ECLI:NL:RBNHO:2022:11612
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de AOW-pensioenstatus van eiser in het kader van duurzaam gescheiden leven
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 9 december 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een AOW-gerechtigde, en de Raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Eiser ontving vanaf november 2016 een AOW-pensioen op basis van de gehuwdennorm, maar heeft in maart 2021 aangegeven duurzaam gescheiden te leven van zijn partner. De SVB heeft in een besluit van 5 november 2021 het pensioen ongewijzigd gelaten, waarna eiser bezwaar heeft gemaakt. In het bestreden besluit van 20 januari 2022 verklaarde de SVB het bezwaar gedeeltelijk gegrond, maar bleef de gehuwdennorm van toepassing.
De rechtbank heeft het beroep van eiser op 28 november 2022 behandeld. Eiser heeft gesteld dat er sprake is van een bestendige situatie van duurzaam gescheiden leven, maar de rechtbank oordeelt dat de door eiser overgelegde informatie niet voldoende is om deze claim te onderbouwen. De rechtbank baseert haar oordeel op de inhoud van een telefoongesprek tussen eiser en de SVB, waarin blijkt dat de situatie van eiser en zijn partner nog steeds tijdelijk is. De rechtbank concludeert dat er geen objectieve en verifieerbare gegevens zijn die de claim van eiser ondersteunen.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond, wat betekent dat eiser geen gelijk krijgt en geen terugbetaling van griffierechten of vergoeding van proceskosten ontvangt. De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.