ECLI:NL:RBNHO:2021:9816

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
3 november 2021
Publicatiedatum
2 november 2021
Zaaknummer
8735116 \ CV EXPL 20-7280
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schending van geheimhoudingsbeding en onrechtmatige concurrentie door ex-werknemers

In deze zaak heeft de kantonrechter geoordeeld over de schending van een geheimhoudingsbeding door twee ex-werknemers van een besloten vennootschap, hierna te noemen eiseres. De ex-werknemers, gedaagden 1 en 2, hebben tijdens hun dienstverband bij eiseres vertrouwelijke informatie meegenomen en gedeeld met hun nieuwe werkgever, gedaagde 3, wat heeft geleid tot onrechtmatige concurrentie. De kantonrechter heeft vastgesteld dat gedaagden 1 en 2 hun contractuele verplichtingen hebben geschonden door vertrouwelijke informatie naar hun privé-e-mailadressen te sturen en op USB-sticks te zetten. Dit gebeurde in de periode voorafgaand aan hun vertrek naar gedaagde 3, die hen had aangetrokken. De rechter heeft geoordeeld dat de ex-werknemers niet alleen hun geheimhoudingsverplichtingen hebben geschonden, maar ook onrechtmatig hebben gehandeld door vergaande voorbereidingen te treffen voor de oprichting van een concurrerende onderneming tijdens hun dienstverband.

De eiseres vorderde onder andere een boete van € 1.110.000,- van gedaagde 1 en € 100.000,- van gedaagde 2, alsook schadevergoeding voor de geleden schade door de onrechtmatige concurrentie. De kantonrechter heeft de vorderingen van eiseres grotendeels toegewezen, waarbij gedaagden 1 en 2 zijn veroordeeld tot betaling van de boetes en schadevergoeding. De rechter heeft ook bepaald dat gedaagden alle vertrouwelijke informatie die zij onrechtmatig onder zich houden, moeten retourneren of vernietigen. De kosten van het bewijsbeslag zijn eveneens aan gedaagden opgelegd. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de schendingen van het geheimhoudingsbeding ernstig zijn en dat de boetes niet gematigd hoeven te worden, gezien de omstandigheden van de zaak.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 8735116 \ CV EXPL 20-7280
Uitspraakdatum: 3 november 2021
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
De besloten vennootschap
[eiseres]
gevestigd te [vestigingsplaats]
eiseres
verder te noemen: [eiseres]
gemachtigden: mr. B. Hagemann en mr. E.M.H. Teeuwen
tegen

1.[gedaagde sub 1]

wonende te [woonplaats]
verder te noemen: [gedaagde sub 1]

2.[gedaagde sub 2]

wonende te [woonplaats]
verder te noemen: [gedaagde sub 2]

3.de besloten vennootschap [gedaagde sub 3] B.V.

gevestigd te [vestigingsplaats]
verder te noemen [gedaagde sub 3]

4.de vennootschap naar Zweeds recht [gedaagde sub 4]

gevestigd te [vestigingsplaats] (Zweden)
verder te noemen: [gedaagde sub 4]

5.de vennootschap naar Amerikaans recht [gedaagde sub 5]

gevestigd te [vestigingsplaats] (Verenigde Staten)
verder te noemen: [gedaagde sub 5]
verder gezamenlijk te noemen: gedaagden
gemachtigden: mr. N.T. Dempsey en mr. C. Reynaers
de zaak in het kort
De voormalig Managing Director en Vice-president van eiseres (gedaagden 1 en 2) zijn bij gedaagde 3 in dienst getreden. Zij hebben hun geheimhoudingsbedingen overtreden door informatie over de onderneming van eiser mee te nemen en/of te delen met hun nieuwe werkgever. Zij moeten daarvoor een boete betalen. Verder is (ook) sprake van onrechtmatige concurrentie omdat gedaagden 1 en 2 tijdens het dienstverband vergaande voorbereidingen hebben getroffen voor het oprichten van een concurrerende (tak van een onderneming) en hebben alle gedaagden onrechtmatig gehandeld door de manier waarop zij werknemers (blijkbaar) hebben overtuigd om bij gedaagde 3 in dienst te treden. Zij moeten dan ook een schadevergoeding en de kosten van het bewijsbeslag betalen. De volgens eiseres aan gedaagde 1 teveel betaalde onkostenvergoeding hoeft (voor het grootste deel, op de erkenning van gedaagde 1 na) niet te worden terugbetaald omdat eiseres niet op de betwisting van gedaagde 1 is ingegaan. De ten laste van gedaagden gelegde beslagen worden niet opgeheven. De nog aan gedaagde 1 uit te betalen (waarde van) niet opgenomen vakantiedagen moet worden berekend zonder de werkgeversbijdrage pensioen en mag worden verrekend met het bedrag tot betaling waarvan gedaagde 1 (hoofdelijk, samen met de andere gedaagden) is veroordeeld.

1.Het verdere procesverloop

1.1.
De kantonrechter heeft bij vonnis van 10 februari 2021 vorderingen in het incident afgewezen. De kantonrechter verwijst naar dat vonnis en de daarin genoemde stukken en genomen beslissingen. Daarna heeft [eiseres] op 13 september 2021 een conclusie van antwoord in reconventie ingediend.
1.2.
Op 5 oktober 2021 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. [eiseres] en gedaagden hebben gebruik gemaakt van pleitaantekeningen, die zijn overgelegd. Voorafgaand aan de zitting hebben [eiseres] en gedaagden bij brieven van 13, 20 en 23 september 2021 nog stukken toegezonden.

