In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 11 oktober 2022 een mondelinge uitspraak gedaan in een geschil tussen [verzoeker] en de besloten vennootschap Solulever B.V. [verzoeker] heeft een verzoekschrift ingediend waarin hij onder meer verzoekt te verklaren dat hij niet is benoemd tot statutair bestuurder van Solulever en dat het ontslag op staande voet nietig is. De kantonrechter heeft geoordeeld dat [verzoeker] geen statutair directeur is, omdat niet is aangetoond dat hij deze positie heeft aanvaard. De kantonrechter heeft de bevoegdheid om van het geschil kennis te nemen, ondanks het verweer van de verweerders dat de civiele kamer bevoegd zou zijn.
Het procesverloop begon met een verzoekschrift van [verzoeker] en zijn holding ARC Holdings B.V. op 28 juli 2022. De verweerders, waaronder de vennootschap Solulever en [verweerders], hebben een verweerschrift ingediend waarin zij de bevoegdheid van de kantonrechter betwisten. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs is dat [verzoeker] als statutair bestuurder is benoemd en dat hij deze benoeming heeft aanvaard. De kantonrechter heeft daarbij gekeken naar de omstandigheden van de zaak, waaronder de afwezigheid van bewijs dat het benoemingsbesluit aan [verzoeker] is meegedeeld.
De kantonrechter heeft de proceskosten in het incident voor rekening van Solulever gesteld, omdat deze ongelijk heeft gekregen. De behandeling van de hoofdzaak zal op een later moment worden voortgezet. Deze uitspraak benadrukt het belang van duidelijke communicatie en bewijsvoering bij benoemingen tot statutair bestuurder.