7.3De rechtbank is van oordeel dat de meting zorgvuldig is uitgevoerd door een deskundig ambtenaar en dat verweerder de kadastrale grenzen van het stuk grond van eisers op basis daarvan definitief kon vaststellen. Van onzorgvuldigheden bij de aanwijs is de rechtbank evenmin gebleken. Ook is gesteld noch gebleken dat de invoering van de meetgegevens in het digitale systeem van verweerder tot onjuistheden heeft geleid. Verweerder gaat uit van wat hij heeft opgemeten en niet van hetgeen in de notariële akte van levering vermeld staat. In de akte van levering wordt immers ook de
voorlopigekadastrale grens en oppervlakte vermeld. Ook in de brieven van verweerder aan eisers van 29 november 2019 staat dat sprake is van een voorlopige kadastrale grens en grootte. Aan in de akte van levering vermelde perceelsoppervlakte door de vorming van een nieuw kadastraal perceel komt binnen het kader zoals in 7.2 uiteengezet niet de betekenis toe die eisers daaraan toekennen.
De beroepsgrond slaagt niet.
8. De rechtbank is van oordeel dat het beroep ongegrond is. Dat betekent dat eisers geen gelijk krijgen. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. P.H. Lauryssen, rechter, in aanwezigheid van mr. L.E. Hesselink, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 19 oktober 2022.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.
Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wet- en regelgeving
Artikel 1 luidt, voor zover van belang, als volgt:
1. In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
ambtenaar: ambtenaar van de Dienst;
(…)
Dienst: Dienst voor het kadaster en de openbare registers als bedoeld in artikel 2 van de Organisatiewet Kadaster;
(…)
kadastrale grens: op basis van inlichtingen van belanghebbenden en met gebruikmaking van de bescheiden, bedoeld in artikel 50, door de Dienst vastgestelde grens tussen percelen;
kadastrale grootte: indicatieve omvang van een perceel, berekend door de Dienst;
(…)
Artikel 50 luidt als volgt:
De aan de kadastrale kaart ten grondslag liggende bescheiden bevatten in elk geval de landmeetkundige gegevens van hetgeen op die kaart wordt weergegeven.
Artikel 54 luidt als volgt:
1. Bijhouding vindt, onverminderd het bepaalde bij of krachtens deze of een andere wet, plaats op grond van:
a. veranderingen blijkens in de openbare registers ingeschreven stukken, voorzover die betrekking hebben op onroerende zaken en rechten waaraan die zaken zijn onderworpen;
b. een wijziging als bedoeld in artikel 7n of 7t;
c. inlichtingen van een eigenaar van, of beperkt gerechtigde met betrekking tot, een onroerende zaak, of van diens rechtsopvolger onder algemene titel;
(…)
Artikel 57 luidt, voor zover van belang, als volgt:
1. Indien een meting noodzakelijk is ten behoeve van de bijhouding, doet de Dienst van het voornemen daartoe mededeling aan de personen die volgens de bij de Dienst bekende gegevens als eigenaar, beperkt gerechtigde, met uitzondering van evenwel de hypotheekhouders en de rechthebbenden op erfdienstbaarheden zo die er zijn, of anderszins bij de bijhouding belanghebbenden zijn. De mededeling houdt in elk geval in de dag en het uur waarop de aanwijzing die de grondslag vormt voor de meting, zal plaatsvinden.
2 Onze Minister stelt regelen vast omtrent de wijze waarop de in het vorige lid bedoelde mededeling wordt gedaan.
3 De in het eerste lid bedoelde belanghebbenden verschaffen, indien naar het oordeel van de met de meting belaste ambtenaar nodig door aanwijzing ter plaatse, de door deze ambtenaar voor de bijhouding benodigde inlichtingen. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regelen gesteld omtrent de bijhouding voor de gevallen waarin één of meer belanghebbenden niet de voor de bijhouding benodigde inlichtingen of onderling tegenstrijdige inlichtingen verschaffen.4 De ambtenaar maakt een relaas van bevindingen, dat mede de door de meting verkregen gegevens bevat.
(…)
Artikel 7:17 luidt, voor zover van belang, als volgt:
(…)
6 Bij koop van een onroerende zaak wordt vermelding van de oppervlakte vermoed slechts als aanduiding bedoeld te zijn, zonder dat de zaak daaraan behoeft te beantwoorden.