2.De feiten

dienstverband met [eiseres]
2.1.
[gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] zijn op 1 september 2009 in dienst getreden bij (de rechtsvoorganger van) [eiseres] . [gedaagde sub 1] was laatstelijk in dienst als
Managing Director (president). [gedaagde sub 2] was laatstelijk in dienst als
vice-president. Op 30 augustus 2019 hebben [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] hun arbeidsovereenkomsten met [eiseres] opgezegd per 1 oktober 2019.
2.2.
Bij brieven van 3 en 6 september 2019 heeft [eiseres] de opzeggingen [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] bevestigd, [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] gewezen op de voortdurende verplichtingen op grond van de arbeidsovereenkomst (zie hierna 2.4. en 2.5.) en hen verzocht alle documenten in te leveren of permanent te verwijderen en daarvan een schriftelijke bevestiging te sturen.
2.3.
Bij SMS-bericht van 7 september 2019 heeft [gedaagde sub 1] aan [eiseres] geschreven dat hij tot het einde van de maand niet betrokken zou zijn bij activiteiten van [gedaagde sub 3] en dat werknemers van [eiseres] niet actief door [gedaagde sub 3] zouden worden benaderd.
de contractuele verplichtingen
2.4.
Uit de arbeidsovereenkomsten van [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] volgen onder andere de volgende algemene verplichtingen:
4.1.Good employer and good employee4.1.1. The employee has in general the duty to do everything a good employee in similar circumstances has the obligation to perform. The Company has in general the duty to do everything a good employer in similar conditions has the obligation to perform. The employee shall carefully and faithfully fulfill all duties assigned to her/him. The employee shall observe all Company’s regulations and follow the orders of the superior.[…]4.1.5. All matters of confidential nature concerning the Company which have come to the employee’s knowledge during employment, must be treated in strict confidence, not only during employment but also after termination of the employment agreement, regardless the ground of termination.
2.5.
In bijlage 2 bij de arbeidsovereenkomsten van [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] is
Nondisclosure(geheimhouding) overeengekomen. In bijlage 2 staat:
1.1. Without authorization by the board of directors or managing member of the Company, Employee will not, at any time, publish or disclose any confidential information or trade secrets relating to the business of the Company known by Employee on the date hereof or as a consequence of or through his employment under this Agreement. All business records, papers and documents kept or made by Employee and relating to the business of the Company or its parent or any of its subsidiaries or affiliates shall be and remain the property of the Company and shall be surrendered to the Company upon the termination or expiration of this Agreement. Upon termination or expiration of this Agreement, Employee shall not take with him, publish, or disclose, without authorization by the board of directors or managing member of the Company, any business record, paper or document or any correspondence, cost data, customer list, estimate or market survey containing information or trade secrets relating to the Company.1.2. In the event of any breach of clause 1.1. of this Annex 3 by the employee and without any prior notice on the part of the Company being required, the employee shall immediately forfeit a penalty to the Company – in deviation article 7:650 paragraphs 3, 4 and 5 of the DCC- of € 10.000,-- (in words: ten thousand Euro) for any such breach and a penalty of € 500,-- (in words: five hundred Euro) per day for every day such breach continues. These penalties shall be payable to the Company and shall not prejudice the Company’s right to seek full compensation for all damages incurred as a result of or in connection with such breach and shall not prejudice the right to enforce performance of the employment agreement.[eiseres]
2.6.
maakt onderdeel uit van [groep] . Zij houdt zich bezig met de internationale handel in pulp, papier en gerecyclede materialen. [eiseres] hield zich bezig met
Recovered Materials.
[gedaagde sub 3]
2.7.
[gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] zijn in oktober 2019 in dienst getreden bij [gedaagde sub 3] . [gedaagde sub 3] is opgericht op 8 oktober 2019. [gedaagde sub 4] is haar enig aandeelhouder. [gedaagde sub 5] . is een Amerikaanse dochtermaatschappij van [gedaagde sub 4] . Ook [gedaagde sub 3] houdt zich (onder andere) bezig met
Recovered Materialsen is daarmee een concurrent van [eiseres] .
2.8.
Tussen september en december 2019 zijn tien werknemers van [eiseres] naar [gedaagde sub 3] overgestapt. [gedaagde sub 2] is
Vice President Stocklotsbij [gedaagde sub 3] . [gedaagde sub 1] is samen met [betrokkene A] (‘ [betrokkene A] ’)
Managing Director(statutair directeur) . Voor de oprichting van [gedaagde sub 3] was [betrokkene A]
Vice Presidentbij [naam onderneming] .
onderzoek en bewijsbeslag
2.9.
[eiseres] heeft
Forensic Risk Alliance(‘FRA’) een digitaal onderzoek laten uitvoeren naar de desktop computers van [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] . Op 23 oktober en 1 november 2019 heeft FRA twee
Digital Forensic Reports(hierna: ‘FRA-rapport(en)’) opgesteld waaruit de USB, E-mail en Cloud activiteiten op die desktop computers blijken.
2.10.
Uit de FRA-rapporten volgt dat [gedaagde sub 1] tussen juni en oktober 2019 diverse documenten naar zijn privé e-mailadressen heeft gestuurd of op USB-sticks heeft gezet. Ook volgt uit de FRA-rapporten dat [gedaagde sub 2] in dezelfde periode diverse documenten op USB-sticks heeft gezet.
2.11.
Bij verzoekschrift van 26 november 2019 heeft [eiseres] de voorzieningenrechter – samengevat – verzocht om verlof tot het leggen van beslag op alle gegevens en documentatie vanaf 1 januari 2019 die verband houden met de schending van contractuele verplichtingen en onrechtmatig handelen. Op 27 november 2019 is het verlof verleend en op 29 november 2019 is het bewijsbeslag gelegd. Begin januari 2019 heeft [eiseres] de beschikking gekregen over de documenten die door het beslag waren geraakt.
e-mails doorgestuurd naar een privé emailadres
2.12.
Op 4 juli 2019 heeft [gedaagde sub 1] vier e-mails naar zijn privé emailadres doorgestuurd. Bij een van die e-mails waren de volgende bijlagen gevoegd:
suppliers 2017.xlsx, customers 2017.xlsx en Grades list 2018.xlsx.de contacten tussen [gedaagde sub 1] , [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3]
2.13.
Medio 2018 is [eiseres] klant geworden bij [x] (een onderdeel van [gedaagde sub 3] ). In dat kader had [gedaagde sub 2] contact met de
Vice-President General Managervan [x] , [betrokkene B] (‘ [betrokkene B] ’).
2.14.
In januari 2019 hebben [betrokkene B] en [gedaagde sub 2] per e-mail contact gehad. [betrokkene B] heeft onder andere geschreven:
‘We trip over ourselves in Taiwan/UK on poly (a bit to Korea). What else do you have in mind’ ‘What do you have going into Turkey?’ ‘What do you have going to Africa’. [gedaagde sub 2] heeft [betrokkene B] bij e-mail van 31 januari 2019 de contactgegevens van een klant gestuurd en verzocht de
samplesdirect naar die klant te sturen.
2.15.
In oktober 2018 en maart 2019 hebben [betrokkene B] en [gedaagde sub 2] respectievelijk [betrokkene A] en [gedaagde sub 1] elkaar ontmoet op conferenties in Chicago en Düsseldorf.
2.16.
Bij e-mail van 8 april 2019 heeft [betrokkene B] aan [gedaagde sub 2] geschreven:
‘Hey mate- Think anymore about chatting about the future?’Daarop heeft [gedaagde sub 2] gereageerd:
‘Shall we have a conference call together with [gedaagde sub 1](ktr: [gedaagde sub 1] )
and see what the further possibilities are? One way or the other we can strengthen our relationship for now and the future. Let us know!!’De conference call heeft plaatsgevonden op 11 april 2019, daarna hebben partijen een afspraak gemaakt voor 5 juni 2019.
2.17.
Op 5 juni 2019 hebben [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] (en [betrokkene C] , werkzaam voor de Amerikaanse tak van [eiseres] , hierna: ‘ [betrokkene C] ’) gedineerd met vertegenwoordigers van [gedaagde sub 3] , waaronder [betrokkene B] en [betrokkene A] . Een dag na dat diner heeft [betrokkene B] aan [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] gemaild:
‘Thank you for your time in meeting with us for a great dinner in your great town of [woonplaats] . Let’s stay in touch as there seems to be great synergies with our groups..’Een andere bij het diner aanwezige vertegenwoordiger van [gedaagde sub 3] heeft daarna gemaild:
‘[…] We look forward to moving this forward with you and your team.’[gedaagde sub 1] heeft daarop gereageerd:
‘[…] thanks again for […] the opportunity to discuss potential future between both groups.’
2.18.
Bij e-mail van 11 juli 2019 heeft [gedaagde sub 2] een e-mailwisseling met een agent van [eiseres] doorgestuurd aan [gedaagde sub 3] .
2.19.
Op 30 en 31 juli 2019 hebben besprekingen plaatsgevonden in Norwalk (Verenigde Staten). Daarbij waren in ieder geval [gedaagde sub 1] , [gedaagde sub 2] , [betrokkene A] , de Senior Vice President van [gedaagde sub 5] . en de President en CEO van een onderdeel van [y] Recycling aanwezig. Voorafgaand aan die besprekingen hebben de deelnemers gemaild over een agenda. [gedaagde sub 1] heeft op 23 juli 2019 aan [betrokkene A] gemaild:
‘Hierbij ons voorstel voor een agenda. Heb ook meteen het hele team meegestuurd met hun functie.’Bij die e-mail was een bijlage bijgevoegd met de volgende gegevens van de medewerkers van [eiseres] : voor- en achternaam, standplaats, functie, productgroep, verkooplanden, telefoonnummer en e-mailadressen.
2.20.
In de door [gedaagde sub 1] voorgestelde agenda stonden de volgende onderwerpen:
Signing non-disclosure, quick scan current situation Recovered Materials [eiseres] (PowerPoint), roles & geographical areas, markets(onderverdeeld in
countries, customers, suppliers, agents)
, gaps & overlaps, finance, consequences(onderverdeeld in
legal, financial, other),
expectation & plan for future & consequence(onderverdeeld in
roles, financial expectation, responsibilities & authorities, action plan) en
(financial) agreement – or not. Op dat agendavoorstel heeft [betrokkene A] bij e-mail van 24 juli 2019 gereageerd:
‘De volgende items kunnen ook op de agenda;Short Presentation [y] Group (history, divisions, results)Short presentation [y] Recycling DivisionShort presentation [x]Current costs vs results [eiseres]Assets from [eiseres] (offices, warehouses, company cars etc etc) Do we need/want to take over anything?Order processing systems (crops/IFS/Cietrade)’
2.21.
Verder heeft [betrokkene A] de volgende vragen aan [gedaagde sub 1] gesteld:
‘1. Signing non-disclosure. Who are the parties to the non-disclosure, and is there a document we can review in advance??2. What are they envisioning for their existing AR, AP, and Inventory?3. How is [eiseres] ’s current bonus pool set up? Are they using a formula?4. What kind of pension arrangements do they currently have?5. Do they have company cars? Are they lease cars or company owned?6. What does their current financing structure look like? Are they getting a working capital from head office? Do they need to pay interest to the head office? (just for comparison reasons)7. Are they involved in plastic trading?
2.22.
Bij e-mail van 26 juli 2019 heeft [gedaagde sub 1] inhoudelijk gereageerd op de vragen van [betrokkene A] .
2.23.
Op 7 en 15 augustus 2019 heeft [gedaagde sub 2] contact gehad met een agent van [eiseres] . Hij heeft onder andere een verzoek gedaan aan die agent om de leverancier ( [x] , onderdeel van [gedaagde sub 3] ) te voorzien van contactgegevens van een klant. De agent vroeg of dat veilig was, waarop [gedaagde sub 2] reageerde:
‘100% save – they have all our buyers – phone numbers and names – no problem.’De agent liet nog per e-mail aan [gedaagde sub 2] weten dat hij [x] niet vertrouwde, zij zou bekend staan om het benaderen van klanten van de agent.
2.24.
Op 9 augustus 2019 hebben [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] van hun advocaat advies gekregen met betrekking tot hun arbeidsrechtelijke positie. De e-mail met het advies heeft [gedaagde sub 1] naar [gedaagde sub 2] doorgestuurd. [gedaagde sub 1] schrijft onder andere:
‘als jij en ik opstappen, is het logische gevolg dat alles als een kaartenhuis in elkaar stort. Dit is omdat de mensen een relatie hebben met jou en mij en niet met [eiseres] . Dit is direct de verantwoordelijkheid van [eiseres] want die heeft nooit de moeite gedaan om een relatie met mensen te hebben. De mensen die wegstappen hebben toch alle vrijheid en recht om zonder concurrentiebeding ergens anders te starten? Ook zij zijn geen slaaf van [eiseres] .’
2.25.
Medio augustus 2019 hebben [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] een conceptemail voor [gedaagde sub 3] opgesteld. In die conceptemail staat onder andere:
‘I appreciate your time and moreover the openness of our discussions and your willingness to share your business model, your view on entrepreneurship, and how you see and feel about the future with the three of us and the others in our recycling group. […] We have been putting pros and cons together of each of the three options we have, from staying with [eiseres] , to the option of a 45% share in a new entity as part of a large company in the industry, and last but not least the “plug and play” situation with the wonderful entrepreneurial company, [gedaagde sub 3] . […] We thought and felt it was not the appropriate setting during our meetings to discuss these financials – hope you understand. As soon as we would discuss with our group a potential move to [gedaagde sub 3] , I know that the people will have several questions, and among many, what will happen with the bonus 2019 which [eiseres] probably will never pay out, as well as the package/contract they have today, is that going to be one on one the same. (This also might cause a conflicting situation with the other [gedaagde sub 3] employees in the Netherlands)We do believe that a move to [gedaagde sub 3] would mean that [gedaagde sub 3] would receive an immediate value/asset in the form of goodwill – instead of going out in the market to buy a company with 34 people and over 1 mio Euro nett profit (and growing) – our move to [gedaagde sub 3] would mean a huge saving for [gedaagde sub 3] . Is [gedaagde sub 3] open to discuss with us, the three initiators and founders of what we are today, to share in this value, in the form of a signing bonus for the three of us and form of compensation for the rest of the group […] We have some thoughts how to do that to minimize risk for [gedaagde sub 3] .’
2.26.
[betrokkene A] heeft bij e-mail van 1 september 2019 aan [gedaagde sub 3] vertegenwoordigers geschreven:
‘Had another chat with [gedaagde sub 1] today […] The Swedish board is trying hard to keep their Recycling Division together but it looks like it’s quite a chaos already. They called [betrokkene C](ktr: [betrokkene C] )
on his holiday address to offer him the job of Managing Director . […] Perhaps we can send [betrokkene C] a text (since he’s on holidays) to ask him when he’s ready to discuss a deal? […] [betrokkene D] in Turkey is already informed as well by [gedaagde sub 1] […] I know [betrokkene D] personally […] so I will give him a call tomorrow to gauge his interest.’
2.27.
Vanaf 6 september 2019 hebben [gedaagde sub 1] en [betrokkene A] onder andere het volgende via WhatsApp besproken:
[06-09-2019 09:48:42] [betrokkene A] : Hi [gedaagde sub 1] , could you think about the amount of the signing bonus for D? Then I’d like to offer it to him already. As I get the impression that Ciparo might also be interested in him.[06-09-2019 09:49:46] [gedaagde sub 1] : I think 30 k[06-09-2019 09:50:04] [gedaagde sub 1] : Wpt is chasing [naam 1][06-09-2019 09:54:04] [betrokkene A] : Did [naam 1] just call[06-09-2019 09:54:39] [betrokkene A] : We made an appointment for the 17th[17-09-2019 16:16:35] [betrokkene A] : Hi [gedaagde sub 1] , had a good talk with [naam 1] this morning. There is great interest in him from several parties and [eiseres] would also like to keep him. But I think he will go for us. He also asked for possible compensation for the bonus he would miss out on this year. What did you possibly have in mind for him?[17-09-2019 16:34:01] [gedaagde sub 1] : Top – I would give him the same as [naam 2] – 30k but calculate for the months he worked (from 1 April so 9 months would be 2019) = euro 22.500[17-09-2019 16:38:27] [gedaagde sub 1] : Guess we should approach two others, [naam 3] and [naam 4] . What do you think?[17-09-2019 16:40:06] [betrokkene A] : [naam 1] talked about [naam 3] wanting to come with him. And another guy I forgot the name of….[17-09-2019 16:41:33] [betrokkene A] : I agree that we need support quickly. But it would be better if those people came to us themselves instead of the other way around…..?[17-09-2019 16:46:01] [gedaagde sub 1] : The other one is [naam 5] . [naam 5] , [naam 3] and [naam 4] all three top people. Problem is, I’m not allowed to tell them that they can call you. The other way around, yes. Perhaps [naam 1] can give hints. I give hints to [naam 4] .[17-09-2019 16:50:06] [gedaagde sub 1] : [naam 4] is going to invite you to connect via LinkedIn… maybe make contact from there?[17-09-2019 16:58:49] [betrokkene A] : Ok I’ll take it up with [naam 1][17-09-2019 16:58:59] [betrokkene A] : [naam 4] will be there soon haha[17-09-2019 16:59:11] [betrokkene A] : Received his invitation[18-09-2019 12:16:19] [betrokkene A] : For the new BV I need a copy of your passport[22-09-2019 12:31:55] [gedaagde sub 1] : Hey [betrokkene A] – hope it’s nice in Malta. Guess we should try somewhere to get in touch with [naam 5] and [naam 3] . I think the two of them are going to need it. By the way, [naam 6] has indicated she won’t go, but she won’t stay with [eiseres] either. She’s going to orientate herself to do something completely different.[25-09-2019 13:46:00] [betrokkene A] : What was [naam 1] ’s current salary again?[25-09-2019 13:46:16] [gedaagde sub 1] : Euro 8500[26-09-2019 13:59:45] [betrokkene A] : I have an appointment on Monday in Waalre to legalize the BV docs. Do you do that locally or can you come to Waalre on Monday?[26-09-2019 14:16:50] [gedaagde sub 1] : I can come to Waalre, no problem.[28-09-2019 13:14:36] [gedaagde sub 1] : I just got a call from the inspector and QC manager at [eiseres] . He had received an offer from [eiseres] to stay until March 2020 with a signing bonus of 3 months. He doesn’t want that at all, so he wants to give notice on Monday and of course he prefers to go to [gedaagde sub 3] . [naam 7] is a Spaniard who speaks Dutch (comes from CAN) and is a very hard worker. He’s done a lot of good things for [eiseres] and brought the claim percentage down considerably. I think he’s a good asset and I’m glad he wants to come our way. (VIPA wants to have it too) – can I put him in contact with you and can we send him a (proforma) contract on Monday? He can also cancel on Monday. Thanks![28-09-2019 13:22:28] [betrokkene A] : Hi [gedaagde sub 1] . Yeah, that’s fine. Please also let us know what his current salary and other conditions are[28-09-2019 13:25:09] [gedaagde sub 1] : He will send his salary slip to you. Other conditions are equal to e.g. [naam 4] (pension, holidays, etc) – he does have a company car and drives VW Passat. Thanks, [betrokkene A] ![28-09-2019 18:17:19] [betrokkene A] : I got his paycheck. What exactly does [naam 7] do? Can you send me his job description/daily tasks? Then I can put that in the contract. I’m assuming he’s more than just an inspector?Daarop stuurt [gedaagde sub 1] de taakomschrijving van [naam 7] .
Op 3 oktober 2019 stuurt [gedaagde sub 1] een WhatsApp-bericht van [betrokkene D] door aan [betrokkene A] :
[03-10-2019 14:56:55]: Hello [gedaagde sub 1] , hope your meetings in DUS were goed. Thought about it again and I would be happy if we could speak more specifically. Can you please send me a draft contract/offer?[05-10-2019 15:11:51] [betrokkene A] : What Shall I tell [betrokkene D] ? What was his salary?[05-10-2019 15:15:00] [gedaagde sub 1] : I’d ask him to send us his details so we can make a draft agreement. [betrokkene D] had 20k bonus in 2018 and think that we should also suggest it to him to prevent him from hearing from the others about signing bonus…[28-10-2019 18:34:33] [betrokkene A] : When does [naam 8] want to start?
2.28.
Bij e-mail van 23 september 2019 heeft [betrokkene A] een e-mail van [naam 4] aan [gedaagde sub 1] doorgestuurd met zijn NAW gegevens en salarisindicatie. Daarbij heeft [betrokkene A] aan [gedaagde sub 1] gevraagd:
‘Wat zullen we hem concreet aanbieden?’
2.29.
Bij e-mail van 22 oktober 2019 heeft [gedaagde sub 2] [betrokkene A] op zijn verzoek geïnformeerd over de arbeidsduur van een (ex-)werknemer van [eiseres] .
2.30.
Ook [betrokkene C] heeft uiteindelijk de overstap gemaakt naar [gedaagde sub 3] . Hij heeft op 14 november 2019 naar [gedaagde sub 1] en andere collega’s binnen [gedaagde sub 3] het volgende gemaild:
‘After our meeting yesterday, I did a quick overview of my ( [eiseres] ) order files on business (booked through me) from EU to India over Just the past six months… Below is a crude list per agent of the top customers only by volume. There are other customers of course per the lists we discussed yesterday, but these were most regular of late.’
2.31.
Op 4 oktober 2019 heeft [betrokkene E] , werkzaam als
Stocklot trader/Sales supportbij [gedaagde sub 3] , een e-mail naar [gedaagde sub 2] gestuurd met als onderwerp: overzicht contacten/leveranciers/afnemers. De bijlage heeft een vergelijkbare titel. Verder staat in de e-mail:
‘Er zullen verschillende namen tussen staan die jullie ook al kennen c.q. waarmee jullie al zaken doen (hebben gedaan) Met de bedrijven die tussen haakjes staan heb ik weinig of geen contact gehad maar het leek me goed om ze hier bij te zettenIk stel voor dat we op korte termijn een afspraak maken (begin volgende week? bijv in Den Bosch?) om deze lijst en jouw lijst naast elkaar te leggen en te bespreken hoe we e.e.a. gaan aanpakken’
2.32.
Bij e-mail van 9 november 2019 heeft [gedaagde sub 1] aan een klant van [eiseres] geschreven:
‘As you might have heard I have taken the decision to leave the company [eiseres] . I joined [gedaagde sub 3] and many others (almost all traders) followed me to [gedaagde sub 3] . I just wanted to inform you personally about this change and hope when I am in Istanbul that we can meet again.’
2.33.
Op 26 oktober 2019 heeft [gedaagde sub 1] aan een leverancier van [eiseres] gemaild:
‘Ik wilde je laten weten dat vanaf 1 October Guido(ktr: [gedaagde sub 2] )
en ikzelf niet meer werkzaam zijn bij [eiseres] echter bij [gedaagde sub 3] . EN met ons inmiddels velen anderen ex [eiseres] .’In dezelfde e-mail heeft [gedaagde sub 1] informatie over [gedaagde sub 3] gegeven en geschreven:
‘Hoor graag of we onze prijzen kunnen geven en/of we een keer langs kunnen komen.’beëindiging van de bedrijfsactiviteiten door [eiseres]
2.34.
Bij interne e-mail van 20 oktober 2019 heeft de Managing Director van [eiseres] aan het personeel geschreven:
‘Our CEO, [ceo] , has asked me to emphasis to you that we will not let these continued resignations stop us. [eiseres] is committed to the recovered materials business and will continue to replace/build/improve the organization and how we work. […] Sales is around 3MEUR in Sept and back to the same level as Apr-19 before Pontin joined us, but we expect this to start to increase again by the end of the year.’
2.35.
Op 28 november 2019 heeft [eiseres] besloten haar bedrijfsactiviteiten per 31 mei 2020 te beëindigen.
onkostenvergoeding en vakantiedagen
2.36.
Bij e-mail van 1 november 2019 heeft [eiseres] [gedaagde sub 1] gevraagd om facturen of documenten die ten grondslag liggen aan de gedeclareerde onkosten-vergoedingen. Op 3 november 2019 heeft [gedaagde sub 1] een overzicht van zijn uitgaven en de betaalde onkostenvergoedingen verstrekt over de jaren 2017, 2018 en 2019.
2.37.
Bij e-mails van 21 en 22 november 2019 hebben [eiseres] en [gedaagde sub 1] contact gehad over, onder andere, de onkostenvergoedingen die [gedaagde sub 1] heeft ontvangen. [eiseres] heeft gevraagd om meer informatie/bewijsstukken voor die onkostenvergoedingen. [gedaagde sub 1] heeft geschreven dat hij alle documenten die [eiseres] toebehoren heeft verwijderd, zodat hij daarin niet kan voorzien. Ook heeft hij verzocht om uitbetaling van zijn vakantiedagen.

