ECLI:NL:RBNHO:2021:7884

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
10 september 2021
Publicatiedatum
10 september 2021
Zaaknummer
HAA 20/4831 en 20/5092
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake naheffingsaanslagen motorrijtuigenbelasting

Op 10 september 2021 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een verzetzaak van opposante [X] tegen de niet-ontvankelijk verklaring van haar beroep inzake naheffingsaanslagen motorrijtuigenbelasting. De opposante had eerder beroep ingesteld tegen uitspraken op bezwaar van de inspecteur van de Belastingdienst, maar de rechtbank had deze beroepen op 16 april 2021 niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank oordeelde dat opposante verzuimd had het griffierecht tijdig te voldoen.

Opposante heeft verzet ingesteld tegen deze uitspraak en verzocht om gehoord te worden op een zitting. Echter, op de zitting van 27 augustus 2021 is zij zonder tegenbericht niet verschenen. De rechtbank heeft onderzocht of opposante op de juiste wijze was uitgenodigd voor de zitting en vastgesteld dat de uitnodiging op 23 juli 2021 was bezorgd.

De rechtbank heeft in haar overwegingen aangegeven dat artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) de mogelijkheid biedt om zonder zitting uitspraak te doen als het eindoordeel buiten redelijke twijfel staat. Aangezien opposante geen verzetgronden had ingediend en er geen omstandigheden waren die haar niet-tijdige betaling van het griffierecht konden verklaren, heeft de rechtbank geoordeeld dat de eerdere uitspraak in stand blijft.

De rechtbank heeft het verzet ongegrond verklaard en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken beroep in cassatie worden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummers: HAA 20/4831 en 20/5092 V

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 10 september op het verzet van

[X] , te [Z] , opposante.

Procesverloop

Eiseres heeft bij brieven van 23 augustus 2020 en 28 september 2020 beroep ingesteld tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van de Belastingdienst van 20 juli 2020 en 14 september 2020 inzake naheffingsaanslagen motorrijtuigenbelasting en de daarbij vastgestelde boetebeschikkingen.
Bij uitspraak van 16 april 2021 heeft de rechtbank de beroepen niet-ontvankelijk verklaard.
Opposante heeft tegen deze uitspraak verzet ingesteld. Opposante heeft verzocht om op een zitting te worden gehoord. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 27 augustus 2021. alwaar opposante zonder tegenbericht niet is verschenen. De rechtbank heeft ter zitting onderzocht of opposante behoorlijk is uitgenodigd voor de zitting. De griffier heeft opposante bij aangetekende brief van 22 juli 2021, onder vermelding van plaats en tijdstip, uitgenodigd ter zitting te verschijnen. Nader door de rechtbank ingesteld onderzoek heeft uitgewezen dat deze brief op 23 juli 2021 is bezorgd.

Overwegingen

1. De rechtbank heeft in de beroepszaken uitspraak gedaan zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) biedt die mogelijkheid als het eindoordeel buiten redelijke twijfel staat. De rechtbank heeft de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk geacht. De reden hiervoor is dat opposante verzuimd zou hebben het griffierecht te voldoen binnen de haar daartoe gestelde termijn.
2. Opposante heeft in haar verzetschrift geen gronden gericht tegen de uitspraak van de rechtbank van 16 april 2021 vermeld. De rechtbank heeft opposante bij aangetekende brief van 20 mei 2021 verzocht om binnen twee weken dit verzuim te herstellen.
3. Opposante heeft vervolgens uitstel voor het indienen van de verzetgronden verzocht. Bij aangetekend verzonden brief van 3 juni 2021 heeft de rechtbank opposante bericht dat dit uitstel wordt verleend tot zes weken na de datum van verzending van deze brief. De termijn is hiermee geëindigd op 15 juli 2021. Onderzoek in het Track & Trace-systeem van PostNL heeft uitgewezen dat deze brief op 4 juni 2021 is bezorgd en dat voor ontvangst is getekend.
4. Opposante heeft geen gronden ingediend die gericht zijn tegen de uitspraak van de rechtbank. Nu gesteld noch gebleken is dat het niet tijdig voldoen van het griffierecht opposante niet kan worden aangerekend, is de rechtbank van oordeel dat de beroepen terecht (kennelijk) niet-ontvankelijk zijn verklaard. Dat betekent dat de buiten-zittinguitspraak in stand blijft.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het verzet ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.K.A. Efstratiades, rechter, in aanwezigheid van
N. Joacim, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na verzending daarvan beroep in cassatie worden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden.