In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 9 september 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene. De sanctie was het gevolg van een vermeende overtreding van de verkeersvoorschriften, waarbij betrokkene 5 km per uur te hard zou hebben gereden binnen de bebouwde kom. Betrokkene heeft tegen de beslissing van de officier van justitie beroep ingesteld, nadat deze het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting op 26 augustus 2022 heeft de vertegenwoordiger van de officier van justitie betoogd dat er een bord H1 aanwezig was op de rijroute van betrokkene, wat betekende dat hij zich binnen de bebouwde kom bevond en niet harder dan 50 km per uur mocht rijden. De officier van justitie heeft ter onderbouwing van zijn standpunt schouwrapporten en printscreens van Google Maps overgelegd, maar de kantonrechter oordeelde dat de tijd tussen de vermeende gedraging en de schouwrapporten te groot was om de aanwezigheid van het bord op het moment van de gedraging te bevestigen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was dat de bebording in orde was op het moment van de gedraging, waardoor de boete ten onrechte was opgelegd. Het beroep van betrokkene is gegrond verklaard, de beslissing van de officier van justitie is vernietigd en de proceskosten zijn vergoed.