3.De vordering

3.1.
[eiseres] vordert – na vermeerdering van eis – dat de kantonrechter:
a) voor recht verklaart dat [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] hun contractuele non-disclosure verplichtingen hebben geschonden;
b) [gedaagde sub 1] veroordeelt tot betaling aan [eiseres] van een contractuele boete van primair € 1.110.000,- en subsidiair € 1.070.000,-, vermeerderd met een boete van € 500,- voor elke dag dat de schendingen van de non-disclosure bepalingen voortduren te rekenen vanaf 1 oktober 2019, althans een door de kantonrechter te bepalen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 mei 2020;
c) [gedaagde sub 2] veroordeelt tot betaling aan [eiseres] van een contractuele boete van primair in totaal € 100.000,- en subsidiair in totaal € 90.000,-, vermeerderd met een boete van € 500,- per dag voor elke dag dat de schendingen van de non-disclosure bepalingen voortduren te rekenen vanaf 1 oktober 2019, althans een door de rechter te bepalen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 mei 2020;
d) [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] gebiedt alle vertrouwelijke en bedrijfsgevoelige informatie over [eiseres] die zij onrechtmatig onder zich houden, te retourneren aan [eiseres] althans schriftelijk aan [eiseres] te bevestigen dat zij deze informatie hebben vernietigd, binnen veertien dagen na de datum van betekening van het vonnis;
e) voor recht verklaart dat gedaagden onrechtmatig jegens [eiseres] hebben gehandeld;
f) gedaagden hoofdelijk veroordeelt tot vergoeding van de door [eiseres] geleden en nog te leiden schade van € 12.416.912,60, althans een door de kantonrechter te bepalen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 augustus 2019;
g) [gedaagde sub 1] veroordeelt tot terugbetaling van een bedrag van € 34.000,- aan onverschuldigd betaalde onkostenvergoedingen, althans een door de kantonrechter te bepalen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 mei 2020;
h) [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] hoofdelijk veroordeelt in de kosten van het bewijsbeslag ter hoogte van € 25.554,97, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na de datum van de uitspraak;
g) Gedaagden hoofdelijk veroordeelt in de kosten van deze procedure alsmede in de gebruikelijke nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na de datum van de uitspraak.
3.2.
Zij legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat gedaagden samen een gedetailleerd en gestructureerd plan hebben opgezet en uitgevoerd om de bedrijfsactiviteiten van [eiseres] over te hevelen naar [gedaagde sub 3] , zonder daarvoor een koopprijs te betalen. Dat blijkt uit de aard en de frequentie van de correspondentie tussen [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] enerzijds en [gedaagde sub 3] anderzijds. Met de door [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] (al dan niet op verzoek van [gedaagde sub 3] ) verstrekte informatie heeft [gedaagde sub 3] in feite een due diligence onderzoek uitgevoerd. Vervolgens hebben gedaagden bedrijfsmiddelen van [eiseres] geselecteerd voor eventuele overname en bedrijfsgevoelige informatie van [eiseres] verzameld. [gedaagde sub 3] was hierbij tot het hoogste niveau betrokken en het doel was een overstap van het hele team van [eiseres] naar [gedaagde sub 3] .
non-disclosureverplichtingen
3.3.
[gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] hebben hun (non-disclosure) verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst geschonden door bedrijfsgevoelige informatie naar hun privé e-mailadressen te e-mailen en op USB-sticks te zetten. Ook hebben zij, onder andere tijdens de besprekingen van 30 en 31 juli 2019, bedrijfsgevoelige informatie met [gedaagde sub 3] gedeeld en deze informatie gebruikt om [eiseres] onrechtmatig te beconcurreren.
3.4.
[gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] hebben, in strijd met de verplichtingen uit hun arbeidsovereenkomst, verzuimd om vertrouwelijke informatie te retourneren of te vernietigen. Ook hebben [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] in strijd met goed werknemerschap gehandeld door informatie van [eiseres] niet geheim te houden. Daarom zijn [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] de contractuele boete verschuldigd. Primair vordert [eiseres] betaling van de boete voor elk vertrouwelijk document dat is gedownload of verstuurd, subsidiair voor elke download of verstuurde e-mail. Voor [gedaagde sub 1] komt dat neer op primair 111 en subsidiair 107 overtredingen en voor [gedaagde sub 2] op primair 10 en subsidiair 9 overtredingen. Omdat [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] de informatie nog steeds onder zich hebben, zijn ze ook de contractuele boete van € 500,- per dag verschuldigd. Voor matiging van de boete bestaat geen aanleiding omdat [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] de verplichtingen willens en wetens, meerdere malen en met de intentie om de vertrouwelijke informatie te gebruiken voor eigen commercieel gewin hebben geschonden.
onrechtmatige concurrentie
3.5.
Met hun handelen hebben [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] het duurzame bedrijfsdebiet van [eiseres] stelselmatig en substantieel afgebroken. Daarbij hebben zij gebruik gemaakt van kennis en gegevens die zij bij hun voormalige werkgever vertrouwelijk hebben gekregen. Zij hebben werknemers van [eiseres] benaderd die in combinatie met de
know howdie zij bezitten het bedrijfsdebiet vormen. Ook hebben [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] klanten en agenten bewogen om over te stappen naar [gedaagde sub 3] en hebben zij al tijdens hun dienstverband op ongeoorloofde wijze voorbereidingen getroffen om een concurrerende onderneming op te zetten. Gelet op het voorgaande hebben [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] onrechtmatig gehandeld en zijn zij op grond van die onrechtmatige daad een schadevergoeding verschuldigd.
3.6.
Daarnaast heeft ook [gedaagde sub 3] onrechtmatig gehandeld door [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] aan te zetten tot het delen van vertrouwelijke informatie en het profiteren van die informatie. Daarbij komt dat ook [gedaagde sub 3] stelselmatig en structureel klanten, leveranciers en essentiële werknemers van [eiseres] heeft geronseld en daarmee een oneerlijk concurrentievoordeel heeft behaald. Ook [gedaagde sub 3] heeft daarmee structureel en stelselmatig afbreuk gedaan aan het bedrijfsdebiet van [eiseres] .
schade
3.7.
Door het handelen van gedaagden heeft [eiseres] aanzienlijke schade geleden. Zonder de essentiële werknemers die door [gedaagde sub 3] zijn geronseld is het [eiseres] niet gelukt het hoofd boven water te houden en heeft zij moeten besluiten haar bedrijf te sluiten. In verband met die noodzakelijke bedrijfsbeëindiging heeft zij kosten gemaakt, waaronder de betaling van beëindigingsvergoedingen en stay-on bonussen, kosten in verband met opslagruimte en kantoorruimte en een afwaardering van de investering in kantoorruimte. Ook heeft [eiseres] schade geleden doordat zij haar handelsvoorraden voor een lagere verkoopprijs heeft moeten verkopen en heeft zij kosten gemaakt – voor de FRA en de huisadvocaat – voor intern onderzoek. Verder heeft [eiseres] kosten gemaakt voor het inschakelen van bedrijfsadviseurs en lijdt [eiseres] schade doordat zij een openstaande vordering op een klant niet meer kan innen. Ten slotte moeten gedaagden naast de hiervoor genoemde kosten, ook de gederfde inkomsten van [eiseres] vergoeden. Die gederfde inkomsten bestaan uit de waarde van de onderneming, dat is de hypothetische koopprijs die [eiseres] had kunnen ontvangen bij een gebruikelijk verkoopproces. De waarde van de onderneming is door een externe waarderingsexpert becijferd op € 8.400.000,-
onkostenvergoedingen
3.8.
[gedaagde sub 1] is gehouden de onverschuldigd betaalde onkostenvergoedingen terug te betalen omdat hij een deel van die vergoedingen niet heeft onderbouwd. Daarnaast heeft hij autokosten – waaronder onderhouds- en reparatiekosten van zijn privéauto – gedeclareerd, terwijl hij een all-in vergoeding kreeg van € 800,- per maand. Ook heeft [gedaagde sub 1] kosten met een privékarakter gedeclareerd (en uitbetaald gekregen) die niet voor vergoeding in aanmerking komen.
bewijsbeslag
3.9.
Ten slotte vordert [eiseres] betaling van de kosten voor het bewijsbeslag. Daaraan legt zij ten grondslag dat zij op geen andere wijze de inzichten had kunnen krijgen die zij op basis van het gelegde bewijsbeslag heeft verkregen.

4.Het verweer

4.1.
Gedaagden betwisten de vorderingen.
non-disclosure verplichtingen
4.2.
[gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] voeren aan – samengevat – dat [eiseres] geen strikt ICT-beleid voerde en dat het versturen van documenten naar een privé emailadres soms nodig was om werk buiten kantoortijd te kunnen doen. Omdat de doorgestuurde en geüploade informatie niet én bedrijfsvertrouwelijk én (bewust) bewaard én met [gedaagde sub 3] gedeeld is – volgens [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] zijn dat cumulatieve voorwaarden – zijn de verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst niet geschonden. Bovendien valt niet in te zien welk redelijk belang van [eiseres] is geschonden. De gevorderde boetes zijn daarom disproportioneel, [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] verzoeken om matiging van de boetes.
onrechtmatige concurrentie
4.3.
Verder is volgens gedaagden geen sprake van onrechtmatige concurrentie. Het uitgangspunt is vrije concurrentie (en voor [gedaagde sub 3] vrijheid van ondernemerschap) en [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] hadden geen concurrentie-, relatie- of antironselbeding. Daarom is het benaderen of in dienst nemen van werknemers van concurrenten op zichzelf niet onrechtmatig; daarvoor zijn bijzondere omstandigheden nodig. Er was geen sprake van het door [eiseres] geschetste gestructureerde en gedetailleerde plan en gedaagden betwisten dat het gaat om essentiële werknemers. De werknemers die bij [gedaagde sub 3] in dienst zijn getreden hebben op eigen initiatief contact gezocht met [gedaagde sub 3] ; dat hebben zij ook schriftelijk verklaard.
4.4.
Gedaagden hebben zich bovendien niet schuldig gemaakt aan het stelselmatig benaderen van agenten, klanten of leveranciers. Voor zover al sprake zou zijn van benaderen, gaat dat slechts om een klein deel van de relaties van [eiseres] , zodat dat niet kan worden beschouwd als stelselmatig benaderen waardoor substantieel afbreuk wordt gedaan aan het bedrijfsdebiet van [eiseres] .
schade
4.5.
Ook de gevorderde schadevergoeding kan niet worden toegewezen. [eiseres] kan niet zowel de boete als schadevergoeding vorderen en er is geen sprake van causaal verband tussen het (vermeend) onrechtmatig handelen en de gevorderde schade. Bovendien heeft [eiseres] eigen schuld ten aanzien van de schade, onder meer omdat [eiseres] een autorisatiesysteem had ingevoerd dat leidde tot onvrede bij de traders bij het uitoefenen van het werk. Het besluit om de bedrijfsactiviteiten te staken kwam bovendien pas nadat (ook) het ‘Pontinteam’ had aangegeven [eiseres] te verlaten, zodat de bedrijfssluiting een direct gevolg daarvan is geweest. Ook betwisten gedaagden dat (de) [eiseres] (groep) haar bedrijfsactiviteiten in de
recovered materialsheeft gestaakt; volgens gedaagden zijn die activiteiten vanuit Zweden en Singapore voortgezet.
4.6.
De kosten van de bedrijfsbeëindiging kunnen daarom niet worden gezien als schade als gevolg van het handelen van gedaagden. Bovendien betwisten gedaagden de noodzaak van de gemaakte kosten. Dat geldt ook voor de kosten van het interne onderzoek en de kosten voor de bedrijfsadviseurs. Ook de door [eiseres] gestelde inkomstenderving komt niet voor vergoeding in aanmerking. [eiseres] miskent bij haar schadeberekening dat zij zoveel als mogelijk in de toestand moet worden gebracht waarin zij zou verkeren als de (schadeveroorzakende) gebeurtenis niet had plaatsgevonden. Er moet daarom naar de winstdaling gekeken worden en niet naar een misgelopen hypothetische verkoopprijs.
onkostenvergoedingen
4.7.
Ten aanzien van de onkostenvergoedingen voert [gedaagde sub 1] aan dat alle kosten deugdelijk zijn onderbouwd en dat de berekening van [eiseres] niet klopt. Rekening houdend met de betaalde onkostenvergoedingen over 2017, 2018 en 2019 moet er over 2018 en 2019 nog een bedrag van € 90.301,72 worden verantwoord. Daarvan heeft [gedaagde sub 1] een bedrag van € 90.226,- verantwoord, zodat slechts een bedrag van € 75,72 niet is verantwoord. Verder was de afspraak dat naast de vaste vergoeding voor de (aanschaf van de) auto, [gedaagde sub 1] overige auto-kosten mocht declareren. Aan die afspraak is ook ruim tien jaar uitvoering gegeven. Ten slotte betwist [gedaagde sub 1] dat een deel van de kosten een privékarakter had op grond waarvan die niet voor vergoeding in aanmerking zouden komen. [gedaagde sub 1] is bereid het deel van zijn privium abonnement dat buiten het dienstverband met [eiseres] valt, terug te betalen (€ 161,25).
bewijsbeslag
4.8.
Ten aanzien van de gevorderde vergoeding van de kosten van het bewijsbeslag betwisten gedaagden dat het bewijsbeslag nodig was. Subsidiair voeren gedaagden aan dat de kosten onderdeel zijn van de proceskosten.

