Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Procedure
2.Feiten
- te bepalen dat hij (mede) zal worden belast met het gezag over [de minderjarige] ;
- een omgangsregeling vast te stellen, waarbij [de minderjarige] als volgt bij hem verblijft:
wekelijks van maandagochtend tot woensdagavond alsmede in de even weken van vrijdagmiddag tot zondagavond;
de helft van alle vakanties, waarbij [de minderjarige] in de oneven jaren de laatste drie weken van de zomervakantie alsmede de tweede week van de kerstvakantie bij de vader verblijft en in de even jaren de eerste drie weken van de zomervakantie en de eerste week van de kerstvakantie.
3.Verzoek
- primair een omgangsregeling vast te stellen die inhoudt dat [de minderjarige] iedere week van maandagochtend tot woensdagavond en in de even weken van vrijdagmiddag tot zondagavond bij hem verblijft, alsmede de helft van de vakanties;
- subsidiair een omgangsregeling vast te stellen die inhoudt dat [de minderjarige] minimaal één doordeweekse dag per week bij hem verblijft, iedere week ten minste één keer bij hem overnacht, en de helft van de vakanties bij hem verblijft;
- meer subsidiair een zodanige uitgebreidere omgangsregeling en een zodanige verdeling van de vakanties vast te stellen als de rechtbank in goede justitie vermeent te behoren.