Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
6 december 2022 in de zaak tegen:
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
4.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit
5.Strafbaarheid van het feit5.1 Standpunt van de officier van justitie
Uit het dossier en het verhandelde ter terechtzitting zijn twee mogelijke scenario’s af te leiden ten aanzien van de gebeurtenissen op 27 maart 2017 in de woning van aangeefster en de verdachte. Het eerste scenario wordt geschetst door aangeefster en haar broer, getuige [getuige]. Het tweede scenario wordt geschetst door de verdachte. Deze verklaringen staan voor wat betreft de feiten en omstandigheden waaronder de verdachte aangeefster in haar pink heeft gebeten, haaks op elkaar.
Na deze melding zijn verbalisanten naar de huisartsenpost gestuurd om aangeefster en haar broer aan te houden. Deze verbalisanten hebben gezien dat de broer van aangeefster een plastic zak uit zijn jas haalde en het in de vuilnisbak gooide en dieper in de vuilnisbak wegstopte. Het door de verbalisanten aangetroffen plastic betrof onder meer een stuk huishoudfolie en een rode plastic tas van “Kruidvat”. Verder is er in lijn met de verklaring van de verdachte, DNA van de verdachte aangetroffen op het huishoudfolie en aan de binnenzijde van de plastic tas.