5.De tegenvordering

5.1.
Gedaagden vorderen bij wijze van tegenvordering dat de kantonrechter:
a) alle door [eiseres] ten laste van [gedaagde sub 1] , [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] gelegde beslagen opheft per de datum van het vonnis in deze procedure;
als de beslagen worden opgeheven:
b) primair: [eiseres] verbiedt nieuwe conservatoire beslagen te leggen ten laste van [gedaagde sub 1] , [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] die verband houden met de vorderingen in deze procedure op straffe van een dwangsom van € 10.000,- per overtreding;
subsidiair: [eiseres] beveelt bij enig toekomstig verzoek om verlof voor beslaglegging ten laste van [gedaagde sub 1] , [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] , het vonnis in deze procedure over te leggen op straffe van een dwangsom van € 10.000,- per overtreding.
5.2.
[gedaagde sub 1] vordert bij wijze van tegenvordering dat de kantonrechter
primair: [eiseres] veroordeelt tot betaling van € 45.867,06 bruto minus € 236,97, het restant te vermeerderen met wettelijke verhoging en wettelijke rente vanaf 1 oktober 20219;
subsidair: voor zover [gedaagde sub 1] wordt veroordeeld enig bedrag aan [eiseres] te betalen, bepaalt dat daarop bij wijze van verrekening in mindering wordt gebracht € 45.867,06 bruto minus € 236,97, het restant te vermeerderen met de wettelijke verhoging en wettelijke rente vanaf 1 oktober 2019.
5.3.
Gedaagden leggen aan de tegenvordering ten grondslag – kort weergegeven – dat de vorderingen van [eiseres] ondeugdelijk en ongegrond zijn. Op grond van een belangenafweging moeten de beslagen worden opgeheven. Gedaagden vrezen voor nieuwe pogingen om beslag te leggen en dat zou misbruik van bevoegdheid en onrechtmatig handelen zijn, daarom moeten nieuwe beslagen worden verboden, althans moet [eiseres] daarbij verplicht worden om dit vonnis over te leggen.
5.4.
Ten aanzien van de vakantiedagen voert [gedaagde sub 1] aan dat [eiseres] heeft geweigerd een correcte eindafrekening op te stellen in verband met het geschil over (onder andere) de onkostenvergoeding. [eiseres] moet nog 444 uur uitbetalen en bij berekening van het uit te betalen bedrag moet rekening worden gehouden met de werkgeversbijdrage voor pensioen. Het bedrag dat van de uitbetaling mag worden afgetrokken is het bedrag van € 75,72 aan onkostenvergoeding waarvoor [gedaagde sub 1] geen onderbouwing heeft kunnen geven en de kosten voor het privium-abonnement voor de periode na uitdiensttreding van [gedaagde sub 1] (€ 161,25).

6.Het verweer tegen de tegenvordering

6.1.
[eiseres] betwist de tegenvordering en stelt dat ten aanzien van een eventuele opheffing van het beslag dat de belangenafweging in het voordeel van [eiseres] uitvalt in verband met haar belang bij zekerstelling van verhaalsmogelijkheden. Gedaagden hebben niet gesteld welk belang zij hebben bij opheffing van het beslag. Voorgaande geldt ook voor het gevorderde verbod tot het leggen van nieuwe beslagen. Er is geen sprake van bijzondere omstandigheden op grond waarvan een uitzondering moet worden gemaakt; de vordering van [eiseres] is niet evident ongegrond en er is geen sprake van misbruik van procesrecht.
6.2.
Ten aanzien van de vakantiedagen voert [eiseres] aan dat zij die mocht verrekenen met haar vorderingen op [gedaagde sub 1] . Ook voert [eiseres] aan dat bij het berekenen van het bedrag dat uitbetaald moet worden geen rekening moet worden gehouden met de werkgeversbijdrage voor pensioen omdat die bijdrage niet aan de werknemer, maar aan een derde (namelijk het pensioenfonds) verschuldigd is.

