ECLI:NL:RBNHO:2022:11411
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bepaling van kinderbijdrage in een alimentatiezaak met betrekking tot minderjarigen
In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 20 december 2022 uitspraak gedaan in een alimentatiekwestie tussen een man en een vrouw met betrekking tot hun minderjarige kinderen. De rechtbank heeft de verzoeken van beide partijen beoordeeld over de hoogte van de kinderbijdrage die de man aan de vrouw dient te betalen. De man verzocht om een lagere bijdrage van € 133,00 per kind per maand, terwijl de vrouw een bijdrage van € 405,00 per kind per maand eiste. De rechtbank heeft vastgesteld dat de ingangsdatum van de kinderbijdrage 7 februari 2022 moet zijn, en dat de behoefte van de minderjarigen is vastgesteld op € 619,00 per kind per maand. De rechtbank heeft de draagkracht van beide ouders beoordeeld, waarbij de man een netto besteedbaar inkomen (NBI) van € 2.808,00 per maand heeft en de vrouw een NBI van € 2.215,00 per maand. De gezamenlijke draagkracht van beide ouders bleek onvoldoende om volledig in de behoefte van de kinderen te voorzien. De rechtbank heeft vervolgens besloten om de werkelijke woonlasten van de man in aanmerking te nemen, aangezien deze duurzaam lager zijn dan de forfaitaire woonlasten. Uiteindelijk heeft de rechtbank bepaald dat de man met ingang van 7 februari 2022 een kinderbijdrage van € 232,00 per kind per maand aan de vrouw moet betalen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders verzochte is afgewezen.