Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat mr. M.L. Molenaar;
2.De feiten
3.De beoordeling
4.De beslissing
[de minderjarige 1]en
[de minderjarige 2]thans tot 12 januari 2023;
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 18 november 2022 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2]. De moeder had verzocht om de ondertoezichtstelling met een jaar te verlengen, omdat zij van mening was dat de situatie van de kinderen nog steeds zorgwekkend was. De kinderrechter constateerde dat de verstandhouding tussen de ouders ernstig verstoord was en dat zij door een hardnekkig strijdpatroon het zicht op hun gedeelde verantwoordelijkheden als ouders waren verloren. Dit had negatieve gevolgen voor het welzijn van de kinderen, die in de strijd tussen hun ouders een positie hadden ingenomen die hen in staat stelde om met de situatie om te gaan, maar die niet bevorderlijk was voor hun ontwikkeling.
De kinderrechter verwees naar de verplichtingen die voortvloeien uit de Nederlandse wetgeving en internationale verdragen, zoals het Verdrag inzake de Rechten van het Kind, en benadrukte het belang van onbelast contact met beide ouders voor de ontwikkeling van de kinderen. Tijdens de zitting bleek dat beide ouders bereid waren om een verandering in de situatie te bewerkstelligen, maar dat hun strijd en interactie dit bemoeilijkten. De kinderrechter besloot de ondertoezichtstelling te verlengen tot 12 januari 2023, om de inzet van een kindbehartiger mogelijk te maken en om de GI de gelegenheid te geven om de omgangsregeling te evalueren. De beslissing op het meer of anders verzochte werd aangehouden tot 11 januari 2023, met de opdracht aan de GI om de kinderrechter te informeren over de voortgang.