7.De beoordeling

de vordering
7.1.
In de zaak in conventie liggen de volgende vragen voor:
I. Hebben [gedaagde sub 1] en/of [gedaagde sub 2] hun contractuele non-disclosure verplichtingen geschonden?
II. Moeten [gedaagde sub 1] en/of [gedaagde sub 2] daarvoor een boete aan [eiseres] betalen?
III. Moet [gedaagde sub 1] en/of [gedaagde sub 2] worden geboden om vertrouwelijke en
bedrijfsgevoelige informatie aan [eiseres] te retourneren of te vernietigen?
IV. Hebben [gedaagde sub 1] en/of [gedaagde sub 2] en/of [gedaagde sub 3] onrechtmatig gehandeld jegens [eiseres] ?
V. Moeten gedaagden daarvoor aan [eiseres] een schadevergoeding betalen?
VI. Moet [gedaagde sub 1] (een deel van) de aan hem betaalde onkostenvergoeding terugbetalen?
VII. Moeten [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] de kosten van het bewijsbeslag betalen?
VIII. Wie moet de proceskosten in deze zaak betalen?
I. [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] hebben het geheimhoudingsbeding overtreden
7.2.
De kantonrechter vindt dat [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] het geheimhoudingsbeding hebben overtreden. Uit het geheimhoudingsbeding volgt dat [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2]
nooitvertrouwelijke informatie mogen publiceren of openbaren en dat [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2]
upon terminationgeen bedrijfsdocumenten, correspondentie, kosteninformatie, klantenlijsten etc. mogen meenemen, publiceren of openbaren.
7.3.
Gelet op de tekst van het geheimhoudingsbeding is het voor overtreding daarvan genoeg als kan worden vastgesteld dat [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2]
upon terminationbedrijfsinformatie hebben meegenomen. Volgens de kantonrechter moet onder
upon terminationniet worden verstaan de einddatum van het dienstverband, maar de periode na 5 juni 2019. Dat is de datum waarop het gesprek in [woonplaats] plaatsvond waarbij [gedaagde sub 1] , [gedaagde sub 2] , [betrokkene C] , [betrokkene B] en [betrokkene A] aanwezig waren. [gedaagde sub 1] heeft immers ter zitting verklaard dat dat gesprek bedoeld was om de samenwerking tussen [eiseres] en [gedaagde sub 3] te evalueren, en dat dat gesprek een andere wending kreeg. (Minimaal) vanaf toen is gesproken over een eventuele overstap van [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] naar [gedaagde sub 3] en dus over een eventuele beëindiging van het dienstverband bij [eiseres] .
7.4.
Verder is, gelet op de tekst van het geheimhoudingsbeding, de (mate van) vertrouwelijkheid van de informatie die ‘upon termination’ is meegenomen of gedeeld niet relevant bij het beantwoorden van de vraag of deze verplichting uit het geheimhoudingsbeding is geschonden. Vaststaat dat [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] na 5 juni 2021 bedrijfsinformatie naar zichzelf hebben gemaild en op USB-sticks hebben gezet. Dat die bedrijfsinformatie (niet allemaal) bij het bewijsbeslag is aangetroffen, doet niet ter zake omdat het enkele ‘meenemen’ al overtreding van het geheimhoudingsbeding oplevert. Ook staat vast dat [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] informatie rechtstreeks naar [gedaagde sub 3] hebben gemaild, bijvoorbeeld over (arbeidsvoorwaarden van) werknemers van [eiseres] of e-mailcorrespondentie met een agent van [eiseres] .
7.5.
[gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] hebben dus het geheimhoudingsbeding overtreden. Dat [eiseres] geen ICT-regeling kent maakt dit niet anders. Dat [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] informatie op USB-sticks hebben gezet omdat zij die informatie nodig hadden om van huis uit te werken, zou zo kunnen zijn, maar ook dat leidt, gelet op de omstandigheden en het moment waarop [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] de informatie hebben meegenomen, niet tot een ander oordeel. De mate waarin [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] het geheimhoudingsbeding hebben overtreden komt hierna bij de bespreking van de boete aan de orde.
II. [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] moeten een boete aan [eiseres] betalen
7.6.
De kantonrechter vindt dat [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] allebei aan [eiseres] een boete moeten betalen voor het overtreden van het geheimhoudingsbeding. [eiseres] heeft primair gevorderd dat [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] voor elk als bijlage verzonden of op de USB-stick geüpload document, een boete verschuldigd zijn. Subsidiair is de boete gevorderd voor elke verzonden e-mail of op de USB-stick geüpload document.
7.7.
Voor het vaststellen van de hoogte van de boete moet worden gekeken naar de bedoeling van het geheimhoudingsbeding Met dit beding heeft [eiseres] beoogd te bewerkstelligen dat er geen informatie over [eiseres] buiten [eiseres] wordt gebracht. Voor het vaststellen van de hoogte van de boete maakt het volgens de kantonrechter niet uit hoe en/of in hoeveel delen bepaalde informatie buiten [eiseres] is gebracht (dus of dat via één of meerdere e-mails is gebeurd, of dat alle informatie tegelijk op een USB-stick is gezet), maar gaat het er om dat er informatie over bepaalde delen van haar organisatie (bijvoorbeeld: klanten, debiteuren, werknemers) naar buiten is gebracht. Daarom zal de kantonrechter de hoogte van de boete bepalen aan de hand van het aantal onderwerpen waarover [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] informatie over [eiseres] , buiten [eiseres] hebben gebracht.
7.8.
Voor het grootste deel gaat het om informatie die
upon terminationis meegenomen door [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] doordat zij die informatie naar een privé e-mailadres hebben gestuurd of op een USB stick hebben gezet. Verder heeft [gedaagde sub 1]
upon terminationinformatie met [gedaagde sub 3] gedeeld door deze naar haar (werknemers) te e-mailen. Ook is voldoende aannemelijk geworden dat zowel [gedaagde sub 1] als [gedaagde sub 2] tijdens de besprekingen in Norwalk op 30 en 31 juli 2019 (eveneens
upon termination) informatie met [gedaagde sub 3] hebben gedeeld. Dat oordeel wordt gebaseerd op de informatie die al voorafgaand aan de besprekingen is gedeeld (bijvoorbeeld op 26 juli 2019) en op de vergaderagenda die door [gedaagde sub 1] , [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] is opgesteld. Op basis van die agenda was het in ieder geval de bedoeling dat minimaal over de
current situationvan [eiseres] zou worden gesproken, over kosten en resultaten en over de activa van [eiseres] . Daarnaast moet het ervoor worden gehouden dat ook ten aanzien van andere in de agenda genoemde onderwerpen zou worden gesproken over [eiseres] . Gedaagden hebben bijvoorbeeld onvoldoende toegelicht dat ten aanzien van het (voorgestelde) onderwerp
Gaps and Overlaps,iets anders zou worden vergeleken dan (zoals door [eiseres] gesteld) [eiseres] en [gedaagde sub 3] . Gelet hierop is de stelling van gedaagden dat niet alle onderwerpen van die agenda zijn besproken en het bewijsaanbod dat gedaagden in dat kader hebben gedaan onvoldoende specifiek om tot het horen van getuigen over te gaan. De kantonrechter vindt het gelet op het voorgaande voldoende aannemelijk dat de onder 2.20. genoemde informatie op 30 en 31 juli 2019 niet alleen ten aanzien van [gedaagde sub 3] , maar ook ten aanzien van [eiseres] is besproken en dus is gedeeld met [gedaagde sub 3] .
7.9.
Ten aanzien van de door [eiseres] gestelde overtredingen door [gedaagde sub 2] geldt het volgende. De overtredingen in januari 2019 kunnen gelet op de periode niet worden beoordeeld aan de hand van de maatstaf die geldt voor overtredingen
upon termination. Met betrekking tot overtredingen voor 5 juni 2019 moet dus wel de mate van vertrouwelijkheid van de informatie worden beoordeeld. Voor 5 juni heeft [gedaagde sub 2] aan [betrokkene B] de contactgegevens van een klant van [eiseres] gestuurd (zie 2.14.) en verzocht
samplesdirect naar die klant te sturen. [gedaagde sub 2] heeft onder verwijzing naar de zakelijke relatie die op dat moment tussen [eiseres] en [x] bestond voldoende gemotiveerd betwist dat deze informatie onder het geheimhoudingsbeding valt. Daarmee is het geheimhoudingsbeding dan ook niet overtreden. Op 11 juli 2019 heeft [gedaagde sub 2] het geheimhoudingsbeding overtreden door e-mailcontact met (en daarmee contactgegevens van) een agent van [eiseres] door te sturen. Anders dan wat [eiseres] heeft gesteld staat, mede gelet op de betwisting van [gedaagde sub 2] , niet vast dat [gedaagde sub 2] met de e-mail van 4 juli 2019 van [betrokkene E] een (klanten)lijst heeft gedeeld. Ook het doorsturen van een e-mail met NAW-gegevens en een (gewenst) parttimepercentage van een aanstaande werknemer (toen [gedaagde sub 2] al bij [gedaagde sub 3] in dienst was) kan niet worden aangemerkt als een schending. Ten aanzien van één van de de door [gedaagde sub 2] gedownloade presentaties heeft hij aangevoerd dat hij die nodig had om een presentatie op te stellen voor een bijeenkomst in Chili. Hierop is [eiseres] ter zitting niet ingegaan. De kantonrechter vindt dat [gedaagde sub 2] daarom voldoende gemotiveerd heeft betwist dat hij die informatie heeft meegenomen. Ook kan niet worden vastgesteld dat de informatie is gedeeld met [gedaagde sub 3] . Voor wat betreft de tweede presentatie (bijlage 98 bij productie 64) staat vast dat deze is meegenomen, omdat deze is aangetroffen bij het bewijsbeslag. Daarmee zijn de non-disclosureverplichtingen door [gedaagde sub 2] geschonden.
7.10.
Gelet op het voorgaande komt de kantonrechter tot de volgende overtredingen van het geheimhoudingsbeding:
[gedaagde sub 1] :
1. Het meenemen en delen van financiële informatie over [eiseres] (op 26, 28 en 30 en/of 31 juli 2019 en door die informatie op een USB-stick te zetten);
2. Het meenemen en delen van gegevens van werknemers van [eiseres] (op 23 juli, 17, 25 en 28 september en 5 oktober 2019 en door deze informatie op een USB-stick te zetten);
3. Het delen van informatie over de binnen [eiseres] (in het algemeen) geldende arbeidsvoorwaarden (op 26 juli 2019);
4. Het meenemen en delen van informatie over klanten van [eiseres] en markten waarop en handelsgebieden waarin [eiseres] actief is (op 30 en 31 juli 2019 en door sales orders op een USB-stick te zetten);
5. Het delen van informatie over leveranciers van [eiseres] (op 30 en 31 juli 2019 en door purchase orders op een USB-stick te zetten);
6. Het delen van informatie over de activa van [eiseres] (op 30 en 31 juli 2019);
7. Het meenemen en delen van informatie over de agenten van [eiseres] (op 30 en 31 juli 2019 en door contactgegevens en informatie over commissies op een USB-stick te zetten);
8. Het meenemen van informatie over kosten/break-even (door die informatie op een USB-stick te zetten);
9. Het meenemen van binnen [eiseres] gebruikte templates (door die templates op een USB-stick te zetten);
10. Het meenemen van prijsinformatie (door die informatie op een USB-stick te zetten);
11. Het meenemen van cognossementen (door meerdere cognossementen op een USB-stick te zetten).
[gedaagde sub 2] :
1. Het delen van financiële informatie (op 30 en 31 juli 2019);
2. Het meenemen en delen van informatie over klanten van [eiseres] en markten waarop en handelsgebieden waarin [eiseres] actief is (op 30 en 31 juli 2019 en door deze informatie op een USB-stick te zetten);
3. Het delen van informatie over leveranciers van [eiseres] (op 30 en 31 juli 2019);
4. Het delen van informatie over agenten van [eiseres] (op 11, 30 en 31 juli 2019);
5. Het delen van informatie over de activa van [eiseres] (op 30 en 31 juli 2019).
7.11.
Voor zowel [gedaagde sub 1] als [gedaagde sub 2] geldt dat een boete van € 10.000,- per schending is overeengekomen. Dat komt gelet op het voorgaande neer op een boete van € 110.000 (11 schendingen) voor [gedaagde sub 1] en een boete van € 50.000,- (5 schendingen) voor [gedaagde sub 2] .
