Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[eiser 1] ,
[eiser 2],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 28 oktober 2020
- de akte houdende overlegging producties E44 tot en met E52 tevens houdende toelichting producties en eis aan de zijde van [eiser 1] c.s.
- de akte houdende overlegging producties G15 tot en met G20 aan de zijde van [gedaagde] Bouw
- de akte houdende overlegging producties G21 en G22 aan de zijde van [gedaagde] Bouw
- de mondelinge behandeling van 2 april 2021, waarvan de griffier aantekeningen heeft bijgehouden, die zich in het dossier bevinden
- de spreekaantekeningen van mr. Roorda en mr. drs. Kusters namens [eiser 1] c.s.
- de pleitnota van mr. Raadgever en mr. Roozekrans namens [gedaagde] Bouw.
2.De zaak in het kort
3.De feiten
Artikel 5
driehonderdtwintig (320)werkbare werkdagen na de start van de bouwwerkzaamheden geheel casco gereed aan de Verkrijger op te leveren in de zin van artikel 11 lid 4 der Algemene Voorwaarden.
Artikel 11
4.Het geschil
– uitgaande van een uiterste opleverdatum van 16 oktober 2018 – door oplevering op 15 november 2019 met 404 kalenderdagen is overschreden. Aangezien er slechts één oplevering heeft plaatsgevonden van zowel het casco als de afbouw van het appartement vinden [eiser 1] c.s. het redelijk om uit te gaan van een feitelijke oplevering van het casco op 7 juni 2019 en daarmee een overschrijding van 245 kalenderdagen.
alledoor [gedaagde] Bouw gestelde onwerkbare dagen conform BouwSupport is hiervoor onvoldoende, zodat de rechtbank aan dit verweer voorbij zal gaan. De rechtbank honoreert daarom de aanspraak van [gedaagde] Bouw op deze categorie onwerkbare dagen en zal deze dagen meenemen bij de berekening van de uiterste opleverdatum van het casco.
1.442,00(2,0 punten × tarief € 721,00)