ECLI:NL:RBNHO:2021:9462
Rechtbank Noord-Holland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot wraking van de rechter wegens vermeende partijdigheid en niet-ontvankelijkheid van het verzoek
Op 26 oktober 2021 heeft de Rechtbank Noord-Holland, zitting houdende in de wrakingskamer, uitspraak gedaan op het verzoek tot wraking van mr. W.S.J. Thijs door verzoeker, vertegenwoordigd door mr. B.J.M. Anneveld. Verzoeker had op 29 september 2021 een wrakingsverzoek ingediend, ongeveer een half uur voor de geplande mondelinge behandeling in de hoofdzaken. De wrakingskamer oordeelde dat het verzoek te laat was ingediend, waardoor verzoeker niet-ontvankelijk werd verklaard. De wrakingskamer overwoog dat verzoeker niet tijdig had gereageerd op de feiten die aanleiding gaven tot het wrakingsverzoek, en dat de door hem aangevoerde gronden voor wraking geen valide redenen opleverden. De wrakingskamer benadrukte dat een procesbeslissing in beginsel geen grond voor wraking kan zijn, en dat de motivering van de procesbeslissing niet kan worden beoordeeld door de wrakingskamer. Verzoeker had ook geen concrete onderbouwing gegeven voor zijn overige bezwaren. De rechtbank besloot dat een volgend verzoek om wraking van verzoeker niet in behandeling zou worden genomen, gezien het tijdstip van indiening en de ongefundeerde redenen. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er stond geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.