7.12.
De kantonrechter ziet geen aanleiding om de boetes te matigen, omdat er, mede gelet op wat hierna bij IV wordt besproken, geen sprake is van een situatie waarin de billijkheid klaarblijkelijk matiging van de boetes eist. Ook de gevorderde wettelijke rente over de boetes zal worden toegewezen.
7.13.
[eiseres] heeft naast de boete per schending, de boete van € 500,- per dag dat de schending voortduurt, gevorderd. De kantonrechter stelt vast dat het meenemen en delen van informatie in beginsel iets is wat eenmalig is, en niet voortduurt. Het is onvoldoende aannemelijk geworden dat gedaagden de meegenomen en/of gedeelde informatie na de schendingen hebben gebruikt en/of zijn blijven gebruiken, in het bijzonder omdat het overgrote deel van die informatie niet bij het bewijsbeslag is aangetroffen. De gevorderde boete van € 500,- per dag bij het voorduren van de schending wordt daarom afgewezen.
III. [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] moeten vertrouwelijke en bedrijfsgevoelige informatie aan [eiseres] retourneren of vernietigen
7.14.
Hiervoor is overwogen dat [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] het geheimhoudingsbeding hebben overtreden. Verder heeft [gedaagde sub 1] erkend dat hij nog informatie onder zich heeft (in verband met de procedure) en staat vast dat een klein deel van de meegenomen informatie is aangetroffen bij het bewijsbeslag. Voor het overige is door [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] tegen deze vordering geen verweer gevoerd, zodat de vordering zal worden toegewezen.
IV. [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] hebben onrechtmatig gehandeld
7.15.
[gedaagde sub 1] , [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] hebben onrechtmatig hebben gehandeld jegens [eiseres] . Dat volgt onder andere uit de hiervoor omgeschreven overtreding van het geheimhoudingsbeding door [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] . Ook hebben [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] onrechtmatig gehandeld door tijdens het dienstverband vergaande voorbereidingen te treffen voor het oprichten van een concurrerende (tak van een) onderneming (zie bij de feiten onder andere 2.19., 2.20. en 2.27.). [gedaagde sub 1] , [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] hebben volgens de kantonrechter gezamenlijk onrechtmatig gehandeld door de manier waarop zij, met gebruikmaking van interne informatie van [eiseres] , voordelige aanbiedingen hebben gedaan aan werknemers van [eiseres] . Dat oordeel wordt als volgt toegelicht.
7.16.
Het uitgangspunt is, zoals gedaagden aanvoeren, dat werknemers zonder concurrentiebeding een concurrerende onderneming kunnen beginnen of bij een concurrerende onderneming in dienst kunnen treden, maar dat uitgangspunt van vrije concurrentie is niet onbegrensd. Ook zonder concurrentiebeding kan sprake zijn van onrechtmatige concurrentie wanneer het duurzame debiet van de voormalig werkgever, dat de werknemer in het kader van de arbeidsovereenkomst mee heeft helpen opbouwen met de hulpmiddelen die de werknemer daartoe vertrouwelijk van zijn voormalige werkgever ter beschikking kreeg stelselmatig en substantieel wordt afgebroken.
stelselmatig en substantieel (afbreken)
7.17.
[gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] hebben stelselmatig en substantieel het bedrijfsdebiet van [eiseres] afgebroken omdat [gedaagde sub 1] , [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] tijdens het dienstverband (vanaf 5 juni 2019) van [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] bij [eiseres] vergaande voorbereidingen hebben getroffen voor het oprichten van een concurrerende (tak van een) onderneming. Dat volgt uit de hiervoor besproken documenten die zijn gestuurd en geüpload en informatie die is gedeeld (zie onder 7.10.). Daarnaast volgt dit uit de WhatsApp-berichten over de inschrijving van de onderneming (waarvoor [betrokkene A] het paspoort van [gedaagde sub 1] nodig had) en uit het feit dat de bespreking in Norwalk op werkdagen heeft plaatsgevonden (en, naar de kantonrechter begrijpt, [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] daar op kosten van [eiseres] naartoe zijn gevlogen). Het valt [gedaagde sub 1] aan te rekenen dat hij zich herhaaldelijk allesbehalve terughoudend heeft opgesteld ten aanzien van medewerkers van [eiseres] die (al dan niet op initiatief van gedaagden) geïnteresseerd bleken in een overstap naar [gedaagde sub 3] . Niet alleen heeft [gedaagde sub 1] voor de bespreking in Norwalk een lijst van ‘zijn team’ met gedetailleerde gegevens meegestuurd, ook volgt uit de onder 2.24. geciteerde WhatsAppgesprekken dat [gedaagde sub 1] , heeft bewerkstelligd dat één van de werknemers van [eiseres] [betrokkene A] via LinkedIn heeft benaderd met als doel bij [gedaagde sub 3] in dienst te treden. Verder volgt uit de WhatsApp-berichten dat [gedaagde sub 1] zelf voorstelt werknemers van [eiseres] te benaderen (op 17 en 22 september 2019) en dat [gedaagde sub 3] zelf actief contact heeft opgenomen met meerdere werknemers van [eiseres] (zie onder meer 2.26.).
7.18.
Verder spreekt de (niet verstuurde) conceptemail van [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] aan [gedaagde sub 3] van medio augustus 2019 (zie 2.25.), boekdelen:
‘We do believe that a move to [gedaagde sub 3] would mean that [gedaagde sub 3] would receive an immediate value/asset in the form goodwill – instead of going out in the market to buy a company with 34 people and over 1 mio Euro nett profit (and growing) – our move to [gedaagde sub 3] would mean a huge saving for [gedaagde sub 3] .’
7.19.
Ook heeft [gedaagde sub 1] informatie over de arbeidsvoorwaarden van werknemers van [eiseres] gedeeld en gebruikt zodat [gedaagde sub 3] een aanbod kon doen dat die werknemers – blijkbaar – overtuigde om in dienst te treden bij [gedaagde sub 3] . Ten slotte valt het [gedaagde sub 3] aan te rekenen dat zij herhaaldelijk informatie over de onderneming van [eiseres] bij [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] heeft opgevraagd, bijvoorbeeld op 24 juli 2019.
7.20.
Het is niet vast komen te staan dat [gedaagde sub 3] (structureel en stelselmatig) klanten en/of leveranciers van [eiseres] heeft benaderd. [eiseres] heeft dat slechts ten aanzien van 3 klanten/leveranciers gesteld en gedaagden hebben onweersproken aangevoerd dat [eiseres] (in september 2019) ongeveer 157 klanten en 291 leveranciers had. Het (verhoudingsgewijs) zeer geringe aantal klanten/leveranciers dat volgens [eiseres] zou zijn ‘geronseld’ maakt dat dat geen bijkomende omstandigheid kan zijn die relevant is bij het beantwoorden van de vraag of sprake is van onrechtmatige concurrentie.
7.21.
Ten aanzien van de werknemers die zijn bewogen over te stappen naar [gedaagde sub 3] wordt overwogen dat zes van [eiseres] ’s traders bij [gedaagde sub 3] in dienst zijn getreden en daarnaast nog 4 medewerkers met ondersteunende functies. Verder begrijpt de kantonrechter dat er na de opzegging van [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] nog 17 mensen bij [eiseres] in dienst waren en dat er in november nog 22 traders en 28 personen ondersteuning voor [eiseres] werkzaam waren (waarvan het grootste deel niet op basis van een arbeidsovereenkomst). Gelet op deze aantallen (10 van de 17 werknemers en 6 van minder dan 30 in september 2019 als trader werkzame personen) die zijn overgegaan, waarbij komt dat (mogelijk) nog meer werknemers benaderd zijn (zie de WhatsAppberichten van 17 en 22 september 2019 tussen [gedaagde sub 1] en [betrokkene A] ), in samenhang met de hiervoor beschreven bijkomende omstandigheden, is voldaan aan het vereiste ‘stelselmatig en substantieel’.
afbreken van bedrijfsdebiet
7.22.
[eiseres] stelt dat haar bedrijfsdebiet wordt gevormd door haar essentiële werknemers en haar zakelijke netwerk. Beiden zijn volgens [eiseres] met behulp van [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] overgenomen door [gedaagde sub 3] . Gedaagden betwisten niet dat in de business waarin [eiseres] opereert het bedrijfsdebiet bestaat uit met name de traders en het zakelijke netwerk maar wel dat tien
essentiëlewerknemers uit het salesteam van [eiseres] bij [gedaagde sub 3] in dienst zijn getreden. Volgens gedaagden waren er na de overstap van zes
tradersen vier werknemers met een ondersteunende functies nog 50 mensen waarvan 22 actieve
tradersbij [eiseres] in dienst. [eiseres] betwist dat en stelt dat er op 5 november 2019 nog 4 personen bij haar in dienst waren, waarvan twee handelaren. Dit verschil wordt onder andere verklaard doordat het zogenaamde Pontin salesteam niet in dienst was bij [eiseres] maar wel werkzaam was voor [eiseres] . De kantonrechter vindt dat in dit geval voor de vraag of het bedrijfsdebiet is afgebroken moet worden gekeken naar de werknemers die in dienst waren van [eiseres] . Gelet op de manier waarop gedaagden deze werknemers hebben ‘binnengehaald’ – waarbij [gedaagde sub 1] zich beslist niet terughoudend heeft opgesteld en waarbij gebruik is gemaakt van informatie die [eiseres] toebehoorde – is naar het oordeel ten aanzien van deze werknemers sprake van afbreken van het bedrijfsdebiet. Hoewel – zoals hierna zal blijken – niet kan worden vastgesteld dat het handelen van gedaagden de directe oorzaak is voor de bedrijfssluiting, is met dit handelen wel afbreuk gedaan aan het bedrijfsdebiet.
met hulpmiddelen van de voormalig werkgever
7.23.
Het bedrijfsdebiet is door die voorbereidingen en met name door het (op deze wijze) in dienst nemen van de werknemers geschonden met de hulpmiddelen die [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] vertrouwelijk van hun voormalige werkgever ter beschikking hebben gekregen. Verwezen wordt naar hetgeen onder 7.17. e.v. is overwogen met betrekking tot de (bijkomende) omstandigheden van het geval. Gelet op het voorgaande is de conclusie dat gedaagden het duurzame bedrijfsdebiet van [eiseres] stelselmatig en substantieel hebben afgebroken met de hulpmiddelen die [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] vertrouwelijk van [eiseres] hebben gekregen; gedaagden hebben dus [eiseres] dus onrechtmatig beconcurreerd en onrechtmatig gehandeld jegens [eiseres] .
V. Gedaagden moeten een schadevergoeding betalen;
7.24.
Omdat hiervoor is vastgesteld dat [gedaagde sub 1] , [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] onrechtmatig jegens [eiseres] hebben gehandeld, moet de vraag worden beantwoord of zij daarvoor aan [eiseres] een schadevergoeding moeten betalen. De kantonrechter vindt dat het grootste deel van de vordering van [eiseres] moet worden afgewezen, onder andere omdat [eiseres] het causaal verband tussen het handelen van gedaagden en de schade die zij stelt te hebben geleden, onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt. De kantonrechter vindt wel dat gedaagden de kosten van het intern onderzoek (gedeeltelijk) moeten vergoeden. Dat wordt hierna aan de hand van de verschillende onderdelen van de gevorderde schade toegelicht.
verliezen die samenhangen met de bedrijfsbeëindiging (€ 263.331,83), waaronder ook: de verkoop van handelsvoorraden tegen een lagere verkoopprijs (€ 1.229.515,-) en een niet te innen vordering op een klant (€ 1.019.237,-)
7.25.
Volgens [eiseres] is de bedrijfsbeëindiging het direct gevolg van het onrechtmatig handelen van gedaagden. Met gedaagden is de kantonrechter van oordeel dat het causaal verband tussen het onrechtmatig handelen van gedaagden en de bedrijfsbeëindiging onvoldoende aannemelijk is. Daarbij is van belang dat [eiseres] op 20 oktober 2019 (toen bijna alle
