ECLI:NL:RBNHO:2022:12127
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Terugvordering WIA-toeslag en de gevolgen van schuldsanering voor eiser
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 30 december 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de Raad van Bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) over de terugvordering van een WIA-toeslag. De eiser, die drie jaar in een schuldsanering heeft gezeten, ontving ten onrechte een toeslag over de periode van 22 maart 2017 tot en met 31 januari 2020, wat resulteerde in een terugvorderingsbedrag van € 16.674,49. De rechtbank oordeelde dat de eiser de inlichtingenplicht had geschonden, maar dat er dringende redenen waren om van gedeeltelijke terugvordering af te zien. De rechtbank overwoog dat de eiser, na het afronden van zijn schuldsanering, opnieuw met een schuld werd geconfronteerd, wat hem in een onaanvaardbare financiële situatie zou brengen. De rechtbank nam in overweging dat de eiser niet bewust de inlichtingenplicht had geschonden en dat de terugvordering niet ten goede was gekomen aan hem, maar aan zijn schuldeisers. De rechtbank concludeerde dat de gevolgen van de terugvordering voor de eiser sociaal en financieel onaanvaardbaar waren, vooral gezien het feit dat hij al vijf jaar op of rond het bestaansminimum leefde. De rechtbank besloot het beroep van de eiser gegrond te verklaren, het terug te vorderen bedrag te matigen tot het bedrag dat inmiddels was afgelost, en de proceskosten te vergoeden.