In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 29 september 2021 uitspraak gedaan in een verzoek tot wijziging van de geboorteakte van een natuurlijk persoon, die genderdysforie ervaart. De verzoeker heeft primair verzocht om de vermelding van het geslacht op de geboorteakte te wijzigen van 'vrouwelijk' naar 'het geslacht is niet kunnen worden vastgesteld'. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen wettelijke grondslag bestaat voor deze wijziging, maar heeft wel geoordeeld dat het ontbreken van de mogelijkheid om het geslacht aan te passen in de geboorteakte een inbreuk vormt op het privéleven en de persoonlijke autonomie van de verzoeker, zoals beschermd door artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. De rechtbank heeft daarom het verzoek tot wijziging van de geboorteakte toegewezen, waarbij de ambtenaar van de burgerlijke stand gelast wordt om de geboorteakte aan te passen.
Daarnaast heeft de verzoeker ook verzocht om wijziging van de voornaam. De rechtbank heeft geoordeeld dat er voldoende zwaarwichtig belang bestaat bij deze wijziging, aangezien de verzoeker zich niet identificeert met de traditionele geslachten en de nieuwe voornamen passend zijn bij de genderneutrale identiteit van de verzoeker. De rechtbank heeft het verzoek tot voornaamswijziging eveneens toegewezen. De beslissing houdt in dat de ambtenaar van de burgerlijke stand de geboorteakte moet aanpassen en de nieuwe voornaam moet registreren. De rechtbank heeft de overige, subsidiaire verzoeken afgewezen, nu het primaire verzoek is toegewezen.