tradersdie bij [gedaagde sub 3] in dienst zouden treden, hun arbeidsovereenkomst bij [eiseres] al hadden opgezegd) nog intern communiceerde dat zij verwachtte dat de salescijfers voor het einde van het jaar nog zouden gaan stijgen. Ook is van belang dat niet alleen de werknemers die bij [gedaagde sub 3] in dienst zijn getreden, maar (bijvoorbeeld) ook het Pontin-team bij [eiseres] is vertrokken. [eiseres] stelt zelf dat er op 5 november nog maar vier werknemers in dienst waren, terwijl zij pas op 28 november 2019, ná het vertrek van het Pontin-team (welk vertrek half november 2019 is aangekondigd) het besluit heeft genomen om de bedrijfsactiviteiten te staken. Niet kan worden uitgesloten dat (en in welke mate) het besluit tot bedrijfsbeëindiging het directe gevolg is geweest van andere gebeurtenissen dan het onrechtmatig handelen van gedaagden. Daarbij is door [eiseres] ook niet gesteld, laat staan aannemelijk gemaakt dat de essentiële
traders[eiseres] niet ook zouden hebben verlaten, zonder de onrechtmatige gedragingen van gedaagden. Tot slot heeft [eiseres] de stelling van gedaagden dat [eiseres] haar
Recovered Materials Divisie(gedeeltelijk) heeft voortgezet in Singapore en Zweden onvoldoende gemotiveerd heeft betwist. Hetzelfde geldt voor de stelling van gedaagden ten aanzien van de oninbare vordering op een klant. In dat kader hebben gedaagden nog aangevoerd dat [eiseres] een schikking met de betreffende klant zou hebben getroffen. Ook dat heeft [eiseres] niet althans onvoldoende gemotiveerd betwist. Dit onderdeel van de gevorderde schadevergoeding zal dus worden afgewezen.
Het interne onderzoek (€ 422.375,-)
7.26.
Het volgende onderdeel van de gevorderde schadevergoeding bestaat uit de kosten van het interne onderzoek. [eiseres] stelt daarvoor € 251.000,- aan de FRA en € 171.375,- aan haar huisadvocaat te hebben betaald. De kantonrechter vindt dat [eiseres] voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij onderzoekskosten heeft moeten maken als gevolg van het onrechtmatig handelen van [gedaagde sub 1] , [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] en dat deze kosten aan gedaagden kunnen worden toegerekend. [eiseres] heeft evenwel niet voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat het volledige gevorderde bedrag (voldoende) samenhangt met de gedragingen van gedaagden. De vorderingen in deze zaak zijn gebaseerd op de FRA-rapporten, die dateren van 23 oktober en 1 november 2019. [eiseres] heeft nagelaten om toe te lichten waarom na deze data door de FRA nog aanzienlijke kosten (€ 159.465,47) zijn gemaakt. Alleen de vóór 1 november 2019 gemaakte kosten kunnen worden toegewezen. Verder heeft [eiseres] nagelaten toe te lichten waarom de kosten die zij in het kader van het onderzoek aan de huisadvocaat zou hebben betaald, niet onder de reguliere proceskostenveroordeling vallen. Daar komt bij dat alle werkzaamheden volgens de facturen van de huisadvocaat pas in 2020 zijn verricht (na opstelling van de FRA-rapporten), dat de specificaties van die facturen in het Zweeds zijn opgesteld en dat daaruit niet kan worden opgemaakt waar die werkzaamheden op zien. Een groot deel van de werkzaamheden lijkt samen te hangen met de bedrijfsbeëindiging, zodat wordt verwezen naar wat hiervoor is overwogen. Gelet op het voorgaande zullen gedaagden worden veroordeeld tot betaling van de kosten voor FRA tot € 91.534,92, te weten de kosten van FRA in de maand oktober 2019.
bedrijfsadviseurs (€ 242.453,77)
7.27.
Verder vordert [eiseres] kosten voor het inschakelen van bedrijfsadviseurs. Met gedaagden is de kantonrechter het eens dat het causaal verband tussen het handelen van gedaagden en het inschakelen van de bedrijfsadviseurs ontbreekt, dat de facturen niet zijn gespecificeerd, dat kosten voor de vervanging van [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] niet voor schadevergoeding in aanmerking komen omdat hun vertrek immers geen onderdeel is van het onrechtmatige handelen en dat niet gebleken is dat de bedrijfsadviseurs zijn ingezet ter vervanging van één van de andere bij [gedaagde sub 3] in dienst getreden werknemers. Dit deel van de schadevergoeding wordt daarom afgewezen.
gederfde inkomsten (€ 9.240.000,-)
7.28.
Ten slotte vordert [eiseres] vergoeding van schade in verband met gederfde inkomsten ter hoogte van de waarde van de onderneming, die door een externe waarderingsdeskundige is begroot op € 8.400.000,- en de daarop gebaseerde (potentiële) verkoopprijs van € 9.240.000,-. Met gedaagden is de kantonrechter het eens dat deze schade niet voor vergoeding in aanmerking komt, omdat [eiseres] niet heeft gesteld dat zij voornemens was haar onderneming te verkopen. [eiseres] heeft ook ter zitting bevestigd dat zij dat juist niet van plan was. De te vergoeden vermogensschade moet worden berekend op basis van een vergelijking tussen de ontstane situatie en de hypothetische situatie als de schadeveroorzakende gebeurtenis zich niet had voorgedaan. De waarde van het bedrijf, het bedrag waarvoor de divisie volgens [eiseres] verkocht had kunnen worden, is dan ook niet de juiste maatstaf om de gederfde inkomsten op te baseren, omdat het nooit het plan was om [eiseres] te verkopen. Nu [eiseres] heeft nagelaten om te stellen en onderbouwen wat, als gevolg van het handelen van gedaagden, de waardevermindering van haar onderneming is geweest, en dit bedrag niet ambtshalve vast te stellen, te begroten of te schatten is, zal de gevorderde schadevergoeding ook op dit onderdeel worden afgewezen.
conclusie schadevergoeding
7.29.
De conclusie is dat de gevorderde schadevergoeding wordt toegewezen tot een bedrag van € 91.534,92. Ook de gevorderde wettelijke rente over de schadevergoeding zal worden toegewezen.
VI. [gedaagde sub 1] moet alleen het door hem erkende deel van de teruggevorderde onkostenvergoeding betalen
7.30.
[eiseres] stelt dat [gedaagde sub 1] een deel van de aan hem betaalde onkostenvergoeding moet terugbetalen omdat (voor dat deel) de rechtsgrond voor betaling ontbreekt. Zo zou [gedaagde sub 1] een deel van de gedeclareerde en uitbetaalde vergoedingen niet (achteraf) verantwoord hebben, zouden autokosten naast de vaste vergoeding op basis van de arbeidsovereenkomst niet voor vergoeding in aanmerking komen en zouden er kosten met een privékarakter betaald zijn.
7.31.
[gedaagde sub 1] heeft dat betwist. Hij voert aan dat [eiseres] een rekenfout heeft gemaakt. Dat verklaart volgens hem het ‘niet verantwoorde’ bedrag van € 14.000,-. Verder stelt [gedaagde sub 1] dat is afgesproken dat hij naast de autovergoeding uit de arbeids-overeenkomst, die bedoeld was voor de aanschaf van de auto, autokosten mocht declareren. Zo werd de overeenkomst ook al tien jaar uitgevoerd. Ten slotte betwist [gedaagde sub 1] dat een deel van de kosten een privékarakter had, hij heeft ten aanzien van die kosten toegelicht waarom die volgens hem een zakelijk karakter hadden. Ten aanzien van een bedrag van € 237,96 heeft [gedaagde sub 1] zich bereid verklaard dit terug te betalen. Dit gaat om een deel niet onderbouwde onkostenvergoeding (€ 75,72) en een deel privium abonnement vanaf zijn uitdiensttreding (€ 161,25).
7.32.
[eiseres] is ter zitting niet meer ingegaan op dat wat [gedaagde sub 1] bij antwoord heeft aangevoerd. Nu [eiseres] niet heeft betwist dat sprake is van een rekenfout, niet heeft betwist dat [gedaagde sub 1] tien jaar lang autokosten mocht declareren en [eiseres] niet is ingegaan op de toelichting van [gedaagde sub 1] op de declaraties die (volgens hem g)een privékarakter zouden hebben, zal de vordering van [eiseres] grotendeels worden afgewezen. Het erkende gedeelte (€ 237,69) zal worden toegewezen. Daarop wordt bij de tegenvordering nog ingegaan.
VII. [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] moeten de kosten van het bewijsbeslag betalen
7.33.
[eiseres] vordert dat [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] worden veroordeeld tot betaling van de kosten van het bewijsbeslag: een bedrag van € 25.544,97. [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] hebben betwist dat het nodig was om bewijsbeslag te leggen en voeren subsidiair aan dat de kosten onder de proceskostenveroordeling vallen.
7.34.
Uit artikel 706 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) volgt dat de kosten van (conservatoir) beslag van de beslagene kunnen worden teruggevorderd, tenzij het beslag nietig, onnodig of onrechtmatig was. [eiseres] heeft voldoende gesteld en onderbouwd dat zij de informatie die zij uit het beslag heeft verkregen, nodig had om deze procedure te starten. De stelling van [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] dat het bewijsbeslag onnodig was, is niet althans onvoldoende gemotiveerd. Daarmee is gesteld noch gebleken dat het beslag nietig, onnodig of onrechtmatig was, zodat de beslagenen tot betaling van die kosten zullen worden veroordeeld. Gelet op artikel 706 Rv ziet de kantonrechter niet in dat de beslagkosten onder de (reguliere) proceskostenveroordeling zouden vallen. De vordering en de daarover gevorderde wettelijke rente zullen worden toegewezen.
VIII. Partijen moeten hun eigen proceskosten dragen
7.35.
Nu partijen over en weer op punten in het ongelijk zijn gesteld, is de kantonrechter van oordeel dat het redelijk is dat partijen ieder de eigen proceskosten dragen.
de tegenvordering
Bij de beoordeling van de tegenvordering worden de volgende vragen beantwoord:
I. Moeten de door [eiseres] ten laste van [gedaagde sub 1] , [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] gelegde beslagen worden opgeheven en/of moet [eiseres] een verbod althans verplichting worden opgelegd ten aanzien van eventuele nieuwe beslagen?
II. Welk bedrag vertegenwoordigen de nog uit te betalen vakantiedagen van [gedaagde sub 1] ?
III. Wie moet de proceskosten in de zaak van de tegenvordering betalen?
I.
De beslagen zullen niet worden opgeheven
7.36.
Gedaagden hebben ten aanzien van de vordering tot het opheffen van de beslagen aangevoerd dat de vorderingen van [eiseres] ondeugdelijk en ongegrond zijn. Hiervoor is gebleken dat dat niet het geval is, zodat de beslagen niet zullen worden opgeheven. Nu de beslagen niet worden opgeheven wordt niet toegekomen aan de beoordeling van het onder 5.1. onder b) gevorderde.
II.
Werkgeversbijdrage pensioen is geen onderdeel vakantieloon
7.37.
Partijen zijn het erover eens dat [gedaagde sub 1] in beginsel aanspraak heeft op uitbetaling van 444 vakantie-uren. [eiseres] stelt dat zij de vordering mocht verrekenen met haar hiervoor besproken vorderingen. Verder betwist [eiseres] de waarde van de vakantiedagen. Partijen zijn het niet eens over het antwoord op de vraag of de werkgeversbijdrage voor pensioen een looncomponent is die moet worden meegenomen bij de berekening van die waarde.
7.38.
De kantonrechter vindt dat de werkgeversbijdrage voor pensioen geen onderdeel is van het vakantieloon, omdat de werkgever die werkgeversbijdrage niet aan [gedaagde sub 1] , maar aan het pensioenfonds verschuldigd is. Die looncomponent hoeft dus niet te worden meegenomen bij de berekening van de waarde van de vakantie-uren. Dat betekent dat de vakantie-uren een waarde hebben van € 41.664,60 bruto. Nu [gedaagde sub 1] in conventie wordt veroordeeld tot betaling een boete, schadevergoeding en kosten komt de kantonrechter toe aan de subsidiaire vordering van [gedaagde sub 1] , tot het verrekenen van de waarde van de vakantiedagen. De kantonrechter overweegt dat [eiseres] de bevoegdheid tot verrekening toekomt (zoals ook [gedaagde sub 1] met zijn subsidiaire vordering erkent). [eiseres] zal niet worden veroordeeld tot betaling van enig bedrag aan [gedaagde sub 1] , maar de kantonrechter zal bepalen dat [eiseres] mag verrekenen met wat haar toekomt. Nu de verrekeningsbevoegdheid al bestond op het moment van uitdiensttreding en verrekening terugwerkende kracht heeft, is geen plaats voor het toekennen van wettelijke verhoging. De wettelijke rente wordt wel toegewezen.
III. Gedaagden moeten de proceskosten in de zaak van de tegenvordering betalen
7.39.
De proceskosten komen voor rekening van gedaagden omdat zij (grotendeels) ongelijk krijgen.

8.De beslissing

De kantonrechter:
de vordering
8.1.
verklaart voor recht dat [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] hun contractuele non-disclosure verplichtingen hebben geschonden;
8.2.
veroordeelt [gedaagde sub 1] tot betaling aan [eiseres] van € 110.000,-, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 29 mei 2020 tot aan de dag van de gehele betaling;
8.3.
veroordeelt [gedaagde sub 2] tot betaling aan [eiseres] van € 50.000,- te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 29 mei 2020 tot aan de dag van de gehele betaling;
8.4.
gebiedt [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] alle vertrouwelijke en bedrijfsgevoelige informatie over [eiseres] die zij thans onrechtmatig onder zich houden, te retourneren aan [eiseres] althans schriftelijk aan [eiseres] te bevestigen dat zij deze informatie hebben vernietigd, binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis;
8.5.
veroordeelt [gedaagde sub 1] , [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] hoofdelijk tot vergoeding van de door [eiseres] geleden schade, vastgesteld op een bedrag van € 91.543,92, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 30 augustus 2019;
8.6.
veroordeelt [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] hoofdelijk tot betaling van de kosten van het bewijsbeslag van € 25.554,97, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na betekening van dit vonnis;
8.7.
bepaalt dat iedere partij de eigen proceskosten draagt;
8.8.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
8.9.
wijst de vordering voor het overige af.
de tegenvordering
8.10.
bepaalt dat [eiseres] het netto-equivalent van het aan [gedaagde sub 1] ten aanzien van de vakantiedagen toekomende bedrag van € 41.664,60 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 oktober 2019, mag verrekenen met het bedrag dat [gedaagde sub 1] op grond van 8.2., 8.5. en 8.6. aan [eiseres] moet betalen;
8.11.
veroordeelt gedaagden tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor [eiseres] worden vastgesteld op een bedrag van € 748,00 aan salaris van de gemachtigde van [eiseres] .
8.12.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
8.13.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. W. Aardenburg en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter