Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
3.Het verzoek
(naar de kantonrechter begrijpt)aan zijn verzoek ten grondslag dat KCS op grond van artikel 7:682 lid 1 aanhef en onderdeel a van het Burgerlijk Wetboek (BW) moet worden veroordeeld de arbeidsovereenkomst te herstellen, omdat de opzegging door KCS in strijd is met artikel 7:669 lid 1 en lid 3, onderdeel a BW. In dat kader stelt [verzoeker] – kort weergeven – het volgende.
4.Het verweer en het voorwaardelijke tegenverzoek
5.De beoordeling
‘3.4.5. Uit de toelichting op art. 13 Ontslagregeling (…) kan worden afgeleid dat het bij de beoordeling van de uitwisselbaarheid van functies gaat om eenobjectieve, niet aan een individuele werknemer gekoppelde, vergelijking van de functies. Het gaat er dus niet om hoe een individuele werknemer een functie in de praktijk uitoefent, noch of een bepaalde werknemer zowel de ene als de andere functie kan vervullen. Dat het gaat om de functie en niet om de werknemer, betekent niet dat de functie-inhoud en de daarvoor vereiste kennis, vaardigheden en competenties uitsluitend mogen worden vastgesteld aan de hand van de functiebeschrijving, al zal deze beschrijving doorgaans wel een belangrijke bron van informatie zijn. Naast de functiebeschrijving kunnen alle omstandigheden van belang zijndie op de gezichtspunten, genoemd in art. 13 Ontslagregeling, een licht kunnen werpen, zoals wat de functie in de praktijk in het algemeen behelst en onder welke algemene omstandigheden de functie moet worden uitgeoefend.Het gaat er bij de beoordeling van uitwisselbaarheid immers om dat een vergelijking tussen functies wordt gemaakt op basis van de werkelijke inhoud ervan.’(Onderstrepingen door de kantonrechter.)
die hiervoor geschikt isen op grond van het afspiegelingsbeginsel het laatst voor ontslag in aanmerking zou komen, als eerste in de gelegenheid wordt gesteld deze functie - na sollicitatie - te aanvaarden. (Zie de toelichting op artikel 9 van de Ontslagregeling.)