niet ter discussie stond. Betrokkene voerde aan dat de locatie van de overtreding een 2-baansweg buiten de bebouwde kom was en dat de maximum snelheid van 50 km per uur onredelijk was. De kantonrechter verduidelijkte echter dat het vaststellen van de maximum snelheid de verantwoordelijkheid is van de wegbeheerder en niet van de kantonrechter.

Betrokkene stelde ook dat er geen gegevens opgevraagd konden worden van de verbalisant en het gebruikte meetmiddel. De kantonrechter wees erop dat de bevoegdheid van de verbalisant en de deugdelijkheid van het meetmiddel niet automatisch in twijfel getrokken kunnen worden. De vertegenwoordiger van de officier van justitie overhandigde een certificaat waaruit bleek dat de verbalisant bevoegd was om het meetmiddel te bedienen. De kantonrechter concludeerde dat er geen reden was om te twijfelen aan de controle van de relevante bebording door de verbalisant.

Uiteindelijk oordeelde de kantonrechter dat de boete terecht was opgelegd en verklaarde het beroep ongegrond. Betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 70,00 bedraagt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknummer : 9884829 \ WM VERZ 22-1150
CJIB-nummer : 243262802
Uitspraakdatum : 26 augustus 2022
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
naam : [betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [postcode] [woonplaats]
(hierna te noemen: betrokkene).

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 26 augustus 2022. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: 9 km per uur harder rijden dan mag binnen de bebouwde kom.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd. Zo heeft betrokkene aangegeven dat de locatie waar de gedraging is vastgesteld een 2-baansweg buiten de bebouwde kom betreft met een apart fietspad ernaast, en dat de maximum snelheid van 50 km per uur daarom onredelijk is. Het bepalen van de maximum snelheid ligt echter niet bij de kantonrechter, maar bij de wegbeheerder. Het is daardoor niet aan de kantonrechter om te beoordelen of ergens een hogere maximum snelheid zou moeten gelden.
Voorts heeft betrokkene aangegeven dat zij heeft geconstateerd dat er geen gegevens opgevraagd kunnen worden van de betreffende verbalisant en de gebruikte apparatuur. Vooraleerst stelt de kantonrechter vast dat deze opmerkingen van betrokkene er niet toe leiden dat dan automatisch getwijfeld moet worden aan de bevoegdheid van de verbalisant, de bevoegdheid om het meetmiddel te bedienen, of dat er getwijfeld moet worden aan de deugdelijkheid van het meetmiddel. De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft evenwel ter zitting het certificaat van de betreffende verbalisant overgelegd waaruit blijkt dat deze bevoegd is om het meetmiddel te bedienen.
Betrokkene heeft ten slotte het volgende in het beroepschrift aangegeven:

Situatie (plek waar foto is genomen) is vlakbij het bord 50 km (vanuit richting viaduct Akersloot. Ook om die reden dient de bekeuring te worden vernietigd.”
Voor zover betrokkene bedoelt te zeggen dat zij niet kon weten dat de maximum snelheid 50 km per uur was, omdat zij het bord nog niet gepasseerd had, stelt de kantonrechter vast dat in deze zaak sprake is van een mobiele controle, en dat volgens het Hof het uitgangspunt dan is dat er van uit gegaan mag worden dat de verbalisant ter plaatse de relevante bebording, op basis waarvan de boete is opgelegd, heeft gecontroleerd. Hiervoor verwijst zij naar een arrest van het Hof Arnhem-Leeuwarden van 2 april 2021 (vindplaats: ECLI:NL:GHARL:2021:3188). Hetgeen betrokkene over de bebording zegt, doet niet betwijfelen of de verbalisant de bebording heeft gecontroleerd.
Alles overwegende komt de kantonrechter aldus tot het oordeel dat de boete terecht is opgelegd.
De kantonrechter ziet in hetgeen betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E. Kanninga-Jonker, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 70,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: