2.7.Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Betrokkene heeft onvoldoende ziektebesef en -inzicht en wil de medicatie afbouwen. Ter zitting is genoegzaam gebleken dat het lastig is om de afbouw van de medicatie te bespreken omdat betrokkene het in beginsel niet eens is met het gebruik van clozapine. Betrokkene is van mening dat er niets met hem aan de hand is. De vrees is dat betrokkene sneller de medicatie zal afbouwen dan het behandelteam verantwoord acht. De rechtbank heeft onvoldoende vertrouwen in het bestendige karakter van de vrijwilligheid. Om die reden is verplichte zorg nodig. Op grond van de medische verklaring, het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur, acht de rechtbank gedurende de hele looptijd van de zorgmachtiging de volgende vormen van verplichte zorg nodig:
- het toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen.
Uit de overgelegde stukken maakt de rechtbank op dat slechts in het geval dat betrokkene ernstig (psychotisch) ontregelt, wordt overgegaan tot opname en de daarbij behorende vormen van verplichte zorg.
Indien dat het geval is en het ernstig nadeel niet langer kan worden afgewend door middel van de hiervoor vermelde vormen van verplichte zorg, worden gedurende de hele looptijd van de zorgmachtiging ook de volgende vormen van verplichte zorg nodig geacht:
- het beperken van bewegingsvrijheid, telkens maximaal 3 maanden;
- het insluiten van betrokkene, telkens maximaal 7 dagen;
- het uitoefenen van toezicht op betrokkene, telkens maximaal 7 dagen;
- opnemen in een accommodatie, telkens maximaal 